66 deeling Leiden van den Nederlandschen Arbeiders Sportbond voor 175.en het noordelijke veld aan de voetbalvereeni- ging „Leidsche Boys" voor 150.een en ander onder de bestaande voorwaarden. N°. 117. Leiden, 18 September 1941. In openbare veiling kon de hand gelegd worden op het perceel Langebrug 107. Het perceel is gelegen naast den dienstingang van het politiebureau en is met het oog op een eventueele uitbreiding van het bureau voor de gemeente van belang. De prijs van 6100.welke verhoogd wordt met 525.veilingskosten, is aannemelijk te achten. De Burgemeester heeft mitsdien op 18 September 1941 het volgende besluit genomen: De BUEGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Eijks- commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Pro vincie 1°. voor een bedrag van 6100.aan te koopen het perceel aan de Langebrug No. 107, kadastraal bekend Gemeente Leiden, sectie C, No. 1728; 2°. vast te stellen een staat tot wijziging van de gemeente- begrooting, dienst 1941, tot het beschikbaar stellen van een bedrag van 6625.ten behoeve van den sub 1°. bedoelden aankoop en de daarop vallende kosten. N°. 118. Leiden, 11 September 1941. De N.Y. Sajetfabrieken P. Clos en Leembruggen is van plan in verband met concentratie van haar bedrijven liet fabrieksgebouw te verbouwen, dat grenst aan de terreinen van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. Deze begrenzing is vrij onregelmatig en de N.Y. wenscht deze door een grondruiling te normaliseeren. Bovendien zou de firma gaarne de beschikking hebben over een strookje grond aan den Maresingel, waarvoor zij bereid is een prijs van 5. per M2. te betalen. Tegen de grondruiling bestaan voor de gemeente geen bezwaren, evenmin tegen den verkoop van het strookje grond voor genoemden prijs. In verband hiermede heeft de Burgemeester op 11 Septem ber 1941 het volgende besluit genomen: De BUEGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie a. met de N.V. Sajetf abrieken P. Clos en Leembruggen, te Leiden, een overeenkomst van ruiling aan te gaan, waarbij de vennootschap aan de gemeente in eigendom afstaat de op de bij dit besluit behoorende situatieteekening I met B gemerkte strook grond, groot 50 M2., gelegen bij de 3e Binnenvestgracht, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie A No. 1225, en waarbij de gemeente aan de venootschap in eigendom afstaat de met A gemerkte strook grond, groot 35 M2., gelegen bij den Maresingel, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie B, No. 2996, een en ander zonder betaling van toegift en onder voor waarde 1°. dat de vennootschap de kosten van de grondruiling betaalt 2°. dat zij voor haar rekening neemt de kosten van af scheiding van haar terrein en dat van de gemeente; 3°. dat aan de gemeente het als erfdienstbaarheid te vestigen recht wordt verleend tot bevestiging van lichte dakafdekking en inbalking en inankering in den muur van het nieuwe fabrieksgebouw der vennootschap, een en ander slechts in zooverre, dat de muurconstructie en fundeering van het fabrieksgebouw hierdoor naar de beoordeeling van de vennootschap geen schadelijke gevolgen zullen onder vinden b. aan de vennootschap te verkoopen de met F gemerkte strook grond, groot 60 M2., gelegen aan den Maresingel, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie B No. 2996, tegen den prijs van 5.per M2. N°. 119. Leiden, 18 September 1941. Bij raadsbesluit van 3 Februari 1941 werd het terrein aan den Wassenaarscheweg, groot 580 M2., kad. bekend gemeente Leiden, Sectie P, nis. 1574 en 929 (beide gedeeltelijk) aan het Fonds, bedoeld bij art. 125, lid 1, der Ziektewet (Prophylaxefonds), gevestigd te 's-Gravenhage, verkocht o. m. onder de volgende bepalingen: 5. De kooper is verplicht op den te verkoopen grond te bouwen overeenkomstig en met inachtneming van de daar omtrent geldende wettelijke voorschriften; de bebouwing zal moeten aanpassen bij den villabouw, waarvoor het aan grenzend terrein is bestemd. 6. De kooper is verplicht met de bebouwing van den te verkoopen grond aan te vangen uiterlijk een jaar na den dag van het passeeren van de koopakte en deze bebouwing te voltooien uiterlijk twee jaren na dien dag; indien de kooper in gebreke blijft aan een en ander te voldoen, vervalt hij in een boete aan de gemeente Leiden van eenhonderd gulden 100.voor elke maand of gedeelte daarvan, dat hij te dien aanzien in gebreke mocht blijven, welke boete verschul digd en invorderbaar zal zijn door de enkele nalatigheid, zonder dat eenige ingebrekestelling noodig zal zijn. De termijn van één jaar kan telkenmale met ten hoogste één jaar door Burgemeester en Wethouders worden verlengd, indien naar het oordeel van dat College normale bebouwing in verband met de positie van de materialenmarkt redelijker wijs niet kan worden geëischt. 7. Op verbeurte van een boete van vijf duizend gulden 5.000.aan de gemeente Leiden, welke boete eveneens door de enkele nalatigheid verschuldigd en invorderbaar zal zijn zonder eenige ingebrekestelling, verbindt de kooper zich bij geheele of gedeeltelijke eigendomsoverdracht van het gekochte aan den opvolgenden eigenaar het vorenstaande, sub 6 genoemde, beding onder dezelfde boetebepaling op te leggen, zoodanig, dat ook eventueele opvolgende eigenaren jegens de gemeente Leiden tot de nakoming van dezelfde verplichting onder dezelfde boetebepaling zullen zijn ge houden. Het Prophylaxefonds heeft bij nader inzien tegen deze voorwaarden, waardoor het gehouden wordt om binnen een bepaalden tijd te bouwen, bezwaar. Het Fonds koopt den grond in de eerste plaats, omdat het front van het terrein, waarop het gebouw van het Instituut voor Praeventieve Geneeskunde staat, hierdoor breeder wordt, en voorts om er een woning op te kunnen bouwen voor den directeur of onderdirecteur, wanneer het gewenscht mocht zijn, dat een van hen in de onmiddellijke nabijheid van het Instituut woont. Wanneer dit het geval zal zijn, is evenwel thans nog niet te voorzien. Het bestuur heeft mitsdien verzocht de genoemde bepalingen te wijzigen in den zin, als in het hier onder volgende besluit is aangegeven. Deze redactie verschilt slechts in zooverre van de gebruikelijke, dat de verplichting tot bouwen wordt vervangen door een verbod tot gebruik van den grond anders dan overeenkomstig de wettelijke voorschriften, een redactiewijziging, waaraan voor de ge meente geen bezwaren zijn verbonden. In verband hiermede heeft de Burgemeester op 18 Sep tember 1941 het volgende besluit genomen: De BUEGEMEESTEE van LEIDEN; Op grond van artikel 3 van de verordening van den Eijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied No. 152/1941 waarnemende de taak van den Gemeenteraad en gelet op artikel 28, eerste lid, dier verordening; BESLUIT: behoudens goedkeuring van den Commissaris der Provincie het raadsbesluit d.d. 3 Februari 1941, inzake den verkoop van het terrein aan den Wassenaarscheweg, groot 580 M2., kad. bekend gemeente Leiden, sectie P, nis. 1574 en 929 (beide gedeeltelijk), aan het Fonds, bedoeld bij art. 125 lid 1 der Ziektewet (Prophylaxefonds), gevestigd te 's-Gravenhage,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 4