95 No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: te benoemen tot onderwijzeres aan: a. de opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Aalmarkt, mej. A. van Raay te Leiden; b. de opleidingsschool voor u.l.o. aan de Langebrug B, mej. S. E. Versteeg te Leiden; c. de o.l. school aan de Paul Krugerstraat, mej. A. M. J. Ruijgrok te Leiden; d. de o.l. school aan de Boommarkt, mej. G. J. Vriesen te Rijnsburg. N°. 159. Leiden, 27 November 1941. Bij de kadastrale opmeting van de verbouwde ambachts school aan den Haagweg is komen vast te staan, dat door dit gebouwencomplex in gebruik genomen zijn drie strookjes grond, resp. groot 9 M2., M2. en 12 M2., welke eigen dom zijn van de gemeente Leiden. Het bestuur van de vereeniging ,,de Ambachtsschool" is bereid de twee strookjes grond aan den Haagweg, ter grootte van 9 M2. en 1 M2., te koopen tegen den voor bouwterrein aannemelijken prijs van 10.per M2., en het meer zuidelijk gelegen strookje, groot 12 M2., voor 0.50 per M2. Dit bedrag is gelijk aan de koopsom, welke de vereeniging betaald heeft voor het aangrenzend slootgedeelte, aan haar verkocht bij raads besluit van 29 Juli 1940 (Ingek. Stukken No. 96). Tegen verkoop van de strookjes grond bestaat voor de gemeente geen bezwaar. De Burgemeester heeft mitsdien op 27 November 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie aan de vereeniging ,,de Ambachtsschool", te Leiden, te verkoopen de op de bij dit besluit behoorende situatie- teekening met groene kleur aangegeven strookjes grond aan en nabij den Haagweg, t. w. het strookje grond, groot J M2., kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie M, No. 6854 (ged.) en het strookje grond, groot 9 M2., kada straal bekend gemeente Leiden, sectie M, No. 6848 (ged.), tegen den prijs van 10.per M2., en het strookje grond, groot 12 M2., kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie M, No. 6848 (ged.), tegen den prijs van 0.50 per M2. Nu. 160. Leiden, 27 November 1941. Tri verband met de hierna genoemde, bij de gemeente ingediende stukken heeft de Burgemeester op 27 November 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: goed te keuren: a. de suppletoire begrooting, dienst 1940, en de rekening, dienst 1940, van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis te Leiden; b. de rekening, dienst 1940, en de begrooting, dienst 1942, van het College van Vrouwenkraammoeders te Leiden. N°. 161. Leiden, 27 November 1941. Op 11 Augustus jl. (Ingek. Stukken No. 96) besloot de Raad om, zoo noodig, gedurende het 4e kwartaal 1941 kasgeldleeningen aan te gaan tot een maximaal bedrag van 2.000.000. Met het oog op de tegen het einde van het jaar aan het Pensioenfonds voor Burgerlijke Ambtenaren te betalen pen sioensbijdragen over 1941, de gedurende het le kwartaal 1942 te betalen rente en aflossing van gemeenteleeningen, de uitgaven voor ondersteuning van werkloozen en arm lastigen en voor voorschotten van verschillenden aard enz. is het gewenscht, dat ook in het le kwartaal 1942 tot sluiting van kasgeldleeningen kan worden overgegaan. Het maximaal bedrag, dat de kasschuld gedurende het le kwartaal 1942, zal mogen beloopen dient, met het oog op de reeds opgenomen gelden, te worden vastgesteld op 2.500.000.—. Mitsdien heeft de Burgemeester op 27 November 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijks commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie gedurende het le kwartaal 1942, zoo noodig, kasgeldleeningen aan te gaan tot zoodanig bedrag, dat op geen enkel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld, met inbegrip van het in rekening-courant bij de N. V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten op te nemen bedrag, de som van 2.500.000. te boven gaat en onder de voorwaarden als door hem zullen worden gesteld. N°. 162. Leiden, 27 November 1941. Bij zijn besluit van 2 October 1941 heeft de Burgemeester goedgekeurd, dat de verschuldigde omzetbelasting op de gebruikers van het Openbaar Slachthuis zal worden verhaald voor zoover betreft de tarieven II, III» sub A, VII, VIII, IX en X, opgenomen in art. 2 van de verordening, regelende de heffing van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis. Aangezien bij de vaststelling van de te verhalen bedragen rekening is gehouden met de zoogen. bijkomende rechten, opgenomen in verschillende tarieven van genoemd art. 2, is slechts ten opzichte van de tarieven Ila, III, Ilia sub B, XII, XVIII en XIX nog niet bepaald, hoe het verhaal dient plaats te hebben. Tarief III regelt het slachtrecht van voor export geslachte dieren; dit tarief is sinds geruimen tijd niet meer toegepast, aangezien in deze gemeente geen exportslachterijen zijn ge vestigd en van andere zijde blijkbaar geen animo bestond om geslacht vee te exporteeren, zoodat geen dieren voor uitvoer naar het buitenland aan het Openbaar Slachthuis werden geslacht. Mocht dit te eeniger tijd wel het geval zijn, dan kan op dat tijdstip beter dan thans worden be oordeeld, in hoeverre de omzetbelasting dient te worden verhaald. De berekening van het verhaal ten aanzien van de rechten, opgenomen in de tarieven Ila en lila sub B, kan op dezelfde wijze plaats vinden als in bovengenoemd besluit van 2 October 1941 geschied is ten opzichte van de tarieven II en lila sub A. De omzetbelasting op de rechten voor het bacteriologisch vleeschonderzoek (tar. XVIII) en het verbranden van cadavers (tar. XIX) kan verhaald worden door directe bijberekening van 2 op de in de verordening genoemde bedragen. Tarief XII verklaart tarief II van toepassing op in nood gedoode of gestorven slachtdieren; het verhaal van de omzetbelasting ten aanzien van tarief XII kan derhalve op dezelfde wijze geschieden als reeds in het besluit van 2 October 1941 bepaald is ten aanzien van tarief II. In verband met het bovenstaande heeft de Burgemeester op 27 November 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: I. goed te keuren, dat met ingang van 27 October 1941 de omzetbelasting wordt verhaald op de gebruikers van het Openbaar Slachthuis voor zoover betreft: a. het slacht(keur)loon en de overige bijkomende rechten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 3