20
MAANDAG 12 FEBRUARI 1940.
(Wilbrink.)
Verkoop bouwterrein aan van Speykstraat, enz.
De heer Wilbrink zegt, dat het ook te gek zou zijn wanneer
iemand twee woningen, met Overheidsgeld gebouwd, zou
kunnen krijgen.
Er is wel eens aanmerking op gemaakt, dat menschen met
een inkomen als dat van den heer Eikerbout wonen in huizen,
gebouwd en zelfs geëxploiteerd met Overheidssteun. Nu is
het ook begrijpelijk, dat de heer Eikerbout niet woont in de
allergoedkoopste woning van de woningbouwvereniging,
waarvan hij bestuurslid is, maar dat hij zich daarop beroept,
acht spreker toch geen argument.
Dan zegt de heer Eikerbout: de grond daarachter is zoo'n
Nazareth, is zoo afgelegen, daar wil niemand wonen. Hieruit
blijkt dus, dat het niet zóó is, dat het College een gunstig
stukje grond aan particulieren wil verkoopen; neen, volgens
den heer Eikerbout zelf is het een ongunstig stuk grond, dat
men practisch niet kan verkoopen. Dat wil het College nu
opruimen, omdat het niet zoo gunstig is voor de arbeiders,
die daar zullen moeten wonen en nu deugt het ook niet.
Wie ook het den heer Eikerbout naar den zin kan maken,
spreker lukt het niet!
De heer Oostveen vroeg of inderdaad juist is de opmerking
van den heer Lombert, dat wanneer een woningbouw-
vereeniging daar zou moeten bouwen, het een jaar langer
zou duren. Dit betreft natuurlijk niet het bouwplan van
„Eensgezindheid" achter den Maresingel; spreker hoopt, dat
dit plan zal doorgaan; dit zal zeker geen jaar meer duren.
De heer Lombert heeft echter natuurlijk op het oog nieuwe
plannen, die daarnaast aan de orde gesteld zullen moeten
worden en dan zal het inderdaad geruimen tijd duren, voor
dat men tot bouwen kan overgaan. Een dergelijk voorstel
zou alle instanties moeten doorloopen; in dit opzicht is de
heer Lombert dus niet zoo ver mis. Den heer van Oyen
antwoordt spreker, dat het dus inderdaad zoo lang zal duren.
Op de vraag van den heer van Oyen, welke de huren zullen
zijn van woningen, gebouwd door particulieren en door de
woningbouwvereniging „Eensgezindheid", kan spreker geen
antwoord geven. De huur van de door particulieren daar
te bouwen woningen zal ongeveer 6.50 bedragen, maar
wanneer de woningbouwvereniging of de gemeente daar
over een jaar aan het bouwen gaat, is het voor spreker een
open vraag hoeveel de huur dan zal bedragen. Spreker
vestigt er echter zeer den nadruk op, dat er, wanneer deze
grond aan dezen particulier verkocht wordt, spoedig gebouwd
zal worden. Dit is in het belang van de werkverruiming en
ook in het belang van de volkshuisvesting. Al is er een
reserve van 2.75 aan woningen van meer dan ƒ6.huur,
dan wil dit nog niet zeggen, dat er enkele honderden woningen
van het te bouwen type leegstaan; dergelijke woningen zijn
op het oogenblik met een lantaarntje te zoeken. In het
Morschkwartier, in het Zuiderkwartier en ook daarachter
staat er slechts zeer zelden een leeg.
Het is mogelijk, dat een woning van deze soort hier en
daar leegstaat, maar er is geen sprake van, dat er zeer vele
woningen van deze soort zijn. In de oude stad kan men
enkele leegstaande en niet gewilde woningen in de huur-
klasse van 6.tot 7.vinden, maar in den nieuwbouw
staat er geen enkele leeg. Talrijke bewoners van woningen
van woningbouwvereenigingen trekken naar den nieuw
bouw, omdat zij een woning met kamers-en-suite willen
hebbenwoningen van deze soort zullen op deze bouw
terreinen worden gezet. De woningbouwvereenigingen krijgen
echter absoluut geen medewerking van de hoogere instanties
om woningen met kamers-en-suite te bouwen. Op het oogen
blik is men bezig met het plan achter den Maresingel en
vanwege het gemeentebestuur heeft men al het mogelijke
gedaan, omdat het woningtype gewild is, om van de Inspectie
toestemming te verkrijgen tot den bouw van woningen,
waarvan de kamers aan een suite doen denken (een klein
kamertje aan den voorkant en de groote woonkamer aan
den achterkant), maar het daartoe strekkend verzoek is
beslist afgewezen; of men komt bij de Commissie voor de
Uitbreidingsplannen, dan wel bij den Inspecteur van de
Volksgezondheid, men krijgt nul op het request. Men gaat
uit van de gedachte, dat een suite behoort in woningen
voor de beter gesitueerde arbeiders of de kleine midden
standers, die zelf in staat zijn voor een woning te zorgen.
Waar er behoefte aan woningen voor beter gesitueerde
arbeiders en kleine middenstanders bestaat, een geschikte
gelegenheid wordt geboden om de woningen te bouwen, de
gemeente per slot van rekening eenige winst op den grond
kan maken, waardoor kan worden tegemoet gekomen aan
de bezwaren, die zullen rijzen bij de overdracht aan de
woningbouwvereenigingen van gronden, die op zich zelf te
duur worden door den prijs, waarvoor de gemeente ze heeft
ingekocht, meent spreker den Baad met klem te moeten
verzoeken het voorstel van het College goed te keuren;
Verkoop bouwterrein aan van Speykstraat. enz.
(Wilbrink e.a.)
daarmede worden de belangen van de volkshuisvesting in
het algemeen gediend en daardoor zal het College in staat
gesteld worden de belangen van den arbeiderswoningbouw
in sterkere mate te bevorderen.
De lieer Schüller is het met den heer Eikerbout eens,
wanneer deze zegt, dat de heer Huurman in den Baad spreekt
over zaken, waarvan dit lid niets weethet is echter nog erger
de heer Huurman had van deze zaken wel iets kunnen weten,
indien hij gedurende den tijd, dat hij nu lid van den Baad is,
de stukken had nagegaan, die hem in de Leeskamer ten
dienste staan.
Uit zijn betoog blijkt, dat de heer Huurman het daarmede
niet zoo nauw neemt, maar dat hij in den Baad maar wat
zegt, met de gedachte: er blijft wel wat van hangen. De
heer Huurman zal echter wel ondervinden, dat hij hier een
dergelijke tactiek niet kan volgen, maar dat hij zijn be
weringen ook met deugdelijke bewijzen heeft te staven.
Spreker ontkent de kosten van het heiwerk schromelijk
overdreven te hebben, zooals de heeren Huurman en Wilbrink
gezegd hebben; spreker heeft deze cijfers ontleend aan de
officieele stukken van de woningbouwvereeniging „Ons
Belang", waarnaar het heiwerk voor deze vereeniging is
aanbesteed. Het is zeer goed mogelijk, dat de op het oogen
blik door Gemeentewerken berekende cijfers iets lager zullen
zijn voor de woningen, die er nu moeten komen, welke
woningen blijkens de uitlatingen van den Wethouder kleiner
zullen zijn dan de toen door de woningbouwvereenigingen
gebouwde huizen, maar in deze officieele stukken van „Ons
Belang" staat zeer duidelijk, dat het heiwerk voor 28 woningen
(vijf bovenwoningen, vijf benedenwoningen en 18 eengezins
woningen) 11.000.zou kosten. Wanneer spreker hier iets
zegt, komt hij met bewijzen! Dat de heer Huurman niet
gelooft, dat er zoovele van deze woningen leeg staan, bewijst
ook weer, dat hij het desbetreffende rapport, dat in de
Leeskamer was neergelegd, niet heeft nagelezen; anders had
hij kunnen zien, dat dit wel waar was. Dit bewijst, dat de
heer Huurman zijn taak als Raadslid niet serieus opvat.
Spreker is het er mee eens, dat deze terreinen bebouwd
moeten worden; het gaat echter om de vraag: waarmede
moeten ze bebouwd worden? De heer Huurman is wijselijk
ook maar heengeloopen over de vraag, of de huren van de
woningen verhoogd zullen moeten worden, wanneer er geheid
moet worden; daarover spreekt hij met geen woord. Ook
voert hij niet aan het argument, dat de bouwspeculanten
altijd uitspelen, n.l. dat zij zelf, met hun belastinggeld, de
stroppen van de woningbouwvereenigingen moeten betalen.
Over die huurverhooging wordt met geen woord gesproken;
dit gaat bij de particuliere huiseigenaren altijd zoo ge
makkelijk; zij zeggen des Maandags maar: je moet 20 cent
meer verwonen, anders ga je er uit.
Spreker weet ook, dat er herhaaldelijk aandrang uitgaat
van de Begeering om den particulieren woningbouw te be
vorderen. Daarvan is spreker werkelijk geen tegenstander.
De vraag is alleen maar: op welke wijze moet het gemeente
bestuur daaraan medewerken? Wanneer door het gemeente
bestuur is geconstateerd, dat er aan de soort van woningen,
die gebouwd zullen worden, geen behoefte is, dan kan het
gemeentebestuur, dat de belangen van de volkshuisvesting
moet behartigen, en dus ook in de behoefte aan arbeiders
woningen moet voorzien, aan de hand van de cijfers aan-
toonen, dat aan arbeiderswoningen gebrek is en dat de woning
bouwvereenigingen deze kunnen bouwen.
Bij een reserve van 0,55 in de huurklasse t/m. 6.
per week, moet men spreken van een tekort. Het is brood-
noodig, dat men in Leiden gaat bouwen, wil men nog niet
dieper in den put komen dan men er reeds in zit. Gedeputeerde
Staten hadden het besluit dan ook wel goedgekeurd. Het
is maar de vraag, met welken wil men naar Gedeputeerde
Staten gaat en waarvoor men wenscht te staan. Wanneer
het College den grond niet aan particulieren wil verkoopen,
is het wel in staat bij Gedeputeerde Staten zoo te redeneeren,
dat de grond inderdaad niet aan particulieren wordt verkocht
maar als het College geen zin heeft den grond aan woning
bouwvereenigingen te geven, kan het ook zoo redeneeren,
dat de woningbouwvereenigingen den grond niet krijgen.
Het hangt er van af, hoe men de zaak aanpakt.
De heer Wilbrink: U weet er misschien meer van dan ik!
De heer Schüller zegt, dat de heer Wilbrink het misschien
beter weet; de heer Wilbrink is van beroep koopman, spreker
is dit niet.
De heer Wilbrink doet den heer Schüller opmerken, dat
indien deze het niet weet, hij er ook niet over moet praten.