96 door verhooging van het slachtkeurloon met de bedragen, vermeld in de bij dit besluit behoorende tabel; b. de rechten voor het bacteriologisch vleeschonderzoek (tar. XVIII) en het verbranden van cadavers (tar. XIX), door directe bijberekening van 2 op de in de verorde ning, regelende de heffing van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis, genoemde bedragen; II. de woorden „Tarief II" in de tabel voor verhaal van de omzetbelasting, behoorende bij het besluit van den Burgemeester van Leiden d.d. 2 October 1941 (Ingek. Stukken Xo. 131), te wijzigen in „Tarieven II en XII". Tabel voor verbaal van de omzetbelastingbehoorende bij het besluit van den Burgemeester van Leiden d.d. 27 November 1941. Tarief Ha a. paard of rund boven 250 K.G. levend gewicht b. kalf of varken, zwaarder dan 90 K.G. levend gewicht c. kalf of varken, zwaarder dan 60 K.G. levend gewicht d. schaap, lam of varken, niet zwaarder dan 60 K.G. levend gewicht e. nuchter kalf, niet zwaarder dan 60 K.G. levend gewicht, lam, niet ouder dan 3 maanden, geit, varken, niet zwaarder dan 25 K.G. levend gewicht Tarief II la, sub B a. rund, niet in het bezit van de beide binnen-melktanden b. rund, in het bezit van de beide binnen-melktanden c. varkens 12.50 7.50 5.- 3.25 1.50 0.60 0.12 0.07 0.05 0.03 0.02 0.01 N°. 163. Leiden, 27 November 1941. Sedert eenige weken is, bij wijze van proef, overgegaan tot het verkoopen van visch aan gesteunde werkloozen, armlastigen en aan hen die evenmin als deze beide groepen in staat zijn de winkelprijzen te betalen (houders van vet kaarten). Aan de gesteunde werkloozen en armlastigen wordt de visch verkocht tegen 0.35 per kg; aan de laatstgenoemde categorie tegen 0.70 per kg. Yan deze verkoopen wordt in belangrijke mate door be trokkenen gebruik gemaakt; wekelijks wordt thans een hoeveelheid visch omgezet van 1600 a 1700 kg. Aangezien de visch wordt ingekocht tegen prijzen, die gemiddeld hooger liggen dan 0.70 per kg, wordt op den verkoop verlies geleden. Dit verlies ten behoeve van het minst draagkrachtige gedeelte van de bevolking is onder de tegenwoordige om standigheden alleszins verantwoord. Voor het jaar 1941 worden de ten laste van de gemeente blijvende kosten geraamd op 4.350.voor het jaar 1942 op 25.000.—. Bovendien komt voor het jaar 1941 ten laste van de Gemeentelijke Oommissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon een bedrag van 2.040.en voor 1942 een bedrag van 13.300.welke bedragen uit het aan die Commissie toegekende gemeentelijk subsidie moeten worden gekweten. In verband met het bovenstaande heeft de Burgemeester op 27 November 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie a. vast te stellen een staat tot wijziging van de gemeente- begrooting, dienst 1941, tot het beschikbaarstellen van de vereischte gelden ten behoeve van het verstrekken van goedkoope visch aan gesteunde werkloozen, armlastigen en houders van vetkaarten in dat jaar; b. op de gemeentebegrooting voor 1942 de vereischte gelden uit te trekken ten behoeve van den vischverkoop als bedoeld sub a. in 1942. N°. 164. Leiden, 27 November 1941. Onder overlegging van een verslag betreffende den schoeiseldienst over het tijdvak 1 Januari tot en met 30 September 1941 en een begrooting voor het jaar 1942, deelde de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon aan den Burgemeester mede, dat zij van oor deel is, dat genoemde dienst ook na 31 December a.s. dient te worden voortgezet, In Ingekomen Stuk No. 218 van 1939 is laatstelijk het doelende werkwijze van den dienst uiteengezet. Bij raads besluit van 30 December 1940 werd het bedrag, dat de ondersteunde armlastigen en werkloozen, die van den dienst gebruik maken, in de kosten van materiaal moeten bijdragen, bepaald van 0.80 op 0.55 per paar voor zooien en hakken; de overige kosten van het materiaal werden gebracht ten laste van Maatschappelijk Hulpbetoon, voor- zooveel de armlastigen betreft, en van den B-steun, voor- zooveel de werkloozen betreft. Door de ondersteunden (armlastigen en werkloozen) werd over het tijdvak 1 Januari tot en met 30 September 1941 betaald 2799,60, d. i. gemiddeld 0,67 (zooien, hakken en bijkomende reparaties) per paar. Yan den B-steun werd ontvangen 694,25 en van Maatschappelijk Hulpbetoon 351.—. Het aantal paar schoenen, dat in genoemd tijdvak door den dienst werd gerepareerd, bedroeg 4181. De commissie wenscht den dienst op den thans geldenden voet voort te zetten, in verband waarmede bij de samen stelling van de door de commissie overgelegde begrooting voor 1942, welke een eindcijfer van 3.500.aanwijst, wederom is gerekend op een bijdrage van 0.25 per paar van den B-steun of van Maatschappelijk Hulpbetoon. Inge volge het rondschrijven van den Wrnd. Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken d.d. 17 Juli 1941 Doss. 6801 No. 21 M. afd. W. zullen echter tewerkge- stelden niet meer in de gelegenheid worden gesteld van den schoeiseldienst gebruik te maken. In verband met het vorenstaande heeft de Burgemeester op 27 November 1941 het volgende besluit genomen. De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijks commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: voor zooveel noodig behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie a. aan de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon ten behoeve van de voortzetting van den schoeiseldienst op den bestaanden voet gedurende het jaar 1942 een extra-subsidie te verstrekken van 3.500.met bepaling, dat de ondersteunde armlastigen en de werk loozen, die van den dienst gebruik maken, in de kosten van materiaal 0,55 per paar moeten bijdragen, zullende de overige kosten van het materiaal ten laste komen van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulp betoon, voorzooveel de armlastigen betreft, en van den B-steun, voorzooveel de werkloozen betreft; b. door vaststelling van een desbetreffenden begrootings- staat een bedrag van ƒ3.500.ten behoeve van de voort zetting van den sub a bedoelden dienst, op de begrooting voor het dienstjaar 1942 te brengen. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON. Diersoort Slacht keurloon 2.— 2.- Bedrag der omzet belasting. 0.02 0.03 O

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 4