GEMEENTERAAD VAN LEDEN.
13
IMGEEOHEM 8TUKKEM.
K°. 20. Leiden, 8 Februari 1940.
Aangezien wij ons met het hierachter afgedrukte voorstel
van Commissarissen van de Stedelijke Fabrieken van Gas
en Electriciteit kunnen vereenigen, geven wij Uw Vergadering
in overweging met de gemeente Gouda een overeenkomst
tot wederzijdsche stroomlevering aan te gaan, overeen
komstig het overgelegde ontwerp.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 5 Februari 1940.
Reeds geruimen tijd zijn door de Directie van de Licht
fabrieken pogingen aangewend om met de gemeente Gouda
te komen tot een overeenkomst tot wederzijdsche stroom
levering in gevallen van storing of tot tijdelijke hulp over
en weer van eenigszins langeren duur. Deze pogingen zijn
thans met succes bekroond en met de Directie van de
Electriciteitsfabriek te Gouda werd overeenstemming ver
kregen op basis van de hierbij overgelegde overeenkomst.
Volgens dit ontwerp zal een verbinding tot stand worden
gebracht door middel van een kabel, die ons hoogspannings
station Kleiweg in de gemeente Waddinxveen zal verbinden
met de Centrale te Gouda, terwijl ook ons telefoonnet door
middel van een kabel verbonden zal worden met deze
Centrale. Gouda zal bekostigen het gedeelte, dat binnen
haar grenzen ligt; de Lichtfabrieken zullen aanleggen het
gedeelte kabel met toebehooren binnen de gemeente Waddinx
veen tot de grens van Gouda. Beide gedeelten zijn in
lengte nagenoeg gelijk. De kosten kunnen uit de eigen
middelen van de Fabrieken worden bestreden.
Door deze overeenkomst zal Leiden naast de reeds aan
wezige 4 plaatsen, waar zij met de centrales van Koord-
Holland, Utrecht en Delft gekoppeld is, thans op een vijfde
plaats bij storing of in andere bijzondere omstandigheden
de beschikking kunnen krijgen over 500 K.W.
Aangezien wij de ontworpen regeling in het belang van
Leiden achten, geven wij Uw College in overweging den
Raad voor te stellen met de gemeente Gouda een over
eenkomst tot wederzijdsche stroomlevering aan te gaan,
overeenkomstig het hierbijgevoegde ontwerp.
Commissarissen van de Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit,
A. v. d. Sande Bakhuyzen, Voorzitter.
K. J. Rowaan, plv. Secretaris.
Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
K°. 21. Leiden, 1 Maart 1940.
Kaar aanleiding van de in Uwe op 12 Februari j.l. ge
houden vergadering gevoerde discussie inzake de aanbeveling
ter benoeming van een lid van de Commissie van Toezicht
op het Middelbaar Onderwijs (vacature de heer P. L. Hessing)
hebben wij omtrent deze aanbeveling nader overleg met deze
Commissie gepleegd. Het resultaat van dit onderzoek is
geweest, dat de Commissie ons een uitvoerige uiteenzetting
heeft gegeven van de geschiedenis van de tot standkoming
van de door haar ingediende aanbeveling en van het in
deze door haar ingenomen standpunt. Dit schrijven hebben
wij, met de overige op deze zaak betrekking hebbende
stukken, in de Leeskamer ter inzage gelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
K°. 22. Leiden, 1 Maart 1940.
Tengevolge van verleend eervol ontslag of overplaatsing
naar een andere school zijn aan een drietal scholen vacatures
ontstaan van onderwijzer.
In verband daarmede en met verwijzing naar de in de
Leeskamer ter inzage gelegde stukken, waaronder het advies
van den Inspecteur van het Lager Onderwijs, verzoeken wij
Uwe Vergadering over te gaan tot benoeming, met ingang
van een nader door ons College te bepalen datum, van een
onderwijzer aan elke der na te noemen scholen, waarvoor
door ons worden voorgedragen:
a. opleidingsschool voor u.l.o. aan den Rijnsburgersingel:
1°. I. VAK ITERSOK
2°. G. J. SPAKJAARD f te Leiden;
3°. P. T. KLIKKHAMER
b. opleidingsschool voor u.l.o. aan den Rijnsburgersingel:
1°. G. J. SPAKJAARD
2°. P. T. KLIKKHAMER
3°. J. SLEGTEKHORST
c. o.l. school aan den Zuidsingel A:
1°. P. T. KLIKKHAMER
2°. J. SLEGTEKHORST J
3°. J. TEEUWEK
d. o.l. school aan den Zuidsingel B:
1°. J. SLEGTEKHORST
2°. J. TEEUWEK S
3°. G. J. PREVO
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
K°. 23. Leiden, 1 Maart 1940.
Ter voorziening in de vacatures, ontstaan in de Commissie
van Toezicht op de Bewaarscholen tengevolge van het
vertrek naar elders van Reetor R. Reynen en de periodieke
aftreding van de dames Z. Kruit-Vermeer en J. C. Baars,
bieden wij U, met verwijzing naar het in de Leeskamer ter
inzage gelegd schrijven van die Commissie, de hierna vol
gende voordrachten aan:
a. Vacature Rector R. Reynen:
1°. Rector F. A. M. BERKEFELD,
2°. Pastoor Th. M. BEUKERS;
b. Vacature Mevr. Z. Kruit-Vermeer:
1°. Mevr. Z. KRUIT—VERMEER,
2°. Mevr. M. C. BEIJ—MEIJERS;
c. Vacature Mej. J. G. Baars:
1°. Mej. J. C. BAARS,
2°. Mej. B. W. VAK DUIJK.
Wij verzoeken U alsnu tot benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
K°. 24. Leiden, 1 Maart 1940.
Met ingang van 6 Kovember j.l. werd de heer T. Lekker-
kerker tot wederopzeggens, doch uiterlijk voor den tijd
van drie maanden, benoemd tot tijdelijk leeraar in Keder-
landsch aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus,
zulks in verband met de ziekte van den heer B. M. Koach.
Aangezien de heer Koach op 19 Februari j.l. zijn lessen
heeft hervat is dus verlenging van de evenbedoelde tijdelijke
aanstelling noodig. Mitsdien geven wij U in overweging de
tijdelijke opdracht aan den heer T. Lekkerkerker, tot het
geven van onderwijs in de Kederlandsche taal aan de
Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus, alsnog te ver
lengen tot 19 Februari 1940.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
K°. 25. Leiden, 1 Maart 1940.
In Uwe Vergadering van 23 Januari 1939 (Ingek. Stukken
Ko. 1) werd de heer C. P. J. Stotijn, met ingang van een
door ons te bepalen datum, benoemd tot 2en geneesheer
te Leiden;
te Leiden;
te Leiden.