86 Voor de wijzigingen in de belastingheffing moge worden verwezen naar hetgeen onder de algemeene beschouwing hieromtrent is vermeld. Voor zoover de ramingen betrekking hebben op door het Rijk geheven belastingen, zijn deze ramingen geschied over eenkomstig het advies van den Inspecteur der Directe Belastingen en voorts met inachtneming van de door het Departement van Binnenlandsche Zaken bij circulaire ge geven aanwijzingen. Overeenkomstig deze aanwijzingen is, evenals suppletoir op de begrooting voor 1941, ook thans weer een bijzondere uitkeering uit het Gemeentefonds geraamd ter zake van het verschil tusschen de opbrengst van 55 en 75 opcenten op de Gemeentefondsbelasting 1940/41 en wel tot een bedrag van 120.000.—. Een overzicht van de verschillende opbrengsten volgens de gewijzigde begrooting 1941 en die voor 1942 volgt hieronder. Overigens moge inzake de bedrijfswinsten worden verwezen naar hetgeen boven in het algemeene gedeelte is opgemerkt, waarbij er de aandacht op werd gevestigd, dat vooral ook de resultaten van de Fabrieken van de tijdsomstandigheden afhankelijk zijn en dat mitsdien deze belangrijke brón van inkomsten door allerlei onzekere factoren ongunstig kan worden beïnvloed. HOOFDSTUK XIII 3. (Gestichten Endegeest c.a.) Minder uitgaven. 11.822. Meer ontvangsten 1.297. Yoordeeliger. 13.119. De door den Geneesheer-Directeur ingediende begrooting van de Gestichten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest voor 1942 geeft als gevolg van de toenemende exploitatielasten Aandeel hoofdsom Grondbel. -f opcenten Idem Personeele belasting Opcenten Winstbelasting Uitkeering opcenten Vermogensbelasting Idem Gemeentefondsbelasting Bijzondere uitkeering ter zake van het verschil tusschen 55 en 75 opcenten Gemeentefondsbelasting Uitkeering Gem. Fonds per aangeslagene Idem Werkloosheidssubsidiefonds per aangeslagene Hondenbelasting Vermakelijkheidsbelasting Vergunningsrecht Verlof srecht Hotelvergunningsrecht 1941 1942 Verschil voordeelig nadeelig 255.000.— 262.000.— 7.000.— 510.665. 488.000.— 22.665.— 40.000.— 45.000.— 5.000. 28.000.— 32.000.— 4.000.— 333.750.— 330.000.— 3.750.— 116.450.— 120.000.— 3.550. 60.300.— 58.000.— 2.300.— 13.234.— 9.800.— 3.434.— 10.000.— 9.500.— 500.— 67.500.— 60.000.— 7.500.— 7.500.— 4.000.— 3.500.— 1.300.— 1.200.— 100.— 50.— 50.— 1.443.749.— 1.419.550.— 19.550.— f 43.749.— Het grootste verschil geven het aandeel in de hoofdsom en de opcenten op de Personeele belasting te zien, in hoofd zaak wegens de vermindering van het aantal auto's. HOOFDSTUK XIII 1 en 2 (Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit). 1 (Gasfabriek). Minder ontvangsten Meer uitgaven Xadeeliger 72.758, 1.546. 74.304.— 2. (Electriciteitsfabriek). Minder ontvangsten Meer uitgaven 20.118.— 15.889.— Xadeeliger 36.007. De door de Directie der Lichtfabrieken ingediende be grooting van deze voor de gemeentefinanciën zoo belangrijke bedrijven sluiten, met inachtneming van een storting in het vernieuwingsfonds van van het onafgeloste kapitaal, zooals de laatste jaren gebruikelijk is, met een winstuitkeering aan de gemeente van 136.250.der afdeeling gas en van 954.595.van de afdeeling electriciteit, is in totaal 1.090.845.Voor 1941 zijn deze cijfers resp. 211.512. en 969.827.zoodat in totaal voor 1942 een lagere winst is geraamd van 90.494. De winst over 1940 voor de beide fabrieken bedroeg resp. 49.285.37 en 1.272.023.98 of totaal 1.321.309.35, doch hierbij moet in aanmerking worden genomen, dat de winst van de Electriciteitsfabriek tot genoemd bedrag slechts werd verkregen door beschikking over het restant van de in vorige jaren gevormde reserve ad 173.000.alsmede doordat aan de winst 45.000.ten goede kwam uit het batig saldo van 1939. Zooals de Directie in haar begeleidend schrijven opmerkt, moest bij het samenstellen van deze begrootingen als basis worden genomen de toestand op dat oogenblik, omdat het ten eenenmale onmogelijk was en ook thans nog zich omtrent de ontwikkeling van den bedrijfstoestand in 1942 aan bespiegelingen te wagen. Hoewel de productie van gas en electriciteit op hetzelfde niveau als voor 1941 werd geraamd, geven de winstcijfers nochtans een aanzienlijke daling te zien. Het spreekt vanzelf, dat de stijging van de bedrijfslasten haar stempel op deze begrootingen heeft gedrukt en dat hierin de oorzaak van de daling van de winstcijfers gelegen is. Verder is het nadeelig verschil van beide paragrafen ont staan door aan de bedrijven meer te betalen rente in rekening courant. een verlies aan van 25.000.tegenover een verlies van ƒ15.000.voor 1941 (1940 verlies ƒ38.849.47). Aangezien inmiddels met de desbetreffende autoriteiten het overleg geopend is over maatregelen ter voorkoming zoo mogelijk van een verlies op de exploitatie, (zooals verhooging van de vergoeding voor de verpleging van de onderwij s- patiënten in Rhijngeest, verhooging van de verpleegprijzen van Endegeest en Voorgeest en dgl.) is in de gemeentebe- grooting voorshands geen nadeelig saldo, doch een Memorie- post uitgetrokken. HOOFDSTUK XIII 4. (Openbaar Slachthuis). Meer uitgaven Minder ontvangsten Xadeeliger 16.781.— 1.119.— 17.900.- De begrooting van dit bedrijf geeft een verlies aan van ƒ47.000.—. Voor het jaar 1941 werd aanvankelijk een verlies van 50.000.geraamd, doch door te beschikken over de ver moedelijke meerdere winst over het jaar 1940, geraamd op 20.000.werd dit verlies tot 30.000.verminderd. De werkelijke winst over 1940 bedroeg 28.239.86, waarvan overeenkomstig de raming van de begrooting 1940, 10.839.86 in de rekening 1940 is verantwoord, terwijl 17.400.is gereserveerd voor 1941. De uitkomsten van dit bedrijf worden, gelijk vanzelf spreekt, voornamelijk beheerscht door het aantal slachtingen, dat op zijn beurt weer samenhangt met den toestand. HOOFDSTUK XIII Meer uitgaven Meer ontvangsten 5. (Grondbedrijf). 25.282.— 16.022.— Xadeeliger 9.260. De begrooting van het Grondbedrijf wijst op den gewonen dienst een verlies aan van 67.369.Voor 1941 was het verlies 66.946.waarvan evenwel 30.000.ten laste van de reserve van het bedrijf werd gebracht, zoodat over het loopende jaar ten laste van de gemeentebegrooting komt een bedrag van ƒ36.946.(verlies rekening 1940 72.410.83, waarvan 30.000.uit de reserve). De reserve bedroeg op 1 Januari 1941 281.802.51, welke som moet worden ver minderd met het voor de begrooting 1941 benoodigde bedrag van 30.000. Over het jaar 1940 kon terzake van rente en winst op ver- koopen in totaal 36.313.29 aan de reserve worden toege- 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 10