130
MAANDAG 30 DEOEMBEB 1940.
Aanleg straatbanen in werkverruiming enz.; e.a.
(Wilbrink e.a.)
Op het betoog van den heer Snel heeft spreker niet veel
te antwoorden. Practisch is spreker het met den heer Snel eens,
maar door de omstandigheden wordt men vooralsnog belet
te werken, zooals de heer Snel en spreker het graag zouden
willen.
Wanneer echter in de tegenwoordige situatie lichtpunten
komen, zal spreker liever den Baad voorstellen werken als
deze uit te voeren als normaal werk. Spreker gelooft, dat
het geheele College precies zoo over de zaak denkt.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XXXIX. Voorstel
a. in zake liet medewerken aan de uitvoering in werk
verruiming van de restauratie van den Zuidelijken
vleugel van zes huisjes van liet Sint Annaliofje aan
de Hooigracht;
b. inzake het verleenen van een bijdrage in de kosten
van restauratie van genoemd Hofje;
e. tot het beschikbaar stellen van gelden voor de onder
li. genoemde bijdrage door liet vaststellen van den des-
betreffenden begrootingsstaat. (184)
De heer Huurman zal zich niet tegen dit voorstel verzetten,
gelet op de mogelijkheid, dat men hierdoor tot restauratie van
het hofje zal kunnen komen, maar wil graag van den Wethouder
de toezegging ontvangen, dat deze niet meer voorstellen tot het
uitvoeren van dergelijke werken in werkverschaffing zal doen.
In de werkverschaffing worden in 't algemeen arbeiders ge
plaatst, die niet vakkundig zijn. Voor de uitvoering van dit
werk heeft men evenwel vaklieden noodig. Het restaureeren
van oude gebouwen vereischt eigenlijk nog meer vakkennis
dan men van een normalen werkman verlangen kan, zoodat
voor dit soort werk werkverschaffing zeker is misplaatst.
De heer Snel zegt, dat bij dit voorstel niet geldt, wat
misschien nog bij het vorige kon gelden en hij het daarom
zou hebben toegejuicht, indien de heer Huurman, consequent
doorredeneerende, had verklaard zijn stem er niet aan te
zullen geven.
Het zal het College niet verwonderen, dat spreker niet
bereid is, zijn stem aan dit voorstel te geven. Indien er een
object is, dat niet in werkverschaffing behoort te worden
uitgevoerd, dan is het dit.
De Subcommissie voor de steunverleening heeft het College
geadviseerd, dit werk als normaal werk te doen uitvoeren.
Desniettegenstaande komt het College met het voorstel, om
het in werkverschaffing te doen uitvoeren. Als eenig motief
wordt daarvoor aangevoerd, dat men ook elders wel eens
restauratiewerken in werkverschaffing heeft uitgevoerd.
Indertijd heeft men de Groote Kerk in Alkmaar ook in werk
verschaffing willen restaureeren; daartegen is ernstig verzet
gevoerd, tengevolge waarvan dit werk niet in werkverschaffing
is uitgevoerd, maar op andere wijze.
Nu zou tegen uitvoering in werkverschaffing van deze
soort van werken geen overwegend bezwaar bestaan, indien
zooals de opzet was bij de reorganisatie van den Bijksdienst
voor de werkverruiming was doorgevoerd een aanpassing
van de loonen en arbeidsvoorwaarden in de werkverschaffing
aan de loonen en arbeidsvoorwaarden in het vrije bedrijf.
Dit is noodzakelijk, omdat de beteekenis van de werk
verschaffing een geheel andere is geworden dan enkele jaren
geleden. Onder werkverschaffing verstaan wij nog steeds de
uitvoering van weliswaar nuttige, doch niet-rendabele werken,
die met ongeschoolde krachten kan geschieden, werken der
halve aan welker uitvoering bij afwezigheid van groote
werkloosheid niet zou worden gedacht. Dat voor deze soort
van werken bijzondere arbeidsvoorwaarden worden gesteld,
is te begrijpen, hoewel ook hier de billijkheid dikwijls uit
het oog wordt verloren. Den laatsten tijd echter zijn verreweg
de meeste objecten, die in werkverschaffing worden uit
gevoerd, niet alleen rendabel, maar ook, zooals deze restau
ratie, om meer dan één reden noodzakelijk. Voor normale
werken dienen echter de normale arbeidsvoorwaarden te
gelden. Beeds te veel is misbruik gemaakt van de abnormale,
moeilijke financieele omstandigheden waarin zoovele ge
meenten zijn gekomen, tengevolge waarvan tal van werken,
zooals rioleering, en dergelijke, eenvoudig tot werkver-
schaffingswerken werden gebombardeerd, waardoor Nederland
zoo zoetjes aan één groot werkverschaffingskamp dreigt te
worden en de arbeider het gelag betaalt. Het is een ernstige
misstand dat niet meer uitsluitend de aard van het werk,
doch ook de wijze van financiering hiervan, beslissend is
geworden voor de vaststelling van het loon.
Bovendien bestaat er en dit is zeer begrijpelijk bij
Restauratie St. Annaliofje in werkverruiming enz.
(Snel e.a.)
de geschoolde arbeiders, in dit geval de timmerlieden,
metselaars en schilders, ernstig bezwaar om dit werk in
werkverschaffing te verrichten. Buiten de quaestie van het
loon in de werkverschaffing zijn er nog zeer vele andere
bezwaren, die verband houden met de uitvoering van de
steunregeling. Wanneer een arbeider tijdens zijn werkzaam
heid bij dit object in het huwelijk treedt, beschouwt men hem
administratief, ten aanzien van de steunverleening, wanneer
hij van dit werk komt, als ongehuwd, en moet hij, evenals
alle ongehuwden, wanneer hij 8 weken in de werkverschaffing
is geplaatst, 5 weken zonder steun loopen en blijft gesteund
als ongehuwde. Ook dit bezwaar kleeft aan uitvoering van
normale werken in werkverschaffing. Een ander bezwaar is
dat van den toeslag van 5 Wanneer iemand in de werk
verschaffing geplaatst wordt, krijgt hij 5 toeslag op zijn
loon. Heeft hij echter in het vrije bedrijf niet meer verdiend
dan 48 X het basis-uurloon van de werkverschaffing, dan
krijgt hij dien toeslag niet. Wanneer men nu de werken, die
voor uitvoering als normaal werk in aanmerking komen,
ook in werkverschaffing gaat uitvoeren, is er voor de arbeiders
in het geheel geen perspectief meer om een normaal loon te
verdienen en kunnen zij niet meer aan hun toekomst werken.
De geschoolde arbeiders, die verscheidene jaren hebben
moeten werken om hun vakbekwaamheid te krijgen, zullen
het als een vernedering gevoelen, wanneer zij in een werk
verschaffing tegen werkverschaffingsloonen moeten werken.
Ook spreker zou het betreuren, indien de verbetering of
restauratie van de huisjes niet tot stand kwam. Het is echter,
gezien de belangen, welke de gemeente bij het behoud van
het hofje heeft, volkomen gewettigd dit object als normaal
werk uit te voeren. Spreker verzoekt dan ook den Baad met
de meeste klem dit voorstel niet aan te nemen.
De heer van Stralen acht het begrijpelijk, dat uit den Baad
bezwaren tegen de aanvaarding van dit voorstel rijzen. Het
was het College zeer wel bekend, dat deze bezwaren zonden
worden geuit, want ook in het College bestond aanvankelijk
geen overeenstemming omtrent het doen van dit voorstel.
Verschillende leden van het College hadden bezwaar tegen
het uitvoeren onder werkverschaffingsvoorwaarden van dit
uitgesproken normale werk, waarbij uitsluitend vakbekwame
arbeiders kunnen worden gebruikt. Alleen de noodzakelijkheid
heeft ten slotte het College doen besluiten dit voorstel in
te dienen. ImmersBegenten van het Sint Anna Aalmoeshuis
zijn niet in staat het gewone aandeel der kosten van de nor
male uitvoering voor hun rekening te nemen.
Spreker erkent, dat in dezen het verschil tusschen het
werkverschaffingsloon 0.38 per uur) en het loon, dat in
het vrije bedrijf wordt betaald aan arbeiders, die voor dit
werk noodig zijn 0.61 per uur inbegrepen een duurte-
toeslag van 1.50 per week) zeer groot is en de loonquaestie
dan ook een voornamen factor uitmaakt.
Daartegenover staan echter enkele andere bepalingen, die
maken dat in dit geval dit bezwaar niet overwegend is en
die tengevolge hebben, dat voor de bij dit object tewerk
gestelde arbeiders het wekelijks te ontvangen loon toch wel
hooger zal zijn dan 48 x het basisuurloon van 38 cent. In
de eerste plaats ontvangen de arbeiders, die gereedschap
moeten gebruiken, in dit geval alle tewerkgestelden
daarvoor een gereedschapsvergoeding van 3 cent per uur.
Voorts bestaat het vooruitzicht, dat terwijl in de werkver
schaffing voor ongeschoolden in accoordwerk het basis
uurloon met 10 kan worden overschreden door het stellen
van bepaalde tarieven, bij de uitvoering van deze werken,
waarbij dus vakbekwame arbeiders noodig zijn, de over
schrijding bij accoordwerk niet 10 maar tenhoogste 20
zal kunnen bedragen. Dit gaat uitsluitend den aannemer
van zulk een werk aan, die er natuurhjk belang bij heeft,
dat het werk goed wordt uitgevoerd en niet al te lang duurt
door het stellen van een hooger tarief beïnvloedt hij dan de
arbeiders om meer en beter te presteeren. Dit is mogelijk,
maar staat natuurlijk niet vast. Maar ook al is het mogelijk,
door deze bijzondere voordeelen het uurloon voor dit werk
voor de vakbekwame arbeiders wat hooger op te voeren,
er zal, ook met toepassing van deze regeling, een aanmerkelijk
verschil blijven tusschen het contractloon en het werkver
schaffingsloon. Om deze reden heeft het College zich ook
gewend tot het Departement met het verzoek het basis
uurloon voor de werkverschaffing voor vakbekwame arbeiders
hooger te stellen dan het uurloon, dat op het oogenblik
algemeen geldt voor ongeschoolden arbeid bij deze werken,
om het uurloon voor vakbekwame arbeiders dus hooger te
stellen dan 38 cent. Het College heeft op dit verzoek nog
geen antwoord ontvangen, maar het doet in elk geval moeite
dit loon eenigermate verhoogd te krijgen. Voorts treedt met
ingang van 1 Januari a.s. de regeling omtrent den kinder-