358
VRIJDAG 22 DECEMBER 1939.
Luchtafweergeschut.
(Eskens e.a.)
dat bij slecht weer en lage wolken de hoogte niet hooger
mag wezen dan 1000 M, wil het vliegtuig nog iets zien,
maar we hooren eiken dag, dat bij slecht weer meestal niet
gevlogen wordt. We moeten dus een aanval aannemen bij
nacht en bij helder weer. De afstand, waarop een vliegtuig
bommen kan werpen met redelijke trefkans, is 3000 M., dus
doe je met 2 c.M. geschut niets daartegen, wel met 4 c.M. ge
schut, dat tot 5000 M., kan schieten." Deze beroepsofficier
acht het dus beter een grooter kaliber te nemen dan 2 c.M.
Op de voordracht, die generaal Carstens heeft gehouden,
heeft deze ook niet pertinent kunnen zeggen, dat geschut van
2 c.M. werkelijk afdoende zou zijn. De andere beroepsofficier,
wien spreker inlichtingen gevraagd heeft, wil geschut van
2 c.M., maar daarnaast ook geschut van zwaarder kaliber. Hij
acht geschut van 2 c.M. goed, omdat een bom gewoonlijk in
duikvlucht geworpen wordt. Nu is het prijsverschil tusschen
het geschut van verschillend kaliber zeer groot. Spreker vreest,
dat een bedrag van 125.000.niet voldoende zal zijn, zeker
niet wanneer er zoeklichten bij komen. Wordt het kaliber
grooter, dan zullen ook de zoeklichten van grooter capaciteit
moeten zijn. Daarbij komt nog de belangrijke vraagwanneer
kan het geschut geleverd worden?
De eerstbedoelde officier heeft spreker geschreven: ,,De
Minister van Defensie zelf heeft verklaard na heel lang wachten
een batterij van 7,5 c.m. te hebben ontvangen en hoopt de
andere 19 gauw te krijgen." Dit gold dus een bestelling van
het Rijk. De briefschrijver veronderstelt, dat het ook zoo zal
zijn met de 2 c.M.- en 4 c.M.-batterijen en dat bestellingen,
die 1 Januari 1940 worden gedaan, eerst na een half jaar
zullen worden uitgevoerd. Daarbij komt, dat eenig personeel
van den luchtafweerdienst afgericht moet worden en ook dit
schijnt minstens eenige maanden te vragen. Zijn deze gegevens
juist en zal het geschut dus eerst einde Juni 1940 geleverd
kunnen worden, dan durft spreker het risico nemen, in het
geheel geen luchtafweergeschut te bestellen. Wordt Neder
land binnen het half jaar in den oorlog betrokken, dan is het
platgebrand vóór het luchtafweergeschut wordt geleverd;
geraakt Nederland in dien tijd niet in oorlog, dan is het
luchtafweergeschut niet noodig.
Het gaat hierbij om groote bedragen, waarbij men dient
te bedenken, dat, wanneer het geschut niet wordt gebruikt,
het na eenigen tijd waardeloos „oudroest" is.
Spreker zal daarom gaarne eenige nadere inlichtingen ont
vangen alvorens zijn stem te bepalen.
De heer Oostveen is eerst na lange aarzeling tot het besluit
gekomen ook iets over dit onderwerp te zeggen.
Het voorstel van het College betreft naar het oordeel van
sprekers fractie een zaak, waarvan de verzorging behoort
tot de taak van het Rijk, dat zich echter bepaalt tot de ver
dediging van de grenzen en de militaire doelpunten.
Evenals de heeren Parmentier en Eskens verzoekt spreker
het College mede te deelen, welke bedoelingen het heeft en
bovenal welk soort geschut men denkt te kunnen koopen.
Verder zou spreker kunnen vragen: wat denkt het College
van de munitie, het onderhoud, de africhting, de plaatsen van
opstelling, en vooral van de waarde van dit geschut voor het
heil der bevolking?
Het College verklaart in het Ingekomen Stuk de aanschaf
fing van luchtafweergeschut hoogst wenschelijk te achten.
Sprekers fractie heeft getracht, zich zooveel mogelijk te infor-
meeren, maar als er een zaak is, waarvan „men" weinig weet,
is het wel deze.
In haar schrijven verklaart de Luchtafweercommissie het
werk te moeten staken, indien de gemeente geen bijdrage
verleent en dit besluit dan te zullen publiceeren. Spreker
heeft dit gevoeld als een soort dreigement. Thans stelt spreker
vast, dat de industrieën allerberoerdst uit den hoek zijn ge
komen, want zij met haar allen en dat deel der burgerij, het
welk ook heeft bijgedragen, hebben 35.000.bijeengebracht.
Alvorens zijn stem over dit voorstel te bepalen, zal spreker
de nadere inlichtingen van het College omtrent den aard van
het voorstel afwachten; sprekers fractie is ten aanzien van
deze materie verdeeld.
Toen de heer Parmentier in de vergadering van 6 November
zijn vraag stelde, dacht spreker, dat de gemeente nooit met
deze zaak beginnen kon. Na overdenking van de informaties,
welke spreker daarover heeft ingewonnen, is hij tot de con
clusie gekomen, dat, indien het College stellige mededeelingen
kon doen, hij het wellicht niet verantwoord zou achten tegen
over de burgerij om het voorstel zonder meer af te stemmen.
Spreker denkt er nog niet over zijn stem te geven aan het
voorstel, zooals het thans luidt.
Allen, die over dit voorstel zullen spreken en allen, die over
deze materie hebben gedacht, zullen het met spreker eens
zijn, dat indien de Raad dit voorstel verwerpt en het lucht-
Luclitaf u eergeschut.
(Oostveen e.a.)
afweergeschut in de toekomst toch noodig is, de burgerij dan
het verwijt tot den Raad zal richten, dat een onheil als haar
dan misschien zal overkomen, had kunnen worden voor
komen door aanvaarding van dit voorstel. Maar dan zal zeker
niet behoeven te worden gedacht over stukken van 2 c.M.
Volgens den heer Eskens hebben deze een draagwijdte van
1800 M. het Commando Luchtverdediging neemt aan, dat
deze een nuttig effect hebben van niet meer dan 1500 M. Zeker,
geschut van 4 c.M. reikt verder, maar heeft men zich gereali
seerd, wat het resultaat kan zijn? Spreker weet niet hoeveel
batterijen en welke soorten geschut er komen; scherpschutters
uit het Nederlandsche leger hebben hem echter verklaard,
dat hun het brevet als zoodanig is uitgereikt bij een treffers
aantal van 5 op een rustig vliegend doel. Waar Warschau
en Helsinski gebombardeerd zijn door reeksen van vliegtuigen,
zou Leiden omgeven moeten worden door een ring van afweer
geschut. Zeker zal het geschut van 4 c.M. moeten zijn, want
bij het bombardeeren van belangrijke doelen zooals b.v. de
Electrische Centrale, zal de vijandelijke vlieger rekening
moeten houden met wind, eigen snelheid en hoogte en zal
hij eenigen tijd tevoren zijn bommen moeten laten vallen om
een redelijke kans te hebben, de Centrale te raken, maar dan
heeft hij ook kans, het station te treffen. Alle deelen van de
stad, gelegen tusschen het station en de centrale, kunnen dus
getroffen worden. Men moet dus zooveel geschut van 4 c.M.
hebben, dat men naar alle richtingen op 5.000 a 10.000 M. het
vuur kan openen en dat men met een redelijke kans op succes
een serie vliegtuigen kan tegenhouden. Wanneer men wil
doen wat noodig is, is dit financieel absoluut onuitvoerbaar.
Wanneer men, overeenkomstig de teekening van de Lucht
afweercommissie met haar zes cirkels, zes batterijen plaatst,
zou men bij deze batterijen scherpschutters moeten plaatsen,
die met buitengewone koelbloedigheid richten en zeer systema
tisch, stuk na stuk, batterij na batterij, een vliegmachine
onder vuur nemen. Voordat spreker dus zijn stem aan dit
voorstel geeft, verzoekt hij het College dringend, den Raad
nader in te lichten over het geheele voorstel. Spreker acht dit
een zaak, die men niet aanstonds zonder meer kan afstemmen
de Raad moet de burgerij de grootst mogelijke veiligheid, rust
en zekerheid geven; de gemeente moet voor de bescherming-
van de bevolking doen wat in haar vermogen is. Bovendien,
en deze vraag klemt voor spreker toch ookwat verstaat het
College onder de nader te bepalen voorwaarden, waaronder
het in uitzicht stellen van die 125.000.zou moeten ge
schieden? Ook deze voorwaarden kunnen zeer veel gewicht
in de schaal leggen, als spreker zijn stem bepaalt.
De heer Riedel wenscht op practische gronden critiek te
oefenen op het voorstel van het College.
Men heeft noodig voor een zoo goed mogelijke bescher
ming van bedrijven en derhalve ook van gemeentelijke
objecten, dus om een gericht bombardement nagenoeg
onmogelijk te maken:
a. 7.5 cM. geschut voor een gebied met een straal van
7000 a 8000 M.;
b. 4 cM. geschut voor een gebied met een straal van
4000 M. en
c. 2 cM. geschut voor een gebied met een straal van
1800 M.
De 1ste luitenant bij de luchtdoelartillerie, de heer Hoog-
terp, zegt hiervan in het Studie-orgaan voor het Lucht-
beschermingsvraagstuk„De kosten van een groep ver
dedigingsmiddelen, waarin al de onder a, b en c vermelde
in de vereischte hoeveelheid voorkomen, zijn zóó hoog, dat
aanschaffing er van meestal niet in overweging genomen
kan worden." Het geschut van 4 cM. kost ongeveer 4 maal
zooveel als het geschut van 2 cM. en het geschut van 7.5 cM.
zal zeker nog duurder zijn. Generaal Carstens heeft daarom
in de rede, welke hij op 2 October j.l. te Leiden heeft uitge
sproken, voorgerekend, dat alleen geschut van 2 cM. zou
kunnen worden gekocht. Intusschen moet een bedrag van
200.000.worden besteed om de stad Leiden met 6 batte
rijen van dit geschut te voorzien.
Wethouder Feber heeft 23 November 1939 in den Haag-
schen gemeenteraad gezegd: „Onze luchtafweermiddelen,
waaronder de batterijen, tot aanschaffing waarvan de ge
meente door de burgerij in staat is gesteld, zouden ideaal zijn,
indien daardoor elk luchtgevaar kon worden afgewend.
Dit ideaal kan echter niet worden gewaarborgd." Dit is een
zeer optimistische verklaring, want het geschut van 2 cM.
bestrijkt slechts een derde van het gebied, dat bestreken
moet worden en een zoodanige volkomen onvoldoende ver
dediging zou Leiden 200.000.moeten kosten.
In zijn eerste antwoord aan den heer Parmentier zegt
het College, te recht voorzichtig, dat aanschaffing van
eenig afweergeschut aanbeveling verdient; thans deelt het