71 N°. 130. Leiden, 4 October 1940. Door Uwe Vergadering werd om praeadvies in onze handen gesteld een verzoek van het bestuur der Vereeniging voor Christelijk Onderwijs, alhier, om, op grond van artikel 72 der Lager Onderwijswet 1920, medewerking te verleenen tot de aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van de school voor uitgebreid lager onderwijs aan het Noordeinde 3, zulks in verband met de toeneming van het aantal leerlingen in de 4e klasse. Aangezien aan de wettelijk gestelde eischen is voldaan en het bestuur, desgevraagd, aan ons heeft medegedeeld, dat aanschaffing van de gewenschte leermiddelen ook onder de tegenwoordige bijzondere tijdsomstandigheden niet achter wege kan blijven, bestaat er naar onze meening aanleiding de gevraagde medewerking te verleenen. Met verwijzing naar het bij de stukken gevoegd advies van de Commissie voor het Onderwijs, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten: a. medewerking te verleenen aan het bestuur van de Vereeniging voor Christelijk Onderwijs, alhier, tot aan schaffing van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor uitgebreid lager onderwijs aan het Noordeinde 3; b. over te gaan tot vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, groot 461.teneinde ons College in staat te stellen de voor de sub a bedoelde aanschaffing van leermiddelen benoodigde gelden te zijner tijd ter be schikking van het schoolbestuur te stellen. Op den post „Onvoorziene Uitgaven", waarvan dit bedrag moet worden afgeschreven, is nog beschikbaar 14018. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 131. Leiden, 4 October 1940. Bij zijn om praeadvies in onze handen gesteld schrijven verzoekt het bestuur van de Vereeniging tot bevordering van de Opleiding tot Instrumentmaker, te willen verklaren, dat uitbreiding van het onderwijs aan de Instrumentmakers- school met dat in constructie en ontwerpen van apparaten, en in materialenkennis, noodig wordt geoordeeld. Het bestuur merkt daarbij op, dat het hier betreft een geringe, doch voor het onderwijs zeer belangrijke uitbreiding, welke geen Vermeerdering van kosten zal meebrengen. Met de Commissie voor het Onderwijs achten wij het gewenscht, dat aan het evenbedoeld verzoek wordt voldaan. Mitsdien geven wij U, met verwijzing naar de ter inzage gelegde stukken, in overweging, te verklaren, dat uitbreiding van het onderwijs aan de Instrumentmakersschool, alhier, met dat in constructie en ontwerpen van apparaten, en in materialenkennis, noodig wordt geoordeeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 132. Leiden, 4 October 1940. In Uw Vergadering van 6Meij.l. (Ingek. Stukken No. 67) werd besloten het sportterrein, gelegen achter „Pomona", aa-n het beheer en de exploitatie van de Sportstichting te onttrekken, zulks in verband met gerezen vragen inzake de mate van onderhoud van dit in de toekomst voor bouw grond bestemd terrein. Tot onze voldoening kunnen wij U thans mededeelen, dat omtrent de wijze van exploitatie alsnog met het Stichtingsbestuur overeenstemming is be reikt, mede doordat dit bestuur tegemoetgekomen is aan onzen wensch, om ten aanzien van de onderhoudskosten rekening te houden met het feit, dat het sportterrein slechts een tijdelijke bestemming als zoodanig heeft en derhalve slechts als een „bijveld" is te beschouwen. Hiermede is de reden voor onttrekking van het terrein aan het beheer van de Stichting vervallen, zoodat wij Uwe Vergadering in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage en onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage liggende stukken in overweging geven in te trekken het raadsbesluit van 6 Mei j.l., waarbij het terrein, gelegen achter „Pomona", kadastraal bekend ge meente Leiden, sectie P, No. 657, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum aan het beheer en de exploitatie van de Sportstichting zou worden ont trokken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 133. Leiden, 4 October 1940. In Uw Vergadering van 6 Mei j.l. werd aangehouden ons voorstel (Ingek. Stukken No. 70) om medewerking te verleenen aan de toekenning van een premie aan de Vennoot schap onder Firma Erven J. van Ommering voor de ver betering van 56 woningen aan de Voorstraat alhier, en tot overneming in eigendom van de Voorstraat. Als gevolg van de tijdsomstandigheden heeft de firma haar plannen moeten wijzigen; voorshands zal zij volstaan met een wijziging van de waterleiding voor de 56 woningen. Aangezien hiervoor geen premie kan worden verleend, kunnen wij dit gedeelte van ons voorstel niet handhaven. De firma heeft evenwel verzocht de overdracht van de Voorstraat in eigendom aan de gemeente voortgang te doen vinden. Hiertegen bestaat geen bezwaar, doch de verbetering van de straat moet beperkt blijven tot hetgeen thans voor het oorspronkelijk geraamde bedrag van 2000.kan geschieden. Met intrekking van ons bovengenoemd voorstel inzake het verleenen van premie en bijbehoorende wijziging van de begrooting 1940, geven wij Uwe Vergadering, onder ver wijzing naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken, mitsdien thans in overweging: a. te besluiten tot kostelooze overneming in eigendom bij de gemeente van de Voorstraat, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie N, No. 1076, onder bepaling, dat door eige naresse, de Vennootschap onder Firma Erven J. van Ommering, te Oegstgeest, als tegemoetkoming in de kosten van de aller noodzakelijkste straatverbetering, welke een bedrag van 2000.niet zullen mogen te boven gaan, een vast bedrag van 1000.aan de gemeente moet worden voldaan; b. met toepassing van art. 20 van de wegenwet te be sluiten het onderhoud van de sub a genoemde straat ten laste van de Gemeente te brengen; c. vast te stellen den overgelegden begrootingsstaat, model D, dienst 1940, ten behoeve van de verbetering van de Voor straat. Op den post „Onvoorziene Uitgaven" is nog 13.557. beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 134. Leiden, 4 October 1940. Bij Raadsbesluit van 6 Mei j.l. (Ingek. Stukken No. 71) werd op de begrooting voor het dienstjaar 1940 o.m. een bedrag van 42.150.gebracht voor ten laste van den kapitaaldienst komende uitgaven voor de luchtbescherming. Ingevolge nader overleg met den Inspecteur voor de be scherming der bevolking tegen luchtaanvallen kan deze raming aanzienlijk worden verlaagd; anderzijds moet echter in verband met een noodzakelijke reorganisatie van den lucht beschermingsdienst over een nieuw crediet worden beschikt. In de praktijk bleek namelijk het vrijwilligerssysteem, waarop de luchtbeschermingsdienst, zoo hier als elders, was gebaseerd, niet geheel te voldoen; daarom werd naar een oplossing gezocht, die de ondervonden bezwaren zou kunnen ondervangen. In afwachting van de definitieve maatregelen, die mede door de Rijksautoriteiten daartoe zullen worden genomen aanvankelijk werd aan de beschikbaarstelling van personeel van den opbouwdienst gedacht, doch dat plan is tot nader order opgeschort hebben de Rijksautoriteiten goedge vonden, dat als tijdelijke maatregel particulieren op uurloon in dienst worden genomen, welk loon het Rijk voor zijn rekening neemt. De reorganisatie, die uit een en ander voortvloeit, omvat tevens de instelling van 4 brandweerpiketten, alsmede door- loopende bezetting van den centralen post en van 3 mel- dingsposten. Ten behoeve van deze reorganisatie en ter vermeerdering van de paraatheid van den dienst moeten uitgaven tot een bedrag van 6000.worden gedaan, welke uitgaven echter ook haar nut behouden bij de t. z. t. te verwachten nadere regeling van de personeelskwestie. Met inbegrip van dit bedrag van 6000.dient thans volgens onderstaande specificatie een bedrag van 20.500. op den kapitaaldienst te worden geraamd, welk bedrag derhalve in de plaats treedt van de hierboven genoemde som van 42.150.te weten: stalen helmen2.500. 16 slangenwagens met toebehooren 10.000. kaarslantaarns, zaklantaarns, aanwijsborden, het schilderen der sirenes, enz2.000. 4 vrachtauto's voor het vervoeren der baby spuiten 3.200.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1940 | | pagina 3