52
De uitgaven hebben derhalve ƒ20.048.65 (ƒ23.768.63
3.719.98) minder bedragen dan geraamd was, terwijl de
ontvangsten ƒ15.236.(ƒ21,019.885.783.88) beneden de
raming zijn gebleven.
Het voordeelig verschil ad 4.812.65 20.048.65
15.236.kan worden overgeschreven op den post voor
„Onvoorziene Uitgaven," waarop thans 7.959.18 beschik
baar is. Op dezen post zal dan weder 12.771.83 beschikbaar
zijn.
Wij geven U alsnu in overweging te besluiten tot vast
stelling van den overgelegden begrootingsstaat, model D,
waarin de wijzigingen, die de verschillende volgnummers
moeten ondergaan zijn aangegeven.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 106.
Leiden, 29 Juli 1941.
3.914.12
Ten vervolge op ons voorstel van 6 Juni j.l. (Ingek.
Stukken No. 84), hebben wij de eer U mede te deelen, dat
verhooging van de navolgende posten der gemeentebegrooting
voor 1940 met de daarachter vermelde bedragen alsnog
noodig is, terwijl ook eenige nieuwe posten aan die begrooting
moeten worden toegevoegd.
De te verhoogen of toe te voegen posten zijn:
Volgn. 245. Schrijf- en bureaubehoeften, brief
porten, vrachtloonen en andere hleine uitgaven
De uitgaven ter zake, geraamd op 3.500.
bedragen 7.414.12 of 3.914.12 meer.
De vervanging van drie versleten schrijf
machines door nieuwe vereischte eene niet-
voorziene uitgaaf van 807.88, terwijl de aan
schaffing van archiefdoozen eene uitgaaf van
278.tengevolge had, waarop evenmin ge
rekend was.
De overschrijding wordt evenwel voor
namelijk veroorzaakt door de kosten van aan
schaffing van schrijfpapier, schrijfmachine
papier, cyclostylepapier, carbon, stencils, enz.
enz., waarvan in verband met de buitengewone
tijdsomstandigheden, de vorming van eenigen
voorraad wenschelijk werd geacht.
Daartegenover werd ter zake van aan andere
diensten geleverde schrijfbehoeften, alsmede
van cyclostylewerk een bedrag van 2.301.48
ontvangen, d. i. 1.301.48 meer dan de hier
voor geraamde som van 1.000.
Zie de verhooging van volgn. 21 der ont
vangsten met 1.301.48.
Volgn. 247. Onderhouden en schoonhouden van
het gebouw of vertrek, bestemd voor de vergadering
van den Raad en van Burgemeester en Wet
houders en voor de secretarie der gemeente
De uitgaven ter zake, geraamd op 3.570.
hebben bedragen 3.735.35, d. i. 165.35 meer.
Deze overschrijding is een gevolg van de
kosten van herstelling van oorlogsschade aan
het gebouw Stille Rijn no. 3, waarin gedurende
het jaar 1940 de afdeeling „Bevolking en
.Burgerlijke Stand" was gevestigd. De uit
gaven voor herstelling der oorlogsschade aan
genoemd perceel zijn, ter verkrijging van een
Rijksbijdrage, aan het Rijk opgegeven.
Volgn. 248. Onderhoud en aankoop van
meubelen voor die gebouwen of vertrekken
De uitgaven op dit voor „memorie" uit
getrokken volgnummer bedragen ƒ268.87.
De kosten van aanschaffing en herstelling
van eenig meubilair voor af deelingen der
gemeente-secretarie hebben deze overschrijding
veroorzaakt.
Volgn. 250. Abonnement op het Staatsblad,
Provinciaal blad en de dag-, week- of maand
bladen en aankoop van boeken
De uitgaven ter zake, geraamd op 900.
bedragen 972.06.
Volgn. 251. Archief
De uitgaven geraamd op 7.942.bedragen
9.675.35 of 1.733.35 meer.
De uitgaven op het onderdeel „schrijfloonen"
bedragen ƒ2.343.31 en overtreffen derhalve
de raming ad 360.met ƒ1.983.31.
De oorzaak hiervan is, dat mej. L. J. Ruys,
gedurende het geheele jaar 1940, op arbeids
overeenkomst, aan het archief is werkzaam
geweest. Zie het Raadsbesluit van 16 Juni
165,35
268.87
72.06
1.733.35
1941 (Ingek. Stukken No. 78 van 1941).
Door eenige overschotten op andere onder
deden is eene verhooging van den post met
1.733.35 voldoende.
Volgn. 252. Aanplakken en omroepen.
De kosten van openbare aankondigingen in
de 4 plaatselijke dagbladen, welke waren ge
raamd op 340.bedroegen over 1940
1.207.08, of 867.08 meer, terwijl die van het
aanplakken op de zuilen enz., geraamd op
10.eene uitgaaf van 340.91, d. i. 330.91
meer vereischten. In totaal moet volgn. 252
dus met 867.08 330.91 1.197.99 wor
den verhoogd.
De overschrijding is uitsluitend een gevolg
van de buitengewone tijdsomstandigheden.
Volgn. 256. Abonnement op de telefoon en
kosten van telefoongesprekken
De totaal-uitgaven voor de gemeentelijke
aansluitingen aan het Rijkstelefoonnet en van
de telefoongesprekken bedragen 17.653.13,
d. i. 3.670.13 meer dan de ter zake uitge
trokken som van 13.983.
Deze overschrijding is gedeeltelijk een gevolg
van de, met ingang van 1 Mei 1940, verhoogde
tarieven voor de abonnementenook de kosten
van de locale en interlocale gesprekken hebben
echter belangrijk meer bedragen dan hiervoor
was uitgetrokken.
Op de begrooting voor 1941 is voor telefoon
kosten 18.710.uitgetrokken, d. i. 4.727.
meer dan voor 1940 is geraamd.
Aangezien de telefoonkosten over de ver
schillende hoofdstukken moeten worden ver
deeld treft U hierachter een tiental posten
aan, welke tezamen met 3.778.43 moeten
worden verhoogd, terwijl daarentegen twee
uitgaafposten met tezamen 108.30 kunnen
worden verlaagd.
Op volgn. 256 hebben de uitgaven 7.045.16
bedragen, zij waren geraamd op 5.855.
Volgn. 263. Bevolkingsregisters en huis
nummering
b. Druk- en bindwerk enz
Deze overschrijding wordt veroorzaakt door
de kosten van aanschaffing van drukwerk
(persoonskaarten enz.) ten behoeve van de
bevolkingsboekhouding.
Volgn. 278. Brandverzekering
De ten laste van hoofdstuk II komende
kosten van brandverzekering, waarvoor 105.
was uitgetrokken, bedragen 182.57, d. i.
77.57 meer.
De overschrijding is een gevolg van de ver
hooging van het bedrag, waarvoor het Stad
huis tegen brandschade was verzekerd.
Volgn. 280. Onderhoud van de standplaats
voor woonwagens
De uitgaven ter zake, geraamd op 350.
bedragen 500.24, d. i. 150.24 meer.
Voor de kosten van electrische verlichting
van het woonwagenkamp waren nog geen
gelden op de begrooting voor 1940 uitge
trokken.
Op de begrooting voor 1941 is ter zake
235.geraamd.
Volgn. 288. Kosten van het uitbreidingsplan
De ten laste van den dienst 1940 komende
kosten van herziening van het uitbreidingsplan
bedragen 1.376.18; de post was voor „me
morie" uitgetrokken.
Op de begrooting voor 1941 is voor dit doel
4.250.beschikbaar gesteld.
Volgn. 293. Belooning van de inspecteurs,
dienaars en verdere beambten van politie, mits
gaders van de veldwachters
Eene verhooging van dezen post met
4.659.92 is noodzakelijk in verband met de
toekenning van gratificaties aan het lager
politiepersoneel wegens het verrichten van
verzwaarden dienst gedurende het jaar 1940.
Feitelijk bedraagt de verhooging van den
post slechts 2.659.92, aangezien de aan
vankelijk op de gemeentebegrooting uitge
trokken som van ƒ319.139.bij Raadsbesluit
van 16 Juni 1941 (Ingek. Stukken No. 84)
met 2.000.werd verlaagd.
Volgn. 294. Kleeding en uitrusting der
politiedienaars en veldwachters
1.197.99
1.190.16
192.57
77.57
150.24
1.376.18
4.659.92
564.60