12 van die verordening wordt U hierbij ter vaststelling aan geboden. Mede leggen wij hierbij over een wijziging van de ver ordening betreffende de geneeskundige armenverzorging en den werkkring en de bezoldiging van de Stadsgeneesheeren te Leiden, ter zake van de verandering in de werkzaamheden en in de bezoldiging van de stadsgeneesheeren, tengevolge van het opdragen van de contröle op ziek gemeentepersoneel aan den aan te stellen geneeskundig-ambtenaar. In deze ontwerp-verordening is bovendien opgenomen een wijziging, waartoe de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst adviseert, beoogende van de vervulling van de betrekking van stadsgeneesheer uit te sluiten, geneeskundigen, wier fondspraktijk en armenpraktijk te zamen een aantal patiënten van meer dan 2500 zal omvatten, omdat bij een grootere praktijk een goede geneeskundige verzorging van de patiënten niet verzekerd is, met welk voorstel wij eveneens kunnen instemmen. Het tijdstip van in werkingtreden van de verordeningen, ware met het oog op de te nemen maatregelen, welke nog aan de invoering van de verordeningen vooraf moeten gaan, aan ons College over te laten. Wij herinneren er hierbij aan, dat de schoolartsen en de stadsgeneesheeren in Uwe Ver gadering van 30 December j.l. voor zes maanden werden herbenoemd. In verband met een en ander en voor verdere bijzonder heden verwijzende naar de ter visie liggende stukken, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging: a. machtiging te verleenen tot uitbreiding van het personeel van den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheids dienst met een geneeskundig-ambtenaar in het bezit van het diploma kindergeneeskunde in den rang van len geneesheer; b. machtiging te verleenen tot aanstelling van een admini stratief ambtenaar bij den dienst in een nader door ons te bepalen rang; c. goed te keuren, dat aan den dienst, zoolang zulks met het oog op de buitengewone tijdsomstandigheden noodig wordt geoordeeld, geneeskundige hulp op arbeidsovereen komst wordt toegevoegd, waarmede naar raming een uitgave van 1000.per jaar gepaard zal gaan; d. vast te stellen de volgende verordeningen: U. VERORDENING, regelende bet geneeskundig toezicht op de openbare en bijzondere lagere scholen, de openbare en bijzondere bewaarscholen, de Mnderbew aarplaats en en dergelijke inrichtingen. Artikel 1. Van gemeentewege wordt geneeskundig toezicht uitge oefend op de leerlingen en het onderwijzend personeel van de openbare en bijzondere lagere scholen en van de openbare en bijzondere bewaarscholen (geneeskundig schooltoezicht); op die van de bijzondere scholen echter slechts voor zoover de besturen dier scholen daartoe aan Burgemeester en Wet houders het verzoek doen, onder overlegging van een ver klaring, dat het toezicht, voor wat de leerlingen dier scholen betreft, zich zal uitstrekken over alle kinderen, uitgenomen alleen die, wier ouders of verzorgers verklaard hebben tegen dat toezicht bezwaar te hebben. De bepalingen van deze verordening vinden overeen komstige toepassing op kinderbewaarplaatsen en dergelijke inrichtingen. Art. 2. Het geneeskundig schooltoezicht wordt uitgeoefend door den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst. Art. 3. Het geneeskundig schooltoezicht bepaalt zich ten aanzien van de leerlingen in het bijzonder tot die aandoeningen, welke 1°. gevaar of schade kunnen veroorzaken voor de andere leerlingen of voor de onderwijzers en onderwijzeressen; 2°. van nadeeligen invloed kunnen zijn op de geschiktheid tot het volgen van het onderwijs; 3°. door het onderwijs of het verblijf in de school kunnen verergeren 4°. hinderlijk zijn voor het onderwijs of het verblijf in de school. Het omvat a. een volledig onderzoek der leerlingen van de eerste, derde en zesde klasse der scholen voor gewoon lager onderwijs op een schoolspreekuur b. een periodiek onderzoek der leerlingen op de scholen, ten minste eenmaal in de twee maanden op met het hoofd der school overeen te komen dagen en uren; c. een nader onderzoek der leerlingen, voor wie de met het geneeskundig schooltoezicht belaste ambtenaar of het hoofd der school dit wenschelijk acht. Art. 4. Het personeel is verplicht zich aan een onderzoek door den met het geneeskundig schooltoezicht belasten ambtenaar te onderwerpen, of voor zooveel het personeel der bijzondere scholen betreft, een schriftelijke verklaring van het bestuur der school over te leggen, inhoudende dat van zijnentwege wordt zorg gedragen dat geneeskundig toezicht wordt uit geoefend op het onderwijzend personeel der school. Deze verklaring moet worden ingezonden aan den Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheids dienst. Art. 5. De met het geneeskundig schooltoezicht belaste ambtenaar wordt bij zijn onderzoek bijgestaan door schoolverpleegsters. De schoolverpleegsters bezoeken de gezinnen waartoe de leerlingen behooren, onderzoeken of aan de kennisgevingen, bedoeld in art. 10, gevolg is gegeven en deelen hun bevin dingen mede aan het hoofd der school en aan den met het geneeskundig schooltoezicht belasten ambtenaar. Art. 6. De met het geneeskundig schooltoezicht belaste ambtenaar kan, ingeval van dringende noodzakelijkheid, bij zijn bezoek aan de school die maatregelen nemen, die hij, hetzij ter voor koming van erger, hetzij in het belang van den leerling en de school, wenschelijk acht. Deze maatregelen dragen uit sluitend het karakter van eerste hulp. Art. 7. Het onderzoek, bedoeld in art. 3, 2e lid, sub a, heeft plaats in het gebouw van den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst op door den Directeur van dien dienst te bepalen tijdstippen. Ouders of verzorgers van leerlingen van de eerste, derde en zesde klasse der scholen voor gewoon lager onderwijs worden schriftelijk door den met het geneeskundig school toezicht belasten ambtenaar uitgenoodigd het schoolspreekuur met het (de) in de uitnoodiging genoemde kind(eren) te be zoeken. Zij zijn niet verplicht dat kind of die kinderen te doen onderzoeken, mits zij aan den met het geneeskundig schooltoezicht belasten ambtenaar een verklaring van hun huisarts overleggen, waaruit blijkt, dat deze het kind te voren heeft onderzocht en gezond bevonden. Leerlingen, ten aanzien van wie geen gevolg aan de uit noodiging is gegeven, worden door het hoofd van de school verwijderd en eerst weder tot de school toegelaten, nadat het verzuim hersteld is. Art. 8. Het onderzoek, bedoeld in art. 3, 2e lid sub b en c, heeft zooveel mogelijk plaats in tegenwoordigheid van het hoofd der school of van een onderwijzer(es). Daartoe wordt een behoorlijk verlicht en verwarmd vertrek beschikbaar gesteld, voorzien van hetgeen bij het onderzoek vereischt wordt. Art. 9. Van den uitslag van elk onderzoek houdt de met het geneeskundig schooltoezicht belaste ambtenaar aanteekening op een kaart, waarvan het model door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld. Deze kaarten worden door het hoofd der school, naar klassen gerangschikt, bewaard. Zij worden op verzoek steeds aan den Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst, zoomede aan den met het genees kundig schooltoezicht belasten ambtenaar ter inzage over gelegd. Gaat het kind over naar een andere school in de gemeente, waarop geneeskundig toezicht wordt uitgeoefend, dan zendt het hoofd der school de resultaten van het onder zoek in gesloten omslag aan het hoofd der andere school. Art. 10. Geeft een onderzoek, als bedoeld in art. 3, 2e lid, sub a, aanleiding om geneeskundige behandeling van den betrokken leerling wenschelijk te achten, dan geeft de met het genees kundig schooltoezicht belaste ambtenaar daarvan schriftelijk kennis aan de ouders of verzorgers. Gelijke kennisgeving geschiedt door het hoofd der school, indien een onderzoek, als bedoeld in art. 3, 2e lid, sub b en c, aanleiding geeft geneeskundige behandeling van den betrok ken leerling wenschelijk te achten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1941 | | pagina 2