35 functie speciaal met dit onderwerp bekend, bereid gevonden de ordening voor een vast bedrag van ƒ300.af te maken. Dit bedrag komt ons billijk voor. Wij geven Uw Vergadering alsnu in overweging door vaststelling van den overgelegden staat tot wijziging van de begrooting 1941, een bedrag van 300.beschikbaar te stellen. Op den post „Onvoorziene Uitgaven", waarvan dit bedrag dient te worden afgeschreven, is nog 21.043.beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 80. Leiden, 6 Juni 1941. Bij besluit van Uwe Vergadering d.d. 5 Juli 1926 (Ingek. Stukken No. 132) werd aan de Leidsche Zwemclub een jaarlijksche subsidie verleend van 100.als bijdrage in de kosten van onderhoud van de over de geheele stad verspreide reddingsmiddelen. De reddingsbrigade vormde toen een onderdeel van de Leidsche Zwemclub, doch in verband met de oprichting hier ter stede van een zelfstandige vereeniging,,Leidsche Beddings- Brigade", werd het onderhoud van de reddingsmiddelen aan deze vereeniging overgedragen en van 1938 af de subsidie aan haar uitgekeerd. Met het oog op den aard van het werk van de vereeniging en het belang van de gemeente daarbij, werd van 1938 af de korting van 25 op deze subsidie niet meer toegepast (zie raadsbesluit van 17 April 1939 Ingek. Stukken No. 54), zoodat sindsdien het oorspronkelijke subsidie-bedrag van 100.per jaar wordt uitgekeerd. Het bestuur van de Leidsche Beddings-Brigade heeft om een extra-toelage verzocht, nu voor de verzorging van het vele reddingsmateriaal met het oog op de verduisterings maatregelen vele extra-uitgaven noodig waren en nog noodig zullen zijn. Er bestaat naar de meening van ons College aanleiding de vereeniging in de extra-kosten tegemoet te komen door de subsidie voor het jaar 1941 te verdubbelen en alzoo op 200.te brengen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging door vaststelling van den overgelegden staat tot wijziging van de begrooting 1941, de subsidie aan de Leidsche Beddings- Brigade voor het jaar 1941 ad 100.(volgn. 315 van de begrooting), te verhoogen tot 200. Op den post „Onvoorziene Uitgaven", waaruit de ver hooging kan worden bestreden, is nog 20.743.be schikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 81. Leiden, 6 Juni 1941. In verband met een voorgeschreven nieuwe blokindeeling van de wijken, waarin de gemeente ten behoeve van de luchtbescherming is verdeeld, tengevolge waarvan het aan tal blokken belangrijk is uitgebreid, moet de afdeeling Leiden van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbescherming overgaan tot aanschaffing van meer eenvoudig blusch- materieel, dan aanvankelijk in de bedoeling heeft gelegen. Met die aanschaffing is een bedrag gemoeid van 1000. De afdeeling beschikt echter niet over de middelen, om die aanschaffing te financieren. In verband hiermede stellen wij U voor de op de be grooting voor het loopende jaar uitgetrokken subsidie aan de afdeeling ad 4715.met 1000.te verhoogen, en daartoe den overgelegden begrootingsstaat vast te stellen. Op den post „Onvoorziene Uitgaven", waarvan laatstgenoemd bedrag moet worden afgeschreven, is nog 20.643,be- beschikbaar. Aan den GemeenteraadBurg. en Weth. van Leiden. N°. 82. Leiden, 6 Juni 1941. Bij het in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven ver zoekt het hoofd van de Opleidingsschool voor U.L.O. aan den Maresingel aan of in dat gebouw de navolgende ver beteringen aan te brengen: 1°. vervanging van de gasverlichting door electrische verlichting 2°. vervanging van het gymnastieklokaal door een lokaal van grootere afmetingen, voorzien van het noodige materiaal 3°. plaatsing van een hek op 2 M. afstand langs den voorgevel 4°. het maken van fonteintjes in de leslokalen. Ter nadere toelichting van de op deze zaak betrekking hebbende stukken merken wij het volgende op. Ad 1°. Electrische verlichting van het schoolgebouw. Op het schoolgebouw aan den Maresingel na, zijn alle scholen van electrische verlichting voorzien. Gelijk U uit het volgende zal blijken, behoort o. i. tot een min of meer belangrijke verbouwing van deze school te worden over gegaan. Naar onze meening verdient het aanbeveling die gelegenheid tevens te benutten voor den aanleg van een electrische verlichting in dat gebouw, waarmede naar raming een bedrag van ƒ2000.gemoeid zal zijn. Ad 2°. Nieuw gymnastieklokaal. Bij de overweging van deze zaak dient in aanmerking te worden genomen, dat aan deze school, uitsluitend wegens de geringe afmetingen van het gymnastieklokaal, drie uren vakonderwijs in de gymnastiek méér worden gegeven, dan waarmede zou kunnen worden volstaan, indien men kon be schikken over een lokaal van grootere afmetingen. Voor de gemeente beteekent een nieuw gymnastieklokaal van grootere afmetingen derhalve een besparing op de kosten van sala- rieering van vakonderwijzers en wel een bedrag van ƒ350. per jaar. Hierbij komt nog, dat de gemeentelijke vergoeding van de kosten van vakonderwijs aan de bijzondere scholen, ten gevolge van de evengenoemde besparing, met 600. per jaar zal dalen, zoodat te dezer zake in totaal een be sparing zal worden verkregen van 950.per jaar. Daartegenover staat een vermeerdering van uitgaven wegens rente en aflossing van de voor den bouw van dit gymnastiek lokaal aan te gane geldleening. Deze vermeerdering van uitgaven kan bij een bedrag aan bouwkosten van 14.200. (waarin begrepen 1000.voor aanschaffing van gymnas- tiektoestellen) en berekend op de basis van een 40-jaar- lijksche annuïteit, met een rente van <i\ gesteld worden op rond 780.per jaar. Hieruit volgt dus, dat deze belangrijke verbetering gepaard zal gaan met een jaarlijksche besparing voor de gemeente van 170. Voor uitvoering komt o. i. in aanmerking het plan C, bedoeld in het rapport van den Directeur van Gemeente werken van 19 November 1940, No. 2965/D/3h. Ad 3°. Plaatsing van een hek langs den voorgevel van het gebouw. Op verzoek van het hoofd der destijds in het beneden gedeelte van het meergenoemde gebouw gevestigde school werd omstreeks het jaar 1928 het toen voor de school aan wezige hek, dat tot allerlei bezwaren aanleiding gaf, wegge nomen. Op grond van deze, in de practijk gebleken bezwaren, achten wij het niet gewenscht, thans weer een hek aan te brengen. Ad 4°. Fonteintjes in de leslokalen. Blijkens het rapport van den Directeur van Gemeente werken d.d. 26 April 1940 heeft het hoofd der school het verzoek tot het aanbrengen van fonteintjes in de leslokalen teruggenomen, omdat op de gangen een voldoend aantal fonteintjes aanwezig is. Vqrdere verbeteringen. Verder zouden wij nog de volgende verbeteringen wenschen aan te brengen n.l. a. het maken van twee raampjes in twee leslokalen, ten einde beter toezicht te kunnen liouden op het gebruik van de W. C.'s; b. het vervangen van de grindverharding op de speel plaats door een basaltine-betegeling c. het verbreeden van de vensterbanken in de leslokalen d. het plaatsen van een tochtpuikozijn in het achter gedeelte van de benedengang; e. het vernieuwen van een uitgesleten houten gangvloer op de verdieping; het vernieuwen van een plafond in een leslokaal op de verdieping en g. het herstellen en opknappen van stucadoor-, saus- en verfwerken in verschillende lokalen op de verdieping. De kosten van deze verbeteringen worden in totaal geraamd op 1695. In totaal worden derhalve de kosten van al de hiervoor genoemde verbeteringen geraamd op 17895. Onder mededeeling, dat het Begeerings-Oommissariaat voor den Wederopbouw de voor het aanbrengen van die verbeteringen vereischte vergunning heeft verleend, geven wij, met verwijzing naar de adviezen van de Commissie's van Fabricage en Onderwijs, U in overweging te besluiten: I. de in het schoolgebouw aan den Maresingel aanwezige gasverlichting door electrische verlichting te vervangen; II. het gymnastieklokaal van de sub I genoemde school te vervangen door een nieuw gymnastieklokaal, overeen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 5