16
MAANDAG 12 FEBEUABI 1940.
Benoeming lid Commissie van Toezicht op het M. 0.; e. a.
(Voorzitter e.a.)
geval was, zou het College wel onmiddellijk tot het doen van
dezen stap zijn overgegaan), maar vooral ook naar aanleiding
van hetgeen hier en daar werd vernomen, zoowel van raads
leden als van anderen (ook de pers heeft zich reeds met de
zaak ingelaten), aan het College gebleken, dat er over deze
zaak wel het een en ander in den Eaad te doen zou zijn. Op
zich zelf zou dit niet erg zijn en men zou het gerust aan den
Eaad kunnen overlaten de zaak uit te vechten, wanneer het
niet was (zooals spreker duidelijk gebleken is bij de bespre
kingen, die hij hierover heeft gehad en uit hetgeen hij hierover
in de pers heeft gelezen), dat er toch wel eenige misverstanden
bestaan en het zeer bezwaarlijk is, dat een Baad oordeelt en
in discussie treedt over een aangelegenheid, die gebaseerd is
op misverstanden.
Het College heeft daarom besloten den Eaad voor te stellen
deze zaak aan te houden, ten einde het College in de gelegen
heid te stellen zijn eigen meening over het advies der Com
missie aan den Eaad kenbaar te maken, om zoo mogelijk
de misverstanden op te helderen. Op het oogenblik staat
het voor spreker vast, dat degenen, die bij deze zaak zijn
betrokken, hetzij als lid der Commissie, hetzij als lid van
den Eaad, een verschillend standpunt innemen ten opzichte
van niet alleen het principe, maar ook de feiten, zooals deze
zich hebben toegedragen. Juist op grond van het laatste
heeft het College gemeend, goed te doen met de aanhouding
van dit agendapunt voor te stellen, ten einde den Eaad
althans ten aanzien van de feiten nadere, nauwkeurige mede-
deelingen te kunnen doen, in de hoop, dat op de basis van deze
mededeelingen een vruchtbare discussie kan plaats hebben,
indien het noodig blijkt.
De heer van Eek heeft tegen het voorstel van orde van het
College op zich zelf geen bezwaar. Wanneer het College
meent door het uitbrengen van een praeadvies meer licht
omtrent de vervulling van deze vacature te kunnen brengen,
zal spreker zich daartegen niet verzetten. De Voorzitter
heeft echter zoo ontzaglijk voorzichtig gesproken (waarschijn
lijk met opzet), dat het voor spreker niet heel duidelijk is,
wat het College eigenlijk bedoelt.
Het heeft sprekers fractie en waarschijnlijk ook meer Eaads-
leden getroffen, dat bij deze aanbeveling geen rekening is
gehouden, althans wat de conclusie betreft, met den wensch
van den Eaad, dat bij de benoeming van leden dezer Com
missie gelet zal worden op de verschillende geestesrichtingen.
Spreker acht het vreemd, dat de Voorzitter in zijn toelichting
van het voorstel tot aanhouding met geen enkel woord heeft
gerept van de reden, op grond waarvan het College uitstel
wenschelijk acht. Immers, die reden is voor een gedeelte ook
gelegen in het feit, dat de Commissie bij haar aanbeveling
geen rekening heeft gehouden met de wenschen van den Baad
op dit punt.
De Voorzitter zegt, dat dit niet juist is. De essentieele vraag
is juist, of dit gebeurd is of niet.
De heer van Eek erkent, dat dit een dubium is, maar omdat
de Voorzitter met geen enkel woord heeft gezegd, dat dit het
dubium is, moet dit even onder de oogen gezien worden.
De Voorzitter geloofde niet, dat het noodig was dit te zeggen
na hetgeen in de pers reeds over deze zaak geschreven is.
Maar wanneer de heer van Eek gaarne wil, dat spreker daar
aan toevoegt, dat in de eventueel over deze zaak te houden
discussie dit punt het essentieele is, dan wil spreker dat gaarne
doen.
De heer van Eek verklaart zich dan bevredigd.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van den Voorzitter besloten tot het aanhouden van
punt 1 tot een volgende vergadering.
II. Voorstel in zake het aanvaarden van vergunningen tot
het leggen en exploiteeren van hoogspanningslijnen. (17)
III. Voorstel:
a. tot het van de N.V. Gemeenschappelijk Eigendom, Maat
schappij tot Exploitatie van Woon- en W inkelhuizen, te
's-Gravenhage, kosteloos in eigendom overnemen van
voor straat bestemden grond, gelegen in het verlengde
van de Burggravenlaan
b. tot het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van
het leggen van een gedeelte van het geprojecteerde stam-
riool tusschen de van den Brandelerkade en de Fruinlaan.
(18)
(Schiiller.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
achtereenvolgens overeenkomstig de voorstellen II en III
besloten.
IV. Voorstel:
a. tot het verkoopen van eenige perceelen bouwterrein aan
de van Speykstraat en de door te trekken Evertsenstraat
en Kortenaerstraat, aan W. C. van Oosterom, te Leider
dorp
b. tot het beschikbaarstellen van gelden voor het bouwrijp
maken van de sub a bedoelde gronden. (19)
Hierbij komt tevens aan de orde het adres van de Woning -
bouwvereeniging „Eensgezindheid" terzake.
De heer Schiiller verklaart zich tegen den verkoop van dezen
grond.
In de eerste plaats doet het wel zeer vreemd aan, dat het
College dit voorstel al aan den Eaad heeft doen toekomen,
voordat het zelfs wist, dat Gedeputeerde Staten het Baads-
besluit van 18 December 1939, tot aankoop van den grond
door de gemeente, hadden goedgekeurd. Het College ging dus
de huid van den beer reeds verkoopen, voordat de beer
geschoten was.
Het zou te waardeeren zijn, indien dezelfde spoed werd
betracht met den aankoop van goede gronden voor de volks
huisvesting, maar daarvan heeft spreker bij het College nooit
veel ontdekt.
In dit geval gaat het om een stuk grond, waarop woningen
kunnen worden gebouwd, zonder dat men behoeft te heien.
Blijkens de grondkaart bezit de gemeente op het oogenblik
heel weinig goeden bouwgrond. De gemeente beschikt wel
over uitgestrekte terreinen ten noorden van den Mare- en den
Heerensingel, maar daar moet. bij den woningbouw geheid
worden. Het heel groote terrein, dat de gemeente in het Kooi-
kwartier bezit, kan niet direct voor bebouwing in aanmerking
komen. Alleen aan den Heerenweg bezit de gemeente een
terrein, dat zeer geschikt is voor den bouw van arbeiders
woningen, maar tot nog heeft men om voor spreker onbekende
redenen nog geen woningbouwvereniging de kans gegeven
daar arbeiderswoningen te bouwen en het lijkt er op, dat dit
bij uitstek geschikte terrein wordt gereserveerd voor grond
en bouwspeculanten om daarop woningen te bouwen, waaraan
zeer zeker in Leiden geen behoefte bestaat, omdat er aller
minst gebrek aan is.
Zoo is het ook in dit geval. Indien de gronden worden ver
kocht, zal men er z.g. kleine-middenstandswoningen op
bouwen, waarvan de huren niet door de arbeiders kunnen
worden betaald. Thans staan nog 200 woningen leeg, boven
de 6.— huur per week, die te zamen een reserve van 2,75
vormen. Het College heeft jarenlang gezegd, dat zoolang de
woningreserve niet tot 2 is gedaald, er geen woningnood
bestaatvolgens deze redeneering bestaat er in die huurklasse
momenteel geen woningnood.
Wanneer men betoogt, dat het in dezen gaat om een klein
stukje grond, waarop slechts 40 a 45 woningen kunnen worden
gebouwd, zoodat slechts voor een klein percentage in de huidige
behoefte aan arbeiderswoningen zou worden voorzien, indien
het in plaats van middenstandswoningen arbeiderswoningen
waren, is dit wel juist, maar daarbij mag men niet vergeten
(het is niet sprekers voornaamste argument, doch het mag
wel in het openbaar worden gezegd), hoe het met dezen gron
den is gegaan.
In eerste instantie is de woningbouwvereeniging „Eensge
zindheid" in onderhandeling getreden met den toenmaligen
eigenaar van deze gronden; zij heeft het gemeentebestuur
medegedeeld, dat deze gronden gekocht konden worden. Het
gemeentebestuur is daarna zelf gaan onderhandelen en de
Eaad heeft besloten de gronden aan te koopen ter bevorde
ring van de volkshuisvesting. Deze gronden waren kenneüjk
echter bestemd al is dit in het raadsbesluit en in de discus
sie in den Eaad in het geheel niet naar voren gebracht
voor de woningbouwvereeniging „Eensgezindheid". Dit is
zelfs al de derde teleurstelling, die deze woningbouwvereeni
ging van het gemeentebestuur heeft te ondervinden. Nu zal
men spreker toevoegen: inderdaad, maar die woningbouw
vereeniging zal niet te kort komen; wanneer er woningen
gebouwd moeten worden, heeft de gemeente nog grond ge
noeg. Wanneer echter door de woningbouwvereenigingen
de bouw van arbeiderswoningen zal moeten worden ter hand
genomen, dan zullen indien spreker juist is ingelicht, zooals
de toestand nu is, daarvoor in de allereerste plaats worden
aangewezen de terreinen achter den Maresingel. Nu heeft
spreker van het bestuur van een woningbouwvereeniging,
die daar 28 woningen heeft gebouwd, vernomen dat het
absoluut noodzakelijk was voor deze woningen te heien.