54 De kosten van „salarissen", geraamd op 12.862.hebben 13.447.29 bedragen, d. i. 585.29 meer, welke overschrijding voor namelijk veroorzaakt wordt door de kosten van een extra-zuster, wegens vervanging bij ziekte enz. Voorts vereischten de kosten van „verlichting en verwarming", geraamd op 800.eene uitgaaf van ƒ1.161.66, d. i. ƒ361.66 meer, die van „schoonhouden" van het gebouw, ge raamd op 1.729.eene uitgaaf van ƒ1.870.08, d.i. ƒ141.08 meer en die van „labora- toriumbenoodigdheden", geraamd op 400. eene uitgaaf van 740.34, d. i. 340.34 meer, welke overschrijding o. a. veroorzaakt wordt door de kosten van aanschaffing van een sterilisator. Verder bedroegen de kosten van onderhoud van het gebouw en meubilair, geraamd op 300.985.87, d. i. 685.87 meer. Deze overschrijding is een gevolg van de kosten van uitbreiding van de gasbinnenleiding in het gebouw van den Geneeskundigen Dienst, van de kosten van inrichting van een kamer voor de schoolverpleegsters en van eenige andere on voorziene werkzaamheden. Aangezien enkele andere onderdeelen een overschot van 57.95 in totaal opleverden, is eene aanvulling van den post met 2.056. 29 voldoende. Volgn. 328a. Kosten van verpleging in de Gaeciliabarak van personen, welke tengevolge van den oorlogstoestand overspannen waren (nieuw volgnummer) De bovenomschreven kosten maken toe voeging aan de begrooting van volgnummer 328a. met 330.58 noodig. Volgn. 338. Kosten van gemeentelijke volks- baden De uitgaven van het gemeentelijk schooi en volksbadhuis, geraamd op 8.850.be dragen 13.177.39, d. i. 4.327.39 meer. Voor„werkloonen" werd uitgegeven ƒ5.368.40, d.i. 2.273.40 meer dan de raming ad ƒ3.095. welke overschrijding een gevolg is van de kosten van vervanging wegens ziekte van eenige werkvrouwen, alsmede van de indienstneming van eenige extra-werkkrachten in verband met het gebruik van het badhuis door mili tairen; in het begin van 1940 door Neder landers en daarna door Duitschers. De toe kenning van eene vergoeding aan den bad meester voor meerdere werkzaamheden ver- eischte voorts een buitengewone uitgaaf van 300.—. Verder bedroegen de kosten van brandstoffen en die van gas en electriciteit, geraamd op 1.625.2.369.06, d. i. 744.06 meer, die van zeep en andere materialen, geraamd op 750.ƒ1.128.53, d.i. ƒ378.53 meer, die van aanvulling van den inventaris, geraamd op 600.697.65, d. i. 97.65 meer, terwijl ten slotte de vernieuwing van een ketel der centrale verwarming eene buitengewone uitgaaf van ƒ533.75 vereischte. Eene verhooging van den post met 4.327.39 is dientengevolge noodig. Vermits voor het gebruik door de militairen een lager tarief werd betaald dan het gewone, hebben de ontvangsten ter zake van het ge meentelijk badhuis niet méér bedragen dan geraamd was. Volgn. 340. Kosten van gemeentelijke zwem inrichtingen De kosten van onderhoud, geraamd op 1.100.hebben bedragen 2.712.49 of 1.612.49 meer. De oorzaken hiervan zijn, dat: 1°. de kosten van het chemicaliënverbruik voor de reiniging van het zwemwater, mede in verband met de prijsstijging, hooger waren dan geraamd was; 2°. de herstelling van een pomp, waarvoor wegens de tijdsomstandigheden, de benoodigde onderdeelen moeilijk te verkrijgen waren, buitengewone uitgaven vereischte en 3°. de kosten van onderhoud der houten opstallen meer hebben bedragen dan ge raamd was. 330.58 4.327.39 1.901.13 Verder vereischte de aanschaffing van een autoclaaf voor het steriliseeren van het voedingswater eene niet-voorziene uitgaaf van 243.80, terwijl het nadeelig exploitatie-saldo van de zweminrichting aan de Zijl, geraamd op 1.000.1.044.84, d. i. 44.84 meer bedraagt. Aanvulling van den post met 1.612.49 243.80 44.84 1.901.13 is derhalve noodig. Volgn. 341a. Kosten van rechtskundig of ander deskundig onderzoek (nieuw volgnummer) De bovenbedoelde kosten, welke waren ge raamd op 1.000.hebben bedragen 448.55, d. i. 551.45 minder. In de uitgaaf ad 448.55 is een bedrag van 136.begrepen voor deskundige voorlichting met betrekking tot den bezuinigings- en recon structie-arbeid, terwijl het inwinnen van rechtskundige adviezen voor diverse zaken van uiteenloopenden aard eene uitgaaf van 312.55 vereischte. Ingevolge de administratieve voorschriften moeten de bovengenoemde kosten ad 448.55 worden gebracht ten laste van de hoofdstukken, waartoe zij naar haren aard behooren. In ver band hiermede moet Hoofdstuk II worden belast met 182.94, Hoofdstuk IV met 63. Hoofdstuk Y met 109.93, Hoofdstuk VI met 81.73 en Hoofdstuk YII met 10.95. Zie de verlaging van volgn. 285 der uitgaven, waarop bovengenoemd bedrag van 1.000. was uitgetrokken, met 817.06 1.000. ƒ182.94). Volgn. 343. Duinwater De uitgaven ter zake, geraamd op 1.939. bedragen ƒ2.616.54, d.i. 677.54 meer. Deze overschrijding is een gevolg van het grooter waterverbruik voor het school- en volksbadhuis in verband met het gebruik daar van door Hollandsche en later door Duitsche militairen. Volgn. 344. Abonnement op de telefoon en kosten van telefoongesprekken Zie de toelichting bij volgn. 256. Volgn. 353. Terugbetaling aan het Rijk van te veel ontvangen voorschotten op de bijdragen krachtens artikel 56, derde lid, der Woningwet Aan het Rijk moest ter zake een bedrag van ƒ33.805.85 worden gerestitueerd; de post was voor „memorie" uitgetrokken. Daarentegen werd van de diverse woning- bouwvereenigingen wegens te veel van het Rijk en van de gemeente ontvangen voorschotten op de bijdragen een bedrag van 43.057.75 terug ontvangen. Zie de verhooging van volgn. 47 der ont vangsten met dat bedrag. Volgn. 358. Rente van de door woningbouw- vereenigingen en de woningstichting bij den Gemeente-Ontvanger d deposito geplaatste gelden De uitgaven ter zake, geraamd op 2.250. bedragen 4.335.43, d. i. 2.085.43 meer. De overschrijding is voor een belangrijk deel een gevolg van de stijging van het rente percentage. Volgn. 359. Verdere kosten van maatregelen in het belang van de verbetering der volkshuis vesting De voor „memorie" uitgetrokken post dient met ƒ3.04 te worden verhoogd. Volgn. 360a. Kosten van het systen^atisch gebouwenonderzoek (nieuw volgnummer) De kosten van het systematisch gebouwen- onderzoek vereischte op den dienst 1940 eene uitgaaf van 1.382.97op de begrooting waren hiervoor geen gelden uitgetrokken. Volgn. 360b. Kosten van rechtskundig of ander deskundig onderzoek (nieuw volgnummer) Zie de toelichting bij volg. 341a Volgn. 361 Grondlasten De uitgaven ter zake, welke voor hoofdstuk V waren geraamd op 5.500.hebben be dragen ƒ5.842.60, d.i. ƒ342.60 meer. De overschrijding is een gevolg van betaalde grondlasten voor gekochte of onteigende per- ceelen ten behoeve van het saneeringsplan GeeregrachtLevendaalKraaierstraat4e Binnenvestgracht 63.- 677.54 139.31 33.805.85 2.085.43 3.04 1.382.97 109.93 342.60

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 4