47
werking aan haar plannen betreffende de zorg voor zwak
zinnigen.
Aangezien wij het vraagstuk van de zorg voor onvol-
waardigen reeds, gelijk Uwe Vergadering bekend is, in
studie hadden en ons de oprichting van de Vereeniging
een belangrijke stap naar de oplossing van dat vraagstuk
voorkwam, berichtten wij aan de Vereeniging, dat wij in
beginsel bereid waren onze medewerking aan haar streven
te verleenen. Ten einde echter te kunnen beoordeelen of
de verwezenlijking van dat streven niet te groote financieele
offers van de gemeente zou vergen, verzochten wij om een
nadere uitwerking van haar plannen, alvorens ter zake een
definitieve beslissing te nemen.
Naar aanleiding daarvan deelt de Vereeniging ons bij
haar schrijven van 29 Maart j.l. mede, dat zij voornemens
is, om aan het hoofd van de school voor buitengewoon
lager onderwijs, verbonden aan de inrichting voor verpleging
van zwakzinnigen „Voorgeest", op te dragen het contact
tusschen de oud-leerlingen van het buitengewoon lager
onderwijs en de maatschappij tot stand te brengen en aan
dacht te schenken aan de nazorg van die leerlingen. De
kosten van belooning, administratie en huur van de be-
noodigde localiteit raamt zij op 750.per jaar. Vermits
zij niet over de vereischte middelen beschikt, verzoekt de
Vereeniging dit bedrag als subsidie van de gemeente te
mogen ontvangen.
Uit het schrijven blijkt, dat de bovenaangegeven maat
regelen niet het door ons gevraagde uitgewerkte plan
vormen, doch slechts een voorloopig karakter dragen.
Een definitief plan kan eerst door de Vereeniging worden
opgemaakt, als zij over meer gegevens met betrekking tot
de zwakzinnigen beschikt, dan thans voorhanden zijn.
De bovenaangegeven maatregelen zullen de Vereeniging,
mede met het materiaal, hetwelk zij door middel van het
bereids door haar ingestelde consultatiebureau voor zwak
zinnigen verkrijgt, in staat stellen de noodige gegevens,
waarop zij haar definitieve plannen kan baseeren, te be
komen. Ook zal aan de Vereeniging waardevol materiaal
verschaft worden door het vanwege den Armenraad inge
stelde onderzoek naar de levensomstandigheden van oud
leerlingen van het buitengewoon lager onderwijs.
Waar de door de Vereeniging aangegeven maatregelen
derhalve slechts als voorbereidende arbeid moeten worden
beschouwd, zijn wij, zulks in overeenstemming met het
gevoelen van de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst,
van oordeel, dat thans nog niet het tijdstip is aangebroken,
om het verleenen van een jaarlijksch subsidie aan de Ver
eeniging te bevorderen. Het verleenen van een zoodanig
subsidie kan eerst aan de orde komen, als de plannen van
de Vereeniging vasten vorm hebben aangenomen.
Intusschen meenen wij, eveneens met de Commissie voor
den Geneeskundigen Dienst, dat de Vereeniging wel in staat
gesteld moet worden den voorbereidenden arbeid te doen
verrichten, zoodat haar voor eenmaal een bedrag van
ƒ750.uit de gemeentekas ware te verstrekken.
De Vereeniging kan dan op de door haar gedachte wijze
aan het werk gaan. Binnen een jaar zal zij haar definitief
plan kunnen indienen, en alsdan kan worden overwogen
of en in hoeverre de gemeente haar financieele medewerking
aan de verwezenlijking van dat plan kan verleenen.
In overeenstemming met de Commissie voor den Genees
kundigen Dienst geven wij Uwe Vergadering, voor verdere
bijzonderheden verwijzende naar de in de Leeskamer ter
inzage gelegde stukken, mitsdien in overweging, om door
vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat aan de
Vereeniging Zwakzinnigenzorg te Leiden voor eenmaal een
subsidie te verleenen van ƒ750.ten einde die Vereeniging
in staat te stellen den voorbereidenden arbeid te doen
verrichten om tot definitieve plannen met betrekking tot
de zwakzinnigenzorg in deze gemeente te komen, zullende
na de indiening van die plannen worden beoordeeld of en
in hoeverre de gemeente financieele medewerking aan de
uitvoering van die plannen kan verleenen.
Op den post „Onvoorziene Uitgaven", waarvan het bedrag
ad 750.moet worden afgeschreven, is nog ƒ19643.
beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
N°. 98. Leiden, 31 Juli 1941.
Het bestuur van de in den loop van 1940 hier ter stede
opgerichte vereeniging „Zwakzinnigenzorg", welke vereeni
ging zich ónder meer ten doel stelt leerlingen van de Leidsche
scholen voor buitengewoon lager onderwijs, die zwak zijn,
uit te zenden naar de gezondheidskolonies, welke zwak
zinnige kinderen verplegen, heeft zich tot ons College gewend
met het verzoek te bevorderen, dat ook aan deze vereeniging
financieele steun wordt verleend in de kosten van uitzending
van kinderen en wel op denzelfden voet als de andere ver-
eenigingen hier ter stede, welke kinderen uitzenden, genieten.
Zooals Uwe Vergadering bekend is, wordt ingevolge
raadsbesluit van 13 Februari 1928 (Ingek. Stukken No. 30),
aan de vier hier ter stede gevestigde vereenigingen, welke
zich het uitzenden van zwakke kinderen ten doel stellen,
een subsidie verleend van 0.6375 0.75 min 15 per kind
en per dag, voor elk door die vereenigingen naar een
vacantiekolonie uitgezonden en aldaar verpleegd, te Leiden
woonachtig kind, met een maximum van 510.600.
min 15 per jaar en per vereeniging.
Voorts werd nog bij raadsbesluit van 19 April 1937
(Ingek. Stukken No. 64) aan de Afd. Leiden en Omstreken van
de Nederlandsche Vereeniging Vacantieoord voor Lichame
lijk Gebrekkigen, welke vereeniging meer speciaal de uit
zending van lichamelijk gebrekkige kinderen behartigt, met
ingang van 1 Januari 1937 een subsidie verleend van even
eens 0,6375 per kind en per dag, doch met het oog op
het gering aantal lichamelijk gebrèkkige kinderen, dat voor
uitzending in aanmerking komt, werd het maximum bedrag
van de subsidie voor deze vereeniging gesteld op de helft
van het bedrag, dat voor de andere vereenigingen geldt,
alzoo op 255.
Hoewel onder de tegenwoordige moeilijke financieele om
standigheden slechts bij hooge uitzondering nieuwe subsidies
mogen worden verleend, bestaat er in het onderhavige ge
val voor deze uitzondering wel aanleiding, te meer waar
het hier niet alleen zwakke- doch bovendien nog zwak
zinnige kinderen betreft, welke evenals de zwakke kinderen
de uitzending zeer noodig hebben, zoodat een geldelijk offer
door de gemeente ook voor dit doel ons wel gewettigd
voorkomt.
Bovendien is de omstandigheid, dat de vereeniging alleen
dan provinciale subsidie kan verkrijgen, wanneer ook de
gemeente een bijdrage verleent, een reden om ook aan
deze vereeniging een subsidie toe te kennen.-
Met de Commissie voor den Gemeentelijken Genees
kundigen- en Gezondheidsdienst is ons College van oordeel,
dat de bijdrage aan deze nieuwe vereeniging eveneens kan
worden gesteld op hetzelfde bedrag als de andere ver
eenigingen ontvangen, zijnde 0.6375 0.75 min 15
per kind en per dag. Vermits het aantal zwakzinnige kinderen,
dat voor uitzending in aanmerking komt, evenals van de
lichamelijk gebrekkige kinderen, beperkt is, kan ook voor
deze vereeniging het maximum bedrag van de subsidie
worden gesteld op 255.
Dit voor 1941 toe te kennen maximum bedrag kan worden
afgeschreven van den post voor onvoorziene uitgaven, waarop
thans nog 18.893.beschikbaar is.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging:
a. aan de Vereeniging „Zwakzinnigenzorg" te Leiden,
gerekend te zijn ingegaan 1 Januari 1941, tot weder opzeggens
een subsidie te verleenen van 0.6375 per kind en per
dag, voor elk door haar naar een vacantiekolonie voor
zwakzinnige kinderen uitgezonden en aldaar verpleegd, te
Leiden woonachtig kind, tot een maximum bedrag van
255.per jaar, onder voorwaarde, dat omtrent de uit
zending van de kinderen overleg gepleegd wordt met den
Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen- en
Gezondheidsdienst
b. vast te stellen de overgelegden begrootingsstaat model E,
tot wijziging van de gemeentebegrootingdienst 1941.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 99. Leiden, 31 Juli 1941.
De heer C. Vonk heeft aan de gemeente te koop aangeboden
zijn perceelen Korte Agnietenstraat no. 8 en Lange Agnieten-
straat nis 9 en 11, welke panden betrokken zijn in het in
voorbereiding zijnde saneeringsplan voor de omgeving van
het „Klooster". Na eenige onderhandelingen is overeenstem
ming bereikt over een koopsom van 7.750.
Aangezien ook naar het oordeel van de Commissie van
Fabricage de genoemde prijs aannemelijk is te achten, geven
wij Uw Vergadering, onder verwijzing naar de in de Leeskamer
ter visie liggende stukken, mitsdien in overweging:
a. van C. Vonk, te Leiden, in het belang van de volkshuis
vesting aan te koopen het woonhuis aan de Korte Agnieten
straat no. 8, groot 52 M2, het café met logement aan de Lange
Agnietenstraat no. 9, groot 69 M2, en het pakhuis aan de Lange