Een gedeelte van den inventaris is verkocht voor 4.420.26,
welk bedrag mitsdien in ontvangst behoort te worden geboekt
en kan dienen ter gedeeltelijke dekking van de bovengenoemde
nitgaaf ad ƒ16.172.32.
De taxatiewaarde van de niet verkochte goederen bedraagt
6.993.Een gedeelte hiervan als linoleum, gordijnen,
lampen e. d. is in de thans door de militairen bezette ge
bouwen achtergebleven, terwijl het restant op de Stads-
timmerwerf is opgeborgen.
Ter zake van deze overneming moet dus op den gewonen
dienst in een bedrag van 11.752.06 16.172.32 4.420.26)
worden voorzien.
Het is reeds thans, ook naar het oordeel van de Commissie
van Fabricage, noodzakelijk aan het nieuwe Eaadhuis een
machinist-stoker, voorloopig in den rang van hoofdmonteur
2e kl., te verbinden voor het bedienen en verzorgen van de
zeer belangrijke verwarmingsinstallatie, het houden van
toezicht op de liften, de electrische leidingen, de ventilatie-
inrichtingen, de brandpompinstallatie, terwijl deze func
tionaris ook zal kunnen worden belast met de controle op de
verwarmingsinstallaties in andere gemeentegebouwen.
Over 1940 vereischt de instelling van deze betrekking,
waarvoor ons College reeds een gegadigde heeft gevonden,
een uitgaaf van 1.100.met welk bedrag volgn. 249
„Verlichting en verwarming" (Eaadhuis) moet worden
verhoogd.
Ook dient voor 1940 nog een bedrag van 200.te worden
uitgetrokken voor het bedienen van het carillon van den
Stadhuistoren, gerekend ongeveer vanaf 1 September a.s.
Zie in verband hiermede de verhooging van volgn. 383
„Onderhoud en bediening van klokken, uurwerken, speel
werken en dergelijke" met 200.
Uit het bovenstaande blijkt, dat nog moet worden voorzien
in de dekking van ƒ2.700.(aandeel distributiekosten),
11.752.06 (inventaris Burcht), 1.100.(machinist-stoker
Eaadhuis) en 200.(bediening carillon), d. i. tezamen
15.752.06.
Hiervoor kan worden beschikt over een gedeelte van de
hoogere uitkeering, ingevolge art. 3, letter c, der financiëele
verhoudingswet over het uitkeeringstijdvak 1938/1939.
(Zie de verhooging van volgn. 5 „Verrekening der uit
keering uit het Gemeentefonds.)
Volgens onlangs van den Minister ontvangen bericht over
treft de definitieve uitkeering de tot nog toe ontvangen voor-
loopige uitkeering met een bedrag van ruim 70.000.
Ten slotte merken wij nog op, dat de uitgaven en ont
vangsten ter zake van de huisvesting van militairen in
gemeentegebouwen, alsmede de kosten vallende op de uit
betaling van de kostwinnersvergoedingen aan gezinsleden of
verwanten van gemobiliseerde militairen, welke uitgaven in
het algemeen van het Eijk worden terugontvangen, op de
begrooting kunnen worden gebracht, zbodra omtrent een en
ander voldoende gegevens bekend zijn.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging door
vaststelling van de overgelegde begrootingsstaten, model D,
dienst 1939 en 1940, tot de voorgestelde begrootingswijzi-
gingen te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GBOEN ZOON.
40