omzetbelasting wordt verhaald op de gebruikers van het Openbaar Slachthuis voor zoover betreft: a. het slacht (keur) loon en de overige bijkomende rechten door verhooging van het slachtkeurloon met de bedragen, vermeld in de bij dit besluit behoorende tabel b. de rechten voor het gebruik maken van het (vleesch) koelhuis (tarief VII), de sterilisatierechten (tar. VIII), de vetmaal-inrichting en de vleeschkuipen (tar. IX) en de vleeschverkoopruimte (tar. X), door directe bijberekening van 2% op de in de verordening regelende de heffing van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis genoemde bedragen. Tabel voor verhaal van de omzetbelasting, behoorende bij het besluit van den Burgemeester van Leiden, d.d. 2 October 1941. Diersoort. Slachtkeurloon. Bedrag der omzetbelasting. Tarief II a. rund, paard, enz 8.50 0.08 b. varken, kalf, veulen 4.75 0.05 c. kalf, varken 3.— 0.03 d. schapen, varkens 2.— 0.02 e. n. kalveren, geiten, big. 0.70 0.01 Tarief Ilia sub A a. rund 3.- 0.03 b. gras- of vetkalf 1.75 0.02 c. eerste 500 varkens vleeschw.- fabriek 2.50 0.02 d. volgende varkens idem 0.60 0.01 X°. 132. Leiden, 9 October 1941. In verband met de huur van het schoolgebouw aan de Paulus Buysstraat Xo. 1 met het zich daarin bevindende meubilair, ten behoeve van de huisvesting van de Duitsche school, welke huur is gerekend te zijn ingegaan den len Sep tember 1941 (Ingek. Stukken Xo. 115) moet over 1941 ƒ1.667.huur worden betaald, welk bedrag kan worden afgeschreven van den post voor „Onvoorziene Uitgaven", waarop nog 15.923.beschikbaar is. Op grond van het bovenstaande heeft de Burgemeester op 9 October 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEX Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Xederlandsche gebied Xo. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie vast te stellen een staat tot wijziging van de gemeente- begrooting, dienst 1941, ter beschikbaarstelling van een bedrag van ƒ1.667.ten behoeve van het huren van het schoolgebouw aan de Paulus Buysstraat Xo. 1 met het zich daarin bevindende meubilair voor de huisvesting van de Duitsche school over het tijdvak van 1 September t/m 31 December 1941. X°. 133. Leiden, 9 October 1941. Eenige weken nadat de te Leiden woonachtige Joodsche leerlingen van de alhier gevestigde scholen voor voorbereidend hooger- en middelbaar onderwijs die scholen moesten ver laten, bleek het Gemeentebestuur van 's-Gravenhage bereid de betrokken vijf Joodsche leerlingen, op de normaal voor toe lating van buitenleerlingen tot de Haagsche middelbare scholen geldende regeling, toe te laten tot de door dat gemeente bestuur opgerichte Joodsche middelbare school (lyceum). Deze regeling komt hierop neer, dat voor buitenleerlingen jaarlijks een bedrag is verschuldigd, dat niet onbelangrijk hooger is dan de som, welke de ouders van die vijf Joodsche leerlingen zouden moeten betalen, indien die leerlingen een Leidsche school voor voorbereidend hooger- of middelbaar onderwijs zouden bezoeken. Voor alle vijf Joodsche leerlingen bedraagt het hoogere schoolgeld 1.265.per jaar. Op grond van het bovenstaande heeft de Burgemeester op 9 October j.l. het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEX; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijks commissaris voor het bezette Xederlandsche gebied Xo. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: aan de ouders van te Leiden wonende Joodsche leerlingen, die een te 's-Gravenhage op te richten gemeentelijke school voor voorbereidend hooger- en middelbaar onderwijs gaan bezoeken tot wederopzeggens uit de Gemeentekas een bij drage toe te kennen gelijk aan het verschil tusschen het door hen voor het bezoeken van die school aan de Gemeente 's-Gravenhage verschuldigde bedrag en het bedrag, hetwelk zij aan schoolgeld zouden moeten betalen, indien de leerlingen een Gemeentelijke school voor voorbereidend hooger- of middelbaar onderwijs in Leiden zouden bezoeken. X°. 134. Leiden, 16 October 1941. Door den Rijksdienst voor de Werkverruiming is goed gekeurd, dat als object van werkverruiming wordt uitgevoerd de afgraving van de voormalige begraafplaats op het Groote Bolwerk. Het afkomende zand zal gebezigd worden voor den aanleg van straatbanen benoorden den Maresingel, welk werk eveneens in werkverschaffing zal worden uitgevoerd. De kosten van het werk worden begroot op 53.000. in welk bedrag 25.900.— aan loonen c.a. en 9.600. aan toeslagen ingevolge het Besluit Loonbepaling Werkver ruiming, in totaal derhalve 35.500.is begrepen. Dit bedrag kan voor subsidie uit het Werkloosheidssubsidiefonds in aanmerking worden gebracht. Met de Gemeente-Commissie van het Xed. Hervormd Kerkgenootschap is overeenstemming verkregen omtrent de herbegraving van de bij de afgraving te voorschijn komende menschelijke overblijfselen op de begraafplaats aan de Groenesteeg. Ten behoeve van die herbegraving zullen aan de begraafplaats eenige voorzieningen moeten worden getroffen. De gemeente zal voor een en ander aan genoemde commissie een bedrag van 5750.betalen, welk bedrag begrepen is in het hiervoren genoemde bedrag van 53.000. Het Groote Bolwerk werd in 1916 door de gemeente aangekocht met het oog op een toekomstige uitbreiding van de terreinen van de Gasfabriek. Aan deze uitbreiding doet zich thans de behoefte gevoelen. Bovendien heeft ook de Gemeentelijke Reinigings- en Ontsmettingsdienst vergrooting van zijn terrein noodig, welke kan worden gevonden door een gedeelte van het Groote Bolwerk aan dab terrein toe te voegen, n.l. het gedeelte Oostelijk van de Xoord-Zuid-verbinding, welke mede over het Groote Bolwerk is geprojecteerd. Het Westelijk van die verbinding overblijvende gedeelte van het Bolwerk zal dan aan het terrein van de Gasfabriek kunnen worden verheeld. In verband met het vorenstaande heeft de Burgemeester op 16 October 1941 het volgende besluit genomen: De BURGEMEESTER van LEIDEX; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Xederlandsche gebied no. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie vast te stellen een staat tot wijziging van de gemeente- begrooting, dienst 1941, tot het beschikbaarstellen van een bedrag van 53.000.ten behoeve van het in werkver ruiming doen uitvoeren van de afgraving van het Groote Bolwerk. X°. 135. Leiden, 23 October 1941. Tengevolge van het bedanken van de heeren T. Groeneveld, Prof. Dr. W. Martin en Mr. J. Slagter als lid van de Com missie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal" zijn in die Commissie een drietal vacatures ontstaan. De Commissie is van oordeel, dat het aantal harer leden thans weder van 8 kan worden teruggebracht op 7. In verband hiermede heeft de Burgemeester op 23 October

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 2