20
MAANDAG 24 FEBRUARI 1941.
Gcmecntc-begrooting.
(Huurman e.a.)
de trommel zal halen; misschien blijkt het dan van dien
aard te zijn, dat spreker op grond daarvan geen bezwaren
meer heeft.
De Voorzitter zegt, dat de heer Huurman als Commissaris
van de Lichtfabrieken zelf inzage van dit rapport kan ver
langen. Dit is veel eenvoudiger dan dat spreker als plaats
vervangend Burgemeester, als plaatsvervangend President-
Commissaris van de Lichtfabrieken hier toezeggingen doet.
Spreker durft hier geen toezeggingen doen.
De heer Huurman zegt, dat dit voor den Voorzitter een
zeer gemakkelijk antwoord is, nu de Burgemeester ongesteld
is. Maar dit neemt toch niet weg dat, wanneer spreker daar
mede in de Commissie komt, van de zijde van Burgemeester
en Wethouders bezwaar daartegen gemaakt wordt omdat de
begrooting reeds is vastgesteld en dat in de gemeente-
begrooting het winstbedrag van de fabrieken niet gemist
kan worden. Dus met dat geheele betoog vischt men toch
weer achter het net.
De Voorzitter zegt, dat de heer Huurman zelf zegtdan moet
men althans zorgen, dat men het volgend jaar die fout niet
opnieuw begaat. Dus dat heeft hij zelf in de hand.
De heer Huurman zal dan trachten, deze zaak in de Com
missie te brengen; anders zal hij genoodzaakt zijn volgend
jaar daarop terug te komen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten, dat,
in afwijking van het bepaalde in art. 28 van de verordening
van 2 Juli 1934 (Gem. blad No. 19), laatstelijk gewijzigd bij
de verordening van 5 September 1938 (Gem. blad No. 10),
ook weer voor het jaar 1941 de rekening van de Gasfabriek,
behalve met de afschrijvingen vastgesteld overeenkomstig
art. 17 van genoemde verordening, in plaats van met 2 zal
worden belast met van de som der door de gemeente
oorspronkehjk verstrekte en nog niet afgeloste aanleg- en
uitbreidingskapitalen, waarna de begrooting van de Gas
fabriek voor 1941 eveneens zonder hoofdelijke stemming
wordt vastgesteld.
De heer Huurman wenscht geacht te worden, tegen deze
begrooting te hebben gestemd.
Volgnr. 212 wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Hierna wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
besloten, dat, in afwijking met het bepaalde in art. 28 van
de verordening van 2 Juli 1934 (Gem.blad No. 19), laatstelijk
gewijzigd bij de verordening van 5 September 1938 (Gem.blad
No. 10), ook weer voor het jaar 1941 de rekening van de
Electriciteitsfabriek, behalve met de afschrijvingen, vast
gesteld overeenkomstig art. 17 van genoemde verordening,
in plaats van met 2 zal worden belast met van de
som der door de gemeente oorspronkehjk verstrekte en nog
niet afgeloste aanleg- en uitbreidingskapitalen, waarna de
begrooting van de Electriciteitsfabriek voor 1941 eveneens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt vast
gesteld.
De heer Huurman wenscht geacht te worden, ook tegen
deze begrooting te hebben gestemd.
Volgnr. 213 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
Bij volgnr. 214 wordt de begrooting van de Gestichten
Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest voor 1941 zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld, waarna
dit volgnr. eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 215 wordt de begrooting van het Openbaar
Slachthuis voor 1941 zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 216 worden de staten tot wijziging van de ont-
werp-begrooting van het Grondbedrijf en ontwerp-gemeente-
begrooting, beiden dienst 1941, ter zake van de in de ver
gadering van 3 Februari 1941, aangekochte perceelen zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld, waarna
de begrooting van het Grondbedrijf voor 1941 eveneens
Gemcentc-begrootinge.a.
(Huurman e.a.)
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt vast
gesteld.
De volgnrs. 216 en 217 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Bij volgnr. 218 wordt de begrooting van den Reinigings- en
Ontsmettingsdienst voor 1941 zonder beraadslaging of hoof
delijke stemming vastgelegd, waarna dit volgnr. eveneens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aan
genomen.
Bij volgnr. 219 wordt de begrooting van de Gemeentelijke
Volkscredietbank voor 1941 zonder beraadslaging of hoofde
lijke stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aange
nomen.
Bij volgnr. 220 wordt de begrooting voor het Gemeentelijk
Waschbureau voor 1941 zonder beraadslaging of hoofdehjke
stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 221, luidende: Uitkeering van
het bedrijf (Gemeentelijk Radio Distributie Bedrijf) wegens
a. rente4.200.
b. aflossing 44.100.
c. retributie2.300.—
d. batig saldo Memorie
e. kosten tenzake van verzekering, pension
neer ing, enz. van ambtenaren en beambten
(Zie Hoofdstuk II volgnummer 13) 2.500.
andere grondslagen Memorie
De heer Huurman vraagt of het wel juist is, dat de Raad
de begrooting van het Gemeente Radio-distributie-bedrijf
moet vaststellen? Is dit niet komen te vervallen, nu dit
bedrijf geen eigendom van de gemeente meer is? Het is toch
vreemd, iets vast te stellen, wanneer dit niet meer noodig is?
De Voorzitter zegt, dat er tegenwoordig zooveel vreemds is.
Vervolgens wordt de begrooting van het Gemeentelijk
Radio-Distributie-Bedrijf voor 1941 zonder hoofdelijke stem
ming vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder hoofde
lijke stemming wordt aangenomen.
De volgnrs. 222 tot en met 228, volgnr 228a en de volgnrs.
229 tot en met 235 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging of hoofdehjke stemming aangenomen.
Hierna wordt de post „Onvoorziene Uitgaven", volgnr.
738, uitgetrokken op een bedrag van 24.671.zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De geheele begrooting van den gewonen dienst, in ontvang
en uitgaaf tot een bedrag van 10.199.780.wordt ver
volgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De uitgaafposten van den kapitaaldienst, volgnrs. 875 tot
en met 898, 898a, 898b, 899 tot en met 971, 971a, 972 tot en
met 975, alsmede de ontvangstposten van dien dienst, volgnrs.
739 tot en met 765, 765a, 765b, 766 tot en met 874 worden
achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdehjke stem
ming aangenomen.
De geheele begrooting van den kapitaaldienst, in ontvang
en uitgaaf tot een bedrag van resp. 7.532.790.en
7.813.011.wordt ten slotte zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
X. Voorstel:
I. inzake liet uitbreiden van liet personeel van den Ge
meentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst;
II. tot liet vaststellen van een nieuwe verordening, regelende
het geneeskundig toezicht op de openbare en bijzondere
lagere scholen, de openbare en bijzondere bewaar
scholen, de kinderbewaarplaatsen en dergelijke in
richtingen
III. tot het wijzigen van de verordening betreffende de
geneeskundige armenverzorging en den werkkring en
de bezoldiging van de Stadsgeneesheeren te Leiden.
(15 en 26)
De heer Idenburg is bijzonder verheugd over de indiening
van dit voorstel, waarvan hij met groote belangstelling heeft