1940 te worden overgebracht, terwijl ten slotte nog eenige fondsen naar den kapitaaldienst 1940 moeten worden over geboekt. Dit is eveneens het geval met de geraamde kapitaals ontvangsten, voorzoover deze in 1939 niet of niet geheel zijn ontvangen. Voor de dekking van de nadeelige sloten, alsmede van de op den dienst 1940 over te brengen kapitaalsuitgaven, welke niet of niet geheel door de voordeelige sloten of kapi taalsontvangsten worden gedekt, dient tot verhooging van den post „Geldleening" te worden overgegaan. Zooals reeds herhaaldelijk werd uiteengezet is eene derge lijke verhooging van den post „Geldleening" eene administra tieve begrootingsregeling. Voor de splitsing van het nadeelig saldo van den kapitaal- dienst in voor- en nadeelige sloten over de verschillende hoofdstukken en paragrafen, alsmede voor de op de be grooting voor 1940, zoowel in ontvangst als in uitgaaf over te brengen kapitaalposten, zie men den hierbij behoorenden begrootingsstaat. Vervolgens moet nog worden geregeld: a. de overboeking op den gewonen dienst 1940 van „een gedeelte van het (vermoedelijk) batig saldo van den gewonen dienst van het dienstjaar 1939" tot een bedrag van ƒ86.139.42, welk bedrag het voordeelig verschil betreft tusschen de bij het sluiten van den dienst 1938 nog te doene ontvangsten en uit gaven. Hiertegenover moet volgn. 234 der uitgaven van den gewonen dienst 1940 „Nadeelig saldo van den gewonen dienst volgens de rekening 1938" met eveneens ƒ86.139.42 worden verhoogd. Bovenstaande regeling is derhalve slechts van administra tieve beteekenis. b. de overboeking op den dienst 1940 van het in 1939 niet uitgegeven gedeelte ad 12.233.37 van de geraamde bijdrage van Hoofdstuk IX 2 aan den kapitaaldienst in de kosten van aanleg in werkverschaffing van een complex sportvelden nabij den Leidschen Hout. Tegenover de toevoeging van den betrekkelijken post aan de uitgaven met 12.233.37 kan volgn. 617 van de uitgaven „Steun aan uitgetrokken werkloozen"a. waarvoor een bijdrage uit het Werkloosheidssubsidiefonds wordt ontvangen'''' met eveneens 12.233.37 worden verlaagd. Deze overboeking houdt verband met de omstandigheid, dat een gedeelte van den aanleg van het complex sportvelden nabij den Leidschen Hout op den dienst 1940 is uitgevoerd. Zie op den begrootingsstaat de toevoeging aan den kapitaal dienst van de betrekkelijke posten. Tenslotte wordt nog medegedeeld, dat, na de, ingevolge Raadsbesluit van 18 November j.l. aangegane 4J geld leening, groot 1.000.000.thans nog door geldleening zou zijn te voorzien in 927.474.88. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging vast te stellen: a. den overgelegden staat, model D, tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1940; b. de overgelegde suppletoire begrootingen van: 1.° de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit 2°. het Gemeentelijk Radio-Distributiebedrijf. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1940 | | pagina 3