28
N°. 51. Leiden, 25 April 1941.
In verband met de restauratie en verbouwing van het
gebouw „Gravensteen" heeft de gemeente nog de beschikking
noodig over de op de overgelegde sitnatieteekening A met
roode kleur aangegeven strookjes tuin, behoorende bij het
perceel Rapenburg No. 40, (kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie G, No. 531) resp. groot 20 M2 en
9.50 M2. De eigenaar, het Leidsch Universiteitsfonds, is
bereid deze strookjes grond te verkoopen tegen den prijs
van 10.per M2, onder het na te noemen beding en het
na te noemen servituut.
Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel,
dat de transactie aannemelijk is. De voor den aankoop
benoodigde gelden kunnen betaald worden uit het voor de
restauratie van het gebouw „Gravensteen" verleende crediet.
Wij geven Uw Vergadering mitsdien in overweging van
het Leidsch Universiteitsfonds aan te koopen de op de over
gelegde situatieteekening A rood gekleurde strookjes grond,
grooU 20 M2 en 9.50 M2, deel uitmakende van het
perceel kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie G no.
531, tegen den prijs van 10.per M2, met het beding, dat
op het strookje, groot ±20 M2, niet hooger gebouwd zal worden
dan op het mede overgelegde bebouwingsprofiel B is aange
geven, en met vestiging van de erfdienstbaarheid, dat in de
ruimten van „Gravensteen", grenzende aan de scheidsmuren
tusschen dit gebouw en het kadastrale perceel sectie G No. 531,
geen machines of gereedschappen mogen worden gebruikt,
welke voor de bewoners van het pand Rapenburg No. 40 hin
derlijk geraas veroorzaken en dat in die ruimten ook op
andere wijze geen voor die bewoners hinderlijk geluid mag
worden gemaakt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 52. Leiden, 21 April 1941.
In Uwe Vergadering van 3 Februari 1941 (Ingek. Stukken
No. 9) werd besloten om, zoo noodig, gedurende het
2e kwartaal 1941 kasgeldleeningen aan te gaan tot een
maximaal bedrag van 2.000.000.
Met het oog op de gedurende het 3e kwartaal aan de
gemeentekas te stellen eischen voor de restitutie van
pensioenen aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds,
voor de betaling van rente en aflossing van geldleeningen,
voor ondersteuning van werkloozen en armlastigen en voor
voorschotten van verschillenden aard enz. enz. in verband
met de buitengewone tijdsomstandigheden is het gewenscht,
om ook in dat kwartaal, zoo noodig, tot opneming van
kasgeld te kunnen overgaan.
Het maximaal bedrag, dat in het 3e kwartaal de kasschuld
zal mogen beloopen ware, evenals voor het 2e kwartaal
1941, op ƒ2.000.000.vast te stellen.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging te
besluiten, gedurende het 3e kwartaal 1941, zoo noodig,
kasgeldleeningen aan te gaan tot zoodanig bedrag, dat op
geen enkel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld, met inbegrip
van het in rekening-courant bij de N.V. Bank voor Neder -
landsche Gemeenten op te nemen bedrag de som van
ƒ2.000.000.te boven gaat en onder de voorwaarden als
door ons College zullen worden gesteld.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 53. Leiden, 25 April 1941.
Volgens de door den Rijksinspecteur voor de bescherming
van de bevolking tegen luchtaanvallen vastgestelde algemeene
instructie betreffende den luchtbeschermingsdienst worden
de tot de vaste kern van den Luchtbeschermingsdienst
behoorende arbeidscontractanten door het Hoofd Lucht
beschermingsdienst aangesteld en ontslagen, welk Hoofd
blijkens de bij de algemeene instructie gevoegde concept-
arbeidsovereenkomst daarbij als vertegenwoordiger van de
gemeente optreedt. Vermits de indienstneming op arbeids
overeenkomst dus geacht moet worden te geschieden door
de gemeente, zou, werd niet anders bepaald, de dienst
betrekking van het tot de vaste kern behoorende personeel
door het gemeentelijk Arbeidsovereenkomstenreglement
worden beheerscht.
Aangezien echter, zooals uit het ter visie gelegde schrijven
van den Rijksinspecteur blijkt, deze het voornemen heeft
de materieele rechtspositie van het tot de vaste kern
behoorende personeel te regelen volgens nadere voorschriften,
welke voor alle arbeidscontractanten bij den Luchtbescher
mingsdienst in het geheele land gelijk zullen zijn, is het
noodig te besluiten, dat het gemeentelijk Arbeidsovereen
komstenreglement op het hierboven bedoelde personeel niet
van toepassing is.
Wij geven Uw Vergadering mitsdien, overeenkomstig art. 4,
eerste lid, van het Arbeidsovereenkomstenreglement, in
overweging te besluiten, dat de bepalingen van dit reglement
geen toepassing vinden ten aanzien van de tot de vaste
kern van den Luchtbeschermingsdienst behoorende arbeids
contractanten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 54. Leiden, 25 April 1941.
In verband met de schaarschte aan motorbrandstof is in
deze gemeente opgericht de „Stichting Persgasstation Leiden",
welke de oprichting en exploitatie van één of meer tank
stations voor persgas binnen de gemeente Leiden en haar
omgeving ten doel heeft.
Deelnemers aan de stichting zijn zij, die ten minste 300.
in het kapitaal der stichting bijdragen; de bijdrage wordt
bepaald naar de hoeveelheid af te nemen gas.
Met het oog op den goeden gang van zaken bij de hier
onder genoemde gemeentediensten en -bedrijven, is het
noodzakelijk, dat de gemeente tot de stichting toetreedt en
wij hebben bereids de noodige maatregelen daartoe genomen.
Deze toetreding vordert een uitgaaf van 5300.—, welk
bedrag berekend is naar een afname van 10.000 M3. gas
per maand en als volgt is te verdeelen over de betrokken
diensten en bedrijven:
Openbaar Slachthuis600.
Gemeentewerken1200.
Gem. Geneeskundige- en Gezondheidsdienst 300.
Gem. Reinigings- en Ontsmettingsdienst 1800.
Stedelijke Lichtfabrieken1400.
5300.—
Voor het deelnemen in het kapitaal van de stichting is een
besluit van Uwe Vergadering noodig.
Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage
gelegde stukken, waaronder een afschrift van de statuten
van de stichting, geven wij U mitsdien in overweging te
besluiten in het kapitaal der „Stichting Persgasstation
Leiden" een bedrag van 5300.bij te dragen.
Indien U zich met dit voorstel vereenigt, zullen wij U
de regeling van de daarmede gepaard gaande uitgave op de
gemeentebegrooting en de desbetreffende bedrijfsbegrootingen
nader ter vaststelling aanbieden, waarbij dan tevens de
uitgaven, verbonden aan het inrichten van de automobielen
van de betrokken diensten en bedrijven voor aandrijving
door middel van persgas, mede op die begrootingen kunnen
worden geregeld.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 55. Leiden, 25 April 1941.
In Uw Vergadering van 13 Maart j.l. heeft de Wethouder
van Fabricage medegedeeld, dat de vereeniging tot aanleg
en onderhouden van volkstuintjes P. Clos en Leembruggen
haar volkstuintjes exploiteert op gronden, welke benoodigd
zijn voor het plan tot aanleg van straatbanen benoorden
den Maresingel, waartoe Uw Vergadering besloot op 24
Februari j.l. (Ingek. Stukken No. 23). Binnen korten tijd zal
het op de overlegde kaart B met zwarte arceering aangeduide
terrein dus niet meer voor volkstuintjes kunnen worden
gebruikt.
De Wethouder heeft tevens uiteengezet, om welke redenen
ons College het gewenscht acht inplaats hiervan de meer
noordelijk in den Stadspolder gelegen, op kaart B met
groene kleur en met groene kleur en roode arceering aan
gegeven, perceelen als volkstuintjes te doen aanleggen, een
denkbeeld, waarmede Uw Vergadering zich in principe heeft
vereenigd.
De onderhandelingen, welke voor de verwezenlijking van
dit plan gevoerd werden met den Leidschen Bond van
volkstuindersvereenigingen, de vereeniging „P. C. en L."
en den heer J. Roeloffs, pachter van de voor de volks
tuintjes benoodigde perceelen weiland in den Stadspolder,
sectie N, nis 196, 197 en 198, groot 4.81.60 H.A., zijn in
middels tot een goed einde gebracht en wel met het volgende
resultaat.