94 komen, dat een beslissing in zake het invoeren van die verzorging kon worden genomen. Het ligt in de bedoeling de verzorging, bestaande in het tweemaal per jaar inspecteeren der gebitten en verhelpen van de geconstateerde gebreken aan het blijvende gebit, in 1942 te doen aanvangen met betrekking tot de leer lingen van de eerste klasse der scholen voor openbaar gewoon en buitengewoon lager onderwijs en van de scholen voor bijzonder gewoon en buitengewoon lager onder vijs, voorzoover de laatste scholen betreft, indien de besturen dier scholen de verzorging voor de leerlingen hunner scholen wenschen. Het volgende jaar zal de verzorging zich uit strekken tot de leerlingen van de nieuwe eerste en de vroegere eerste klasse, welke dan tweede klasse geworden is en zoo vervolgens, zoodat na 6 of 7 jaar alle klassen der lagere scholen van de verzorging zullen profiteeren. De verzorging zal worden uitgeoefend door één of meer tandartsen met wie(n) een overeenkomst ter zake zal worden aangegaan. De kosten worden voor het jaar 1942, in welk jaar de verzorging 1600 kinderen zal omvatten, geraamd op ƒ3.270,t. w.: belooning tandartsen900, belooning mondverzorgster150, aanschaffing instrumentarium1.500, onderhoud instrumentarium320, administratiekosten100, inrichten lokalen300, Die kosten zullen jaarlijks geleidelijk toenemen, totdat alle klassen der bij de verzorging betrokken scholen in de verzorging zijn begrepen. Alsdan zullen de kosten 8.000, a 9.000,per jaar bedragen. Het ligt evenwel in het voornemen om van de ouders of verzorgers der leerlingen der tweede en hoogere klassen, voor zoover hun inkomen een bepaalde grens overschrijdt, een bijdrage te vragen in de kosten van de verzorging; het vragen van zoodanige bijdrage met betrekking tot de leerlingen der eerste klassen wordt niet wenschelijk geoor deeld, omdat dit het in voldoende mate ingang doen vinden van de verzorging bij de ouders en verzorgers wellicht in den weg zal staan. In verband hiermede heeft de Burgemeester op 14 Novem ber 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: voor zooveel noodig behoudens goedkeuring van den Com missaris der Provincie I. in te stellen een schooltandverzorging voor de leerlin gen van de scholen voor openbaar gewoon en buitengewoon lager onderwijs en voor de leerlingen van de scholen voor bijzonder gewoon en buitengewoon lager onderwijs, voor zoover de besturen van laatstbedoelde scholen verklaard hebben de verzorging ook voor de leerlingen hunner scholen te wenschen en met dien verstande, dat de verzorging zich het eerste jaar zal uitstrekken over de leerlingen van het eerste leerjaar, het volgende jaar over de leerlingen van het eerste en tweede leerjaar en zoo vervolgens; II. de verzorging voor zooveel betreft de leerlingen van het eerste jaar kosteloos te doen plaats hebben, doch, voor zooveel betreft de leerlingen van de hoogere leerjaren, van de ouders of verzorgers een bijdrage te vragen van 0,20 per maand, voor zoover die ouders of verzorgers een in komen hebben van ƒ3.000,of meer per jaar, met dien verstande, dat voor het geval twee leerlingen van scholen waarover de verzorging zich uitstrekt tot eenzelfde gezin behooren ƒ0,15 per leerling en voor het geval meer dan twee leerlingen van scholen waarover de verzorging zich uitstrekt tot één gezin behooren 0,10 per leerling zal worden gevraagd; III. op de gemeentebegrooting voor 1942 een bedrag van 3.270,uit te trekken in verband met het besluit sub I. N°. 156. Leiden, 20 November 1941. De heer H. M. Foks, te Leiden, heeft aan de gemeente voor villabouw te koop gevraagd het aan den Wassenaarsche weg gelegen perceel bouwterrein, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie P, No. 2379 (ged.), ter grootte van 1320 M2. Hij is bereid een prijs van 9.50 per M2, d. i. een totaal prijs van 12.540.voor den grond te betalen, hetgeen neerkomt op 14.per M2 tot een diepte van 30 M -j- 780 M2) en 3.per M2 voor het overige gedeelte 540 M2). Met dezen prijs kan, gelet op de groote diepte van het terrein 58 M2), genoegen worden genomen. Adressant kan zich vereenigen met de aan den verkoop te verbinden voorwaarden. De Burgemeester heeft mitsdien op 20 November 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie aan H. M. Foks, te Leiden, te verkoopen het op de bij dit besluit behoorende situatieteekening met lichtroode kleur aangegeven perceel bouwterrein aan den Wassenaarsche weg, ter grootte van 1320 M2, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie P, N°. 2379 (ged.), tegen den prijs van 9.50 per M2, alzoo in totaal voor 12.540.en onder de bij dit besluit behoorende voorwaarden. N°. 157. Leiden, 20 November 1941. In verband met de onrustbarende stijging van het aantal rijwieldiefstallen heeft de Secretaris-Generaal van het De partement van Binnenlandsche Zaken den Burgemeesters verzocht te bevorderen, dat de eventueel in de algemeene politieverordening hunner gemeenten voorkomende bepa lingen betreffende het onbeheerd laten van rijwielen, met de meeste nauwgezetheid worden nageleefd. Yoorzoover zoodanige bepalingen in een gemeente niet zijn vastgesteld, verzoekt hij deze alsnog in de verordening op te nemen. Te Leiden bestaat een dergelijke bepaling niet, doch onder de huidige omstandigheden is er alle aanleiding aan het verzoek te voldoen. De Burgemeester heeft mitsdien op 20 November 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 2 Mei 1912 (Gemeenteblad No. 19) op de Straatpolitie, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 30 October 1941 (Gemeenteblad No-. 16). Eenig Artikel. Na art. 22bis van bovengenoemde verordening wordt een nieuw art. 22ter ingevoegd, luidende als volgt: Art. 22ter. Het is verboden een rijwiel te laten staan op of aan den openbaren weg, tenzij onder voortdurend toezicht van een tot het houden van dit toezicht bekwaam persoon of tot onmiddellijk gebruik ongeschikt gemaakt. N°. 158. Leiden, 27 November 1941, In verband met de vervulling van een viertal vacatures van onderwijzeres bij het openbaar lager onderwijs heeft de Burgemeester op 27 November 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 2