98 behalve met de afschrijvingen vastgesteld overeenkomstig art. 17 van genoemde verordening, in plaats van met 2 zal worden belast met van de som der door de ge meente oorspronkelijk verstrekte en nog niet afgeloste aanleg- en uitbreidingskapitalen. D. de begrooting der inkomsten en uitgaven van de gemeente voor den dienst 1942 vast te stellen voor wat den gewonen dienst betreft in uitgaaf tot een totaal bedrag van. 11.380.572. in ontvangst tot een totaal bedrag van 10.561.641. alzoo met een tekort van818.931. en voor wat den kapitaaldienst betreft in ontvangst en uitgaaf tot een totaal bedrag van 6.291.786. E. aan de onderstaande vereenigingen voor het jaar 1942 onder de gebruikelijke voorwaarden, de volgende maximum subsidies toe te kennen: 1°. Yereeniging „Schoolkindervoeding en Schoolkinderkleeding"41.340. 2°. Yereeniging tot verzorging van kleine kinderen te Leiden1.000. 3°. Zita Vereeniging, Afd. Margarita van Cortonastichting1.000. 4°. Vereeniging „Christelijke Jeugdhulp" 500. 17°. 168. Leiden, 11 December 1941. Met ingang van 1 September j.l. werdMej. J. M. s' Jacob, voorloopig voor den tijd van drie maanden benoemd tot tijdelijk leerares in het Nederlandsch aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes en het Gymnasium, zulks in verband met het aan den heer C. J. Kloots verleend eervol ontslag. Aangezien de werkzaamheid van deze tijdelijke leerares nog moet voortduren heeft de Burgemeester op 11 December 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: alsnog, te rekenen met ingang van 1 September 1941, tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den verderen duur van den cursus 19411942, de aanstelling aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes en aan het Gymnasium van Mej. J. M. s'Jacob, tot tijdelijk leerares in het Nederlandsch, te bekrachtigen. N°. 169. Leiden, 11 December 1941. Van de 51 bij raadsbesluit van 19 December 1938 on bewoonbaar verklaarde woningen, werd bij raadsbesluit van 16 Juni j.l. voor 17 woningen de termijn van ontruiming verlengd tot 3 Januari 1942. Van deze 17 woningen zijn er thans nog 12 bewoond, zoodat voor deze de termijn van ontruiming opnieuw dient te worden verlengd. De Burgemeester heeft mitsdien op 11 December 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijks commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BEPAALT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie dat uiterlijk 3 Juli 1942 moeten zijn ontruimd de onbe woonbaar verklaarde woningen 4e Binnenvestgracht Nis 45, 74 en 77, Geerestraat No. 3, le Gortestraat Nis 13, 31, 35, 37, 43, 16 en 20 en le Haverstraat No. 25. N°. 170. Leiden, 11 December 1941. Evenals in December 1940 (Ingek. Stukken No. 177) is van de Vereeniging tot IJsbestrijding, gevestigd te Leiden, een verzoek ingekomen om de gemeente te doen deelnemen in het door haar op te richten fonds ten behoeve van de ijsbestrijding op de vaarwegen in en om Leiden gedurende het winterseizoen. Het fonds zal thans 5.000.bedragen, bijeen te brengen door de gemeenten in het gebied van de Kamer van Koop handel van Rijnland. Het bedrag voor Leiden is wederom bepaald op 1.865.over welke garantiesom slechts zal worden beschikt wanneer er inderdaad onkosten zijn gemaakt. Vorig jaar had de gemeente 38 van het gegaran deerde bedrag of 708.80 te betalen, waarvan de Licht fabrieken 500.voor hun rekening namen. Ditmaal zal zoo noodig eveneens een bedrag tot een maximum van 500.ten laste van die bedrijven worden gebracht. Deelneming in het fonds is ook in dezen winter voor de gemeente en haar ingezetenen van belang, omdat vele grond stoffen en producten in de gegeven omstandigheden over het water moeten worden vervoerd. De Burgemeester heeft mitsdien op 11 December 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: tot deelneming door de gemeente in het door de Ver eeniging tot IJsbestrijding, gevestigd te Leiden, op de in haar adres genoemde wijze bijeen te brengen garantiefonds ad 5.000.ten behoeve van de ijsbestrijding op de vaarwegen in en om Leiden gedurende het winterseizoen 1941/42, tot een bedrag van maximum ƒ1.865.onder voorwaarde, dat: 1°. eventueele uitkeeringen terzake van de garantie ge schieden volgens de door den Burgemeester goedgekeurde rekening van het garantiefonds; 2°. de gemeente daartoe het recht heeft van volledige controle van boeken en kas; en met dien verstande, dat de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in de eventueele uitkeeringen ter zake van deze garantie, deel zullen nemen voor 50 tot een maximum bedrag van ƒ500. N°. 171. Leiden, 18 December 1941. Tengevolge van het aan den heer L. W. Beumer verleend eervol ontslag, is aan de openbare lagere school aan de Duiven- bodestraat een vacature van onderwijzer ontstaan. In verband hiermede heeft de Burgemeester op 18 December 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijks commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT met - ingang van 1 Januari 1942 den onderwijzer aan de o. 1. school aan het Schuttersveld, J. C. Bartelsman, over te plaatsen naar de o. 1. school aan de Duivenbodestraat. N°. 172. Leiden, 18 December 1941. De heer G. F. E. Kiers, te Leiden, heeft van de gemeente te koop gevraagd de met roode kleur op de situatieteekening A aangegeven strooken grond achter de perceelen Cobetstraat nis 32 en 36, groot resp. 75 M2. en 55 M2., en de heer P. Koning, te Leiden, de op de kaart B rood gekleurde strook grond achter het perceel Cobetstraat No. 34, groot 75 M2.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 2