103 Nederlandsche Ovenbouw Maatschappij te Zeist in samen werking met de Didier-Werke te Berlijn, die indertijd ook het blok van 6 ovens gebouwd hebben. Het vuurvaste materiaal, benevens alie armaturen (vul-, ontlaad- en stoot- deuren, dompelbakken), leidingen, verankeringen, bordessen enz. zullen daarentegen geheel in ons land kunnen worden gefabriceerd. Teneinde de kapitaalslasten zoo laag mogelijk te houden, stellen wij Uw College voor deze uitbreiding uit het Ver nieuwingsfonds der Gasfabriek te financieren, met dien verstande, dat het bedrag van 290.000.in tien jaren in dat fonds moet worden teruggestort; het saldo van dit fonds bedroeg op 31 December 1939 rond 440.000. Aangezien de materialen, vooral ijzer en staal, steeds schaarscher en duurder en de levertijden langer worden, is het gewenscht zeer spoedig tot bestelling te kunnen over gaan, opdat de uitbreiding nog vóór den winter 1941/42 gereed kan zijn, hetgeen bij de toenemende productie nood zakelijk is. Op grond van het bovenstaande geven wij U dan ook in overweging den Baad zoo spoedig mogelijk voor te stellen door vaststelling van den overgelegden staat tot wijziging van de begrooting der Gasfabriek, dienst 1940, voor de uitbreiding van de koolgasstokerij een bedrag van 290.000. beschikbaar te stellen, te betalen uit de middelen van het Vernieuwingsfonds dier fabriek en uit de exploitatie af te lossen in tien jaren, aanvangende met het jaar 1941. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, Voorzitter, J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 180. Leiden, 20 December 1940. Onder mededeeling, dat ons College zich met het hier onder afgedrukte voorstel van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit kan vereenigen, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan (F N'.V. tot Keuring van Electrotechnische Materialen te Arnhem in de kosten van uitbreiding van haar kortsluithuis ten laste van de Electriciteitsfabriek gedurende de jaren 1941 tot en met 1950 toe te kennen: a. een jaarlijksche bijdrage van ƒ3.417,50 (ƒ0,25 per kW. van de in 1931 opgetreden maximale belasting der Elec triciteitsfabriek van 13.670 kW.); i b. een jaarlijksche bijdrage van 0,10 voor elke kW., waarmede de maximale belasting der Electriciteitsfabriek in elk van de jaren 1941 tot en met 1950 de 13.670 kW. te boven gaat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 10 December 1940. Op 2 Maart 1931 (Ing. Stukken No. 32) besloot de Baad aan de N.V. tot Keuring van Electrotechnische Materialen te Arnhem in de kosten van oprichting en exploitatie van een kortsluithuis en hoogspanningslaboratorium met bijko mende werken toe te kennen: a. een bijdrage a fonds perdu van 32.000.berekend naar een maximale belasting der Electriciteitsfabriek van 16.000 k.W. in 1931; b. gedurende de jaren 1932 tot en met 1940 een jaar lijksche bijdrage van 0.10 voor elke k.W., waarmede de maximale belasting der fabriek in elk dier jaren de 16.000 k.W. te boven gaat. De sub a bedoelde bijdrage a fonds perdu van 32.000. vormde, zooals U zich wellicht nog zult herinneren, de afkoopsom van een gedurende 10 jaren te verleenen jaar lijksche bijdrage van 4.000.0.25 per k.W. van de op 16.000 k.W. geschatte maximale belasting in 1931) of in totaal van 40.000.Aangezien de maximale belasting in 1931 belangrijk beneden de geschatte 16.000 k.W. was gebleven, werd op het gestorte bedrag van 32.000.— nog 4.000.gerestitueerd, zoodat de bijdrage a fonds perdu ten slotte in werkelijkheid slechts 28.000.heeft bedragen. In de laatst gehouden algemeene vergadering van aandeel houders van de K.E.M.A. nu is een plan overgelegd tot uitbreiding van het kortsluithuis, welke in verband met den tegenwoordigen omvang der werkzaamheden dringend nood zakelijk is om aan de toekomstige behoeften van de elec- triciteitsbedrijven in Nederland te kunnen voldoen. Voor de financiering van deze uitbreiding heeft de K.E.M.A. thans aan de aandeelhouders verzocht wederom, met ingang van 1941, gedurende tien jaren (dus tot en met 1950) een bijdrage van 0.25 per k.W. van de in 1931 opgetreden maximale belasting, vermeerderd met ƒ0.10 per k.W. van het accres, te mogen ontvangen; een storting a fonds perdu, zooals in 1931 plaats had, kan thans niet in aanmerking komen. Aangezien de maximale belasting in 1931 13670 k.W. bedroeg, zal de vaste bijdrage 13670 X 0.25 3.417.50 per jaar bedragen, terwijl de bijdrage voor het accres van de maximale belasting, naar den maatstaf van die van 1939, een bedrag van ƒ438.zal vorderen; over .1941 zou dus in totaal rond 3900.verschuldigd zijn, terwijl in volgende jaren de bijdrage voor het accres wisselen zal met de dan optredende maximale belasting. Met de Directie van oordeel zijnde, dat het ook voor ons bedrijf van groote beteekenis is, dat de voorgenomen uit breiding van het kortsluithuis tot stand komt, geven wij Uw College in overweging te bevorderen, dat aan de K.E.M.A. de door haar gevraagde medewerking op den boven aan gegeven voet wordt verleend. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit A. van de Sande Bakhuyzen, Voorzitter, J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 181. Leiden, 20 December 1940. Instemmende met het hieronder afgedrukte voorstel van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec triciteit tot verhooging van de gasprijzen met een halven cent per m3, geven wij Uwe Vergadering in overweging: A. met afwijking van artikel 10, eerste lid, van de Gas- verordening te bepalen, dat na de opneming van het ver bruik over de maand November 1940 de prijs van het gas zal bedragen: I volgens tarief A a. bij levering over den gewonen meter: een aansluitrecht van 40 cent per maand, benevens voor het verbruikte gas 84 cent per m3 (grondprijs) voor de eerste 20 m3 per maand en 74 cent per m3 voor de overige m3 per maand; b. bij levering over den muntgasmeter: 9J cent per m3 voor de eerste 20 m3 per maand en 84 cent "per m3 voor de overige m3 per maand; II volgens tarief B: bij levering over den gewonen meter en over den munt gasmeter een aansluitrecht van 40 cent per maand en een vastrecht van 1,85 per maand, benevens 4/ cent per m3 voor het verbruikte gas; B. Burgemeester en Wethouders te machtigen om, zoo lang voor de verhooging van de gasprijzen de toestemming van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheep vaart is vereischt, de onder A genoemde gasprijzen te wijzigen, zoodra en voor zoover daartoe door genoemd Departement toestemming wordt verleend. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 10 December 1940. Zooals U bekend is, heeft het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart zijn op grond van de zgn. Prijzenverordening vereischte toestemming verleend om, in verband met de stijging van de kolenprijzen, de gasprijzen alhier met een 4 cent per m3 te verhoogen; bedoelde ver hooging is berekend naar een door dat Departement in overleg met de Gasstichting der Yereeniging van Gas- fabrikanten vastgestelde formule, waarbij zoowel met de verhooging van den kolenprijs, als met de gasopbrengst en de opbrengst uit den verkoop van cokes wordt rekening gehouden. In verband hiermede ware thans aan den Baad het voorstel tot deze gasprijsverhooging te doen, als gevolg waarvan de gasprijzen dan zullen bedragen: I. volgens tarief A a. bij levering over den gewonen meter: 84 cent per m3. voor de eerste 20 m3. per maand en cent per m3. voor de overige m3. per maand; b. bij levering over den muntgasmeter9 J cent per m3. voor de eerste 20 m3. per maand en 84 cent per m3. voor de overige m3. per maand; II. volgens tarief B: 44 cent per m3. een en ander met dien verstande, dat het aansluitrecht A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1940 | | pagina 5