52
MAANDAG 11 AUGUSTUS 1941.
Arbeidsovereenkomstenbesluit-Luchtbescliermingsdienst.
(Voorzitter e.a.)
De Voorzitter doet den heer Snel opmerken, dat het in
beginsel niet gaat om datgene, wat in deze'bepalingen staat.-
Ook spreker zon gevoelen voor de instelling van een be
roepsinstantie, indien de gemeenteraad van Leiden de zaak
geheel zelfstandig moest regelen. Waar het echter in feite
een zaak is, die van de Eegeering uitgaat en spreker het
practische bezwaar van den heer Veenendaal deelt, blijft
hij den Eaad de aanneming van de motie van den heer
Piena ontraden.
De motie van den heer Piena wordt aangenomen met
18 tegen 13 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren van der Eeijden, Oostveen,
Groeneveld, van Bemmelen, Key, van Bek, Koole, Jongeleen,
mevrouw de Cler, de heer Snel, mevrouw Braggaar, de heeren
Piena, Schiiller, van Dijk, Eiedel, van Oyen, Verweij en van
Stralen.
Tegen stemmen: de heeren Huurman, Bosch van Bosenthal,
Bergers, Tobé, Eskens, Eikerbout, van Eosmalen, Donders,
Veenendaal, Lombert, Wilmer, Wilbrink en Tepe.
De verordening wordt vervolgens zonder hoofdelijke stem
ming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders vastgesteld.
De Voorzitter vraagt of thans een der leden nog iets in het
belang van de gemeente in het midden heeft te brengen.
De heer Snel vestigt de aandacht op het gevaar voor het
verkeer, ontstaan door den aanleg van de hulpbrug over den
Ouden Eijn ter vervanging van de brug bij de Pelikaanstraat.
Vlak naast die brug loopt een schutting tot aan de voormalige
Koppenhinksteeg. Vanaf de hulpbrug kan men echter het
verkeer, dat van de Hooigracht komt, niet zien en omgekeerd
kan men ook vanaf de Hooigracht het verkeer op die hulpbrug
niet zien, doordat in die schutting op den hoek een gazen
raam ontbreekt. Daarvan zijn reeds verscheidene aanrijdingen
en botsingen het gevolg geweest. Het is wenschelijk in die
schutting op den hoek een gazen raam te maken, waardoor
men het verkeer kan zien aankomen.
De heer Wilbrink wil gaarne die zaak eens bezien en zal
trachten in dit opzicht een voorziening te treffen.
De heer van Oyen dringt er op aan, dat evenals in de mobili
satie 19141918 de gemeente de huisvrouwen zal helpen de
moeilijkheden te overwinnen, welke veroorzaakt worden door
de bezuiniging op gas en electriciteit, vooral door het ter be
schikking stellen van heet water tegen geringen prijs, dat met
groote wagens door de geheele stad gebracht wordt. Van parti
culiere zijde wordt op dit gebied ook iets gedaan, maar men
kan daarmede niet de geheele stad bereiken.
De Voorzitter zal een onderzoek doen instellen naar de
mogelijkheid om aan den door den heer van Oyen geuiten
wensch te voldoen.
De heer van der Rcijden sluit zich aan bij het verzoek van
den heer Snel om in de schutting bij de hulpbrug over den
Ouden Eijn een gazen raam te maken, waar men op die
Rondvraag.
(van der Heijden e.a.)
hulpbrug anders geen uitzicht heeft. Bij de vernieuwing van
de Schrijversbrug over den Ouden Eijn heeft men ook in de
schutting bij de noodbrug een gazen raam gemaakt, dat zeer
goed voldaan heeft.
De heer Wilbrink zal nu nog te meer met ernst deze zaak
degelijk bekijken.
De heer Eikerbout zegt, dat verscheidene inwoners in de
meening zijn gebracht door het gerucht, dat zoolang de meter-
opnemers den stand van de meters niet hebben opgenomen,
men niet op het verbruik van gas en electriciteit behoeft te
bezuinigen.
De Voorzitter verklaart, dat dit gerucht onjuist is.
De heer Eikerbout zegt, dat nog niet alle verbruikers een
kaart hebben ontvangen, waarop hun verbruik over het vorige
jaar wordt medegedeeld en zonder welke men moeilijk kan
nagaan, of men reeds de grens van 75 heeft bereikt. Spreker
dringt er daarom bij het College op aan maatregelen te nemen,
waardoor met bekwamen spoed aan alle verbruikers de kaart
zal worden bezorgd.
De Voorzitter vraagt, of het inderdaad juist is, dat verschil
lende verbruikers nog geen kaart hebben ontvangenspreker
was er van overtuigd, dat zij aan alle verbruikers was uitge
reikt.
De heer Oostveen merkt op, dat de verbruikers in het ge
heele Kooikwartier nog een kaart moeten ontvangen.
De Voorzitter zal dit vraagpunt nader onderzoeken en zegt,
dat het in ieder geval de bedoeling is, dat reeds nu zoo sterk
mogelijk wordt bezuinigd. Het hangt niet samen met de meter
opneming, want de verbruikers, die de cijfers van hun ver
bruik over het vorige jaar bezitten, kunnen nagaan, of zij de
grens overschrijden; hun, die geen kaart hebben en de grens
van 75 zeer weinig hebben overschreden, terwijl zij het
verbruik over het vorige jaar niet meer kenden, zal men hun
fout moeilijk euvel kunnen duiden; de anderen zal men echter
doen gevoelen, dat zij gezondigd hebben.
De heer Snel vestigt de aandacht van het College op de
onrust, welke onder de bevolking heerscht door het ontbreken
van aardappelen. Spreker weet niet, of dit ook in andere
gemeenten het geval is en of het een gevolg is van een stoornis
in het vervoer, maar verzoekt het gemeentebestuur hieraan
aandacht te wijden, opdat de toestand zoo spoedig mogelijk
wordt verbeterd.
De Voorzitter herinnert er aan, dat de dagbladen hebben
medegedeeld, wat van hoogerhand als de oorzaak van het
gebrek aan aardappelen wordt genoemd; het is niet een
quaestie van vervoer, maar van rooien. De bestaande moei
lijkheden zijn bekend en hebben de aandacht van het ge
meentebestuur.
Niemand meer het woord verlangende sluit de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GEOEN ZOON.