50 Artikel 6. 1. De arbeider is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem in zijn betrekking ter kennis is gekomen. 2. De in het vorige lid bedoelde verplichting bestaat niet tegenover hem, aan wien de arbeider onmiddellijk of middel lijk ondergeschikt is, noch in zoover hij door of namens het Hoofd van den Luchtbeschermingsdienst van de ver plichting tot geheimhouding is ontheven. Artikel 7. 1. Het is den arbeider verboden eenige andere betrekking te vervullen, bezoldigde werkzaamheden voor anderen te verrichten, hetzij op eigen naam, hetzij op naam van eenig lid van zijn gezin handel te drijven of eenige nering of bedrijf uit te oefenen of toe te laten, dat in zijn woning een andere handel gedreven of eenige nering of bedrijf uitgeoefend wordt. 2. Yan het in het vorig lid bedoeld verbod kan door den Rijksinspecteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen ontheffing worden verleend op schriftelijk verzoek van den arbeider. Het verzoek wordt, vergezeld van het advies van den burgemeester of namens dezen van het Hoofd van den Luchtbeschermingsdienst, aan den Rijks inspecteur voornoemd toegezonden. Artikel 8. Overige verplichtingen, welke de arbeider bij de uit oefening van den dienst heeft op te volgen, worden namens den Burgemeester door het Hoofd van den Luchtbescher mingsdienst geregeld, tenzij anders door den Rijksinspecteur is bepaald. Artikel 9. De arbeider, die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt, kan door het Hoofd van den Luchtbeschermingsdienst worden gestraft. De straffen, welke kunnen worden toege past, zijn de volgende: a. berisping, (schriftelijk of mondeling, met aanteekening daarvan in het conduite-register) b. extra dienst of inhouding van vrije dagen; c. schorsing, al dan niet met stilstand van loon; d. ontslag. Artikel 10. Dit besluit, dat kan worden aangehaald als „Arbeids- overeenkomstenbesluit Luchtbeschermingsdienst", treedt in werking met ingang van 1 September 1941. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 104. Leiden, 1 Augustus 1941. Door den heer O. J. Kloots wordt bij zijn in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven eervol ontslag gevraagd als leeraar in het Nederlandsch aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in over weging den heer C. J. Kloots, met ingang van 1 September a.s., eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekkingen van leeraar in het Nederlandsch aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 6