MAANDAG 11 MAAET 1940. 41 Schoonmaken van gemeentegebouwen. (de Cler e.a.) verwachten, dat spreekster zich zal vereenigen met een voorstel tot loonsverlaging, al gaat het in dezen dan ook slechts om enkele centen; spreekster hoopt, dat ook de Baad zich met een dergelijk voorstel niet accoord zal verklaren. De onrustbarende stijging van de prijzen der eerst noodige levensmiddelen (officieel bedraagt zij momenteel 7,3 maar iedere huisvrouw weet, dat zij grooter is) treft in het bijzonder het gedeelte der bevolking, waaruit deze werksters voortkomen; spreekster denkt hierbij vooral aan de aange kondigde verhooging van den prijs van het brood met 1 cent per 800 gram. De strenge winter heeft de bevolking parten gespeeld; de meeste arbeidersvrouwen kunnen thans geen groente koopenzelfs de doodgewone soorten kool zijn door de arbeiders niet te betalen. Spreekster heeft zich dan ook niet met het voorstel van het College kunnen vereenigen en daarom haar amendement ingediend. De heer Koole vraagt, of de gemeente het werk, dat de C.E.M.S.T.O. in de verschillende gebouwen verricht, door een deskundige laat controleeren. Volgens de stukken in de Leeskamer moet het personeel van de C.E.M.S.T.O. werken tot tevredenheid van de diensten en de schoolhoofden. Spreker heeft alleen het schoolgebouw aan de Medusastraat kunnen controleeren; de wijze, waarop dit gebouw door de C.E.M.S.T.O. wordt schoongemaakt, zou nooit sprekers tevredenheid kunnen opwekken. Het gebouw bevat 12 les lokalen, 1 lokaal, dat bij de schoolkindervoeding in gebruik is en 1 ongebruikt lokaal. Spreker stelt voorop, dat de school werkster daar hard werkte; zij is echter niet in staat al het werk, dat op haar werkrooster staat aangegeven, te ver richten. Ieder, die iets van schoonmaken afweet, zal moeten toegeven, dat ditgebouwin een toestand van vervuilingverkeert. Spreker heeft het schoolgebouw gezien, toen de C.E.M.S.T.O. het schoonmaken nog niet in handen had en ook, toen de C.E.M.S.T.O. het deed. Er was een groot verschil te consta- teeren; nu de C.E.M.S.T.O. het schoolgebouwschoonmaakt, ver keerde het in een deplorabelen toestand; de gangen waren smerig; de trappen werden slechts één keer in de week opge dweild, nog niet eens geboend, hetgeen een vies aanzien geeft. Een der hoofdambtenaren heeft het betrokken school hoofd gezegd, dat hij daarop aanmerking moest maken. Wanneer het College in de stukken zegt, dat de C.E.M.S.T.O. de werkzaamheden moet verrichten tot tevredenheid van de schoolhoofden, dan acht spreker een schoolhoofd toch niet deskupdig genoeg om daarover te oordeelen; het is moeilijk voor een man om dit te beoordeelen. Waar het hier gaat om een bedrag van 44. 850. per jaar, moet de gemeente laten controleeren, of het werk door de C.E.M.S.T.O. goed gedaan wordt. Het werk van de C.E.M.S.T.O. op het oogenblik is niet te vergelijken met het werk van de schoolschoonmaaksters vroeger. Spreker verzoekt den Wethouder meer contróle op het werk van de C.E.M.S.T.O. te laten uitoefenen. De heer Lombert zegt, dat achter de opmerking van het College in de stukken, dat de C.E.M.S.T.O. zoozeer tot volle tevredenheid werkt, toch wel een groot vraagteeken gezet mag worden. Wanneer een man, b.v. de heer Koole het reeds kan constateeren en op het bureau van den Wethouder van Fabricage het spinrag langs den zolder en den spiegel hangt, dan kan men toch niet zeggen, dat de C.E.M.S.T.O. tot volle tevredenheid werkt. Het is bij de Commissie van Fabricage zeer goed bekend, dat dit niet altijd het geval is. De heer Riedel kan een eenigszins anderen klank laten hooren. Spreker heeft zich laten inlichten door eenige hoofden van middelbare scholen, die hem medegedeeld hebben, dat zij zeer tevreden zijn over het werk van de C.E.M.S.T.O. De quaestie van de werkuren der werkvrouwen is in de Commissie van Fabricage uitvoerig besproken; deze Com missie heeft zich, gezien het algemeen standpunt, dat de be grootingen niet mochten worden overschreden, op het stand punt gesteld, dat deze post niet verder zou mogen worden verhoogd; men heeft dus besloten de bestaande tarieven te handhaven, maar aangezien daarin een onbillijkheid lag, heeft men een verhooging van het uurloon tot 34 cent redelijk geacht. Wel is waar zou daardoor een enkele werkvrouw be nadeeld worden, maar over het algemeen zou het voor de werkvrouwen een voordeel zijn, waar het uurloon dan op een rechtvaardige wijze zou zijn vastgesteld. Spreker kan niet beoordeelen, of het loon laag is; in ver gelijking met de loonen, die in particuliere diensten worden betaald, is het hoog; het is echter mogelijk, dat verschillende maatstaven worden aangelegd. Uit enkele steekproeven is het spreker gebleken, dat de werkvrouwen met genoegen haar werk doen en tevreden zijn met haar loonwanneer een alge- Schoonmaken van gemeentegebouwen. (Riedel e.a.) meene verhooging wordt toegepast, zal de tevredenheid toe nemen. In de Commissie van Fabricage meende men, dat de C.E.M.S.T.O. goed werk levert. Natuurlijk zijn er uitzonde ringsgevallen, maar men kan zich met eventueele klachten tot de betrokken instanties wenden en men behoeft daarvan geen uitvoerige uiteenzetting in den Baad te geven. De heer Wilbrink betoogt, dat men bij dit voorstel niet kan spreken van een algemeene loonsverlaging. De gang van zaken heeft de noodzakelijkheid van een reorganisatie aangetoond. Enkele jaren geleden meende men in het bezit van de hoogste wijsheid te zijn door voor de loonen ver schillende tarieven vast te stellen en meende men ook, dat dit zou werken tot algemeene tevredenheid. Het stelsel bleek echter niet te voldoen; het brengt mee, dat iemand, die een paar uur langer werkt, naar verhouding minder loon ontvangt, hetgeen nooit goed te keuren is. Men ging daarbij uit van de gedachte, dat iemand, die 40 uur werkt, beter af is dan iemand, die 20 uur werkt. Hier staat tegen over, dat sommige vrouwen in verband met haar huiselijke omstandigheden liever 20 dan 40 uur per week bij de C.E.M.S.T.O. werken. Het College heeft getracht loonsverlaging in dezen te vermijden. Bij een nivelleering naar boven kan men echter niet naar den top gaan, want dan is er geen sprake van nivelleering. Het voorstel van de Commissie van Fabricage is volgens spreker alleszins aannemelijk te achten, ook in verband met de loonen, die door anderen worden betaald; de loonen van de werksters bij particulieren of andere patroons liggen belangrijk beneden het bedrag van 34 cent per uur; de Universiteitsgebouwen betalen 30 cent per uur. De ge meente voldoet derhalve in ruime mate aan den eisch, dat zij als Overheidslichaam een behoorlijk voorbeeld moet geven en er voor moet waken, dat zij niet de slechtste loonen uitkeert. Spreker kan zich dan ook niet met het amendement van mevrouw de Cler vereenigen en wijst het namens het College af. Het College is natuurlijk wel bereid in overleg te treden met de C.E.M.S.T.O. over de vraag of het niet mogelijk is, werkvrouwen, die in loon zullen achteruitgaan, een of meer uren per dag langer te doen werken, waardoor het bezwaar van lagere inkomsten zal worden ondervangen. Het is echter ook mogelijk, dat er werkvrouwen zijn, die niet langer willen werken, omdat dit voor haar een bij verdienste is; maar dan is er ook geen bezwaar tegen, dat zij b.v. 12 of 20 cent per week minder ontvangen. De heer Koole meende, dat het schoonhouden van de schoollokalen, zooals het vroeger plaats vond, n.l. door werkvrouwen, die direct onder het schoolhoofd ressorteerden, beter geschiedde dan nu de C.E.M.S.T.O. het doet. Nu was het vroeger de taak van het schoolhoofd om, wanneer het niet goed ging, de werkvrouwen tot de orde te roepenthans is het zijn taak om dan de C.E.M.S.T.O. te waarschuwen en vervolgens eventueel den dienst van Gemeentewerken of den Wethouder. Spreker acht het echter treurig, dat een schoolhoofd, na geconstateerd te hebben dat zijn school er slecht uitziet, daarover geen enkele klacht laat hooren. Een schoolhoofd, dat daarop niet let, zal ook wanneer het schoonmaken door eigen werkvrouwen geschiedt, niet ver zekerd zijn, dat zijn school er goed uitziet. De heer Lombert heeft geklaagd over de kamer van spreker. Iedere werkvrouw vergeet weieens stof af te nemen op een bepaalde plek, maar dat wil nog niet zeggen, dat het in het geheel niet deugt. Voorts achtte de heer Lombert het frappant, dat een man, zooals de heer Koole, al zag dat het schoonhouden niet goed plaats vond. Spreker kan zich voorstellen, dat iemand van een postuur als de heer Koole dit beter ziet dan een vrouw; de heer Koole ziet het van boven, terwijl een ander er van onderen tegen aan kijkt. De schoolhoofden moeten het werk van de werkvrouwen, die op hun school werken, controleeren; anders schieten zij te kort in hun taak. De heer Koole antwoordt den Wethouder, dat het door hem genoemde schoolgebouw vroeger werd schoongehouden door twee werkvrouwen, die daartoe 3| uur per avond moesten werken; toch waren zij nog niet in staat in dien tijd het geheele gebouw stofvrij te maken. Hoe kan de C.E.M.S.T.O. het met een werkster dan wel goed doen? Wanneer de school Medusastraat niet bezet was door militairen, dan zou spreker het den Wethouder aantoonen dat de school niet goed werd schoongemaakt. Mevrouw de Cler zegt, dat volgens den heer Wilbrink sommige werkvrouwen misschien maar 12 tot 20 cent minder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1940 | | pagina 13