73 1941, gelet op de aanbeveling van de Commissie, het vol gende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: I. in afwijking van het bepaalde bij artikel 1 van de verordening van 14 April 1904 (Gemeenteblad No. 11), regelende de benoeming en den werkkring van de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal", laatstelijk ge wijzigd bij verordening van 6 Juni 1932 (Gemeenteblad No. 12), het aantal leden dier Commissie weder te bepalen op zeven; II. tot leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal" te benoemen: a. Mr. P. J. Idenburg in de vacature-Groeneveld b. Ir. H. A. van Oerle in de vacature-Prof. Dr. W. Martin. N°. 136. Leiden, 23 October 1941. Tengevolge van het bedanken van de heeren A. van Dijk, A. van Rosmalen, J. A. Riedel en H. Oostveen als lid van het bestuur van de Stedelijke Werkinrichting zijn in dat bestuur, bestaande uit zeven leden, een viertal vacatures ontstaan. In verband met de plannen tot reorganisatie van genoemde inrichting kan, mede naar het oordeel van het bestuur, voor- loopig met een bestuur van drie leden worden volstaan. De Burgemeester heeft mitsdien op 23 October 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: in afwijking van het bepaalde bij artikel 4 van het Reglement voor de Stedelijke Werkinrichting te Leiden het bestuur van de Stedelijke Werkinrichting voorloopig te doen bestaan uit drie leden, ingezetenen der gemeente zijnde. N°. 137. Leiden, 23 October 1941. In verband met een door den heer D. Dullemond gedaan verzoek om ontslag als hoofd van de school voor buiten gewoon lager onderwijs verbonden aan het gesticht „Voor- geest" te Oegstgeest, heeft de Burgemeester op 23 October 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: aan den heer D. Dullemond, met ingang van een nader te bepalen datum, eervol ontslag te verleenen uit zijn betrekking van hoofd van de school voor buitengewoon lager onderwijs verbonden aan het gesticht „Voorgeest" te Oegstgeest. N°. 138. Leiden, 23 October 1941. Naar aanleiding van een verzoek van het bestuur der Inrichting van Liefdadigheid voor Roomsch Katholieken, alhier, om op grond van artikel 72 der Lager Onderwijs wet 1920 medewerking te verleenen tot de aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van de school voor gewoon lager onderwijs aan de Potgieter laan 7, in verband met de toeneming van het aantal leerlingen, heeft de Burgemeester op 23 October 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: a. medewerking te verleenen aan het bestuur van de Inrichting van Liefdadigheid voor Roomsch Katholieken alhier, tot aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan de Potgieter laan 7 b. vast te stellen een begrootingsstaat, groot 301. teneinde de voor de sub a bedoelde aanschaffing benoodigde gelden te zijner tijd ter beschikking van het schoolbestuur te stellen. N°. 139. Leiden, 23 October 1941. Krachtens raadsbesluit van 11 Augustus 1941 (Ingek. Stukken No. 99) werd op 16 October j.l. aangekocht van den heer C. Vonk het woonhuis aan de Korte Agnieten- straat No. 8, het café met logement aan de Lange Agnie- tenstraat No. 9 en het pakhuis aan de Lange Agnieten- straat No. 11 voor 7.750.De verkooper heeft verzocht deze perceelen voorloopig te mogen blijven bewonen in verband met zijn bedrijf. Met hem is overeenstemming bereikt over een verhuring van maand tot maand tegen den redelijken huurprijs van 56.per maand en op de bij de gemeente gebruikelijke verhuringsvoorwaarden. Aangezien, zoolang de gemeente de panden niet noodig heeft, tegen verhuring ervan geen bezwaar bestaat, heeft de Burgemeester op 23 October 1941 het volgende besluit genomen De BURGEMEESTER van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie, de perceelen aan de Korte Agnietenstraat No. 8 en aan de Lange Agnietenstraat nis 9 en 11 van maand tot maand te verhuren aan C. Vonk, te Leiden, tegen een huursom van 56.per maand, welke verhuring geacht wordt te zijn aangevangen op 16 October 1941 en in elk geval zal eindigen op 15 October 1946, en voorts onder de bij dit besluit behoorende voorwaarden. N°. 140. Leiden, 27 October 1941. In verband met de omstandigheid, dat aan de scholen voor het stookseizoen 1941/42 slechts een beperkte hoeveel heid brandstoffen is toegewezen, was het noodig, in het belang van den voortgang van het onderwijs, eenige maatregelen te nemen. Deze maatregelen komen hierop neer, dat de a.s. Kerstvacantie voor de gemeentelijke inrichtingen van voorbereidend hooger- en middelbaar onderwijs en voor de tijdelijk in de gebouwen van het Gymnasium en van de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus ondergebrachte opleidingsschool voor Gymnasium en H. B. S. aan de Kernstraat wordt verlengd en zal duren van 20 December 1941 tot en met 9 Januari 1942, dat het onderwijs op alle gemeentelijke scholen van den Zaterdagochtend wordt verplaatst naar een namiddag van een der overige school dagen, dat de herfstvacantie voor alle gemeentelijke scholen onveranderd blijft gehandhaafd en dat ten aanzien van de scholen voor voorbereidend lager-, lager- en uitgebreid lager onderwijs (met uitzondering van de school aan de Kernstraat) nader zal worden beslist of de Kerstvacantie al dan niet zal worden verlengd. Yoorzoover de beslissing inzake bovenbedoelde maatregelen vroeger tot de taak van den Gemeenteraad zou hebben

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 3