VRIJDAG 22 DECEMBER 1939.
357
Gemeente-begrooling Ontvangsten.
(Voorzitter e.a.)
eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
vastgesteld.
Volgnr. 212 wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Hierna wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
besloten, dat, in afwijking van het bepaalde in art. 28 van de
verordening van 2 Juli 1934 (Gem. blad No. 19), gewijzigd
bij de verordening van 5 Juli 1937 (Gem. blad No. 12), ook
weer voor het jaar 1940 de rekening van de Electriciteits-
fabriek behalve met de afschrijvingen, vastgesteld overeen
komstig art. 17 van genoemde verordening, inplaats van met
2 zal worden belast met van de som der door de ge
meente oorspronkelijk verstrekte en nog niet afgeloste aanleg
en uitbreidingskapitalen, waarna de begrooting van de
Electriciteitsfabriek voor 1940 eveneens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
Volgnr. 213 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
Bij volgnr. 214 wordt de begrooting van de Gestichten
Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest voor 1940 zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld, waarna
dit volgnr. eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 215 wordt de begrooting van het Openbaar
Slachthuis voor 1940 zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 216 wordt de begrooting van het Grondbedrijf
voor 1940 zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Volgnr. 217 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
Bij volgnr. 218 wordt de begrooting van den Reinigings- en
Ontsmettingsdienst voor 1940 zonder beraadslaging of hoof
delijke stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aange
nomen.
Bij volgnr. 219 wordt de begrooting van de Gemeentelijke
Volkscredietbank voor 1940 zonder beraadslaging of hoofde
lijke stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aange
nomen.
Bij volgnr. 220 wordt de begrooting voor het Gemeentelijk
Waschbureau voor 1940 zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 221 wordt de begrooting van het Gemeentelijk
Radio-Distributie-Bedrijf voor 1940 zonder beraadslaging of
hoofdehjke stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. even
eens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
aangenomen.
De volgnrs. 222 tot en met 225, 227 tot en met 229 worden
achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming aangenomen. (Volgnr. 226 is vervallen).
De Voorzitter deelt mede, dat in verband met de nader in de
begrooting aangebrachte wijzigingen volgnr. 230 (Opbrengst
van maatregelen tot versterking van de inkomsten en ver
laging van de uitgaven) wordt uitgetrokken op 1.15,609.
Het gewijzigde volgnr. 230 wordt zonder beraadslaging
of hoofdehjke stemming aangenomen.
De volgnrs. 231 tot en met 233 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Vervolgens wordt volgnr. 725 (Onvoorziene uitgaven),
uitgetrokken op een bedrag van 30.423,zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De geheele begrooting van den gewonen dienst, in ontvang
en uitgaaf tot een bedrag van ƒ10.157.303.wordt vervolgens
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Gemeente-begrooting Ontvangsten; e.a.
(Schüller e.a.)
De uitgaafposten van den kapitaaldienst, volgnrs. 864 tot
en met 867, worden achtereenvolgens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 868, luidende: „Uitgaven in
verband met den bouw van een nieuw Stadhuis f6.000.
De heer Schüller verzoekt het College zorg te dragen, dat
in 1940 niet zoo rustig wordt gewerkt, dat een dergelijk
bedrag ook op de begrooting voor 1941 is te verwachten.
Volgnr. 868 wordt zonder hoofdehjke stemming aan
genomen.
De volgnrs. 869 tot en met 964, alsmede de ontvangstposten
van dien dienst, volgnrs. 726 tot en met 863 worden achtereen
volgens zonder beraadslaging of hoofdehjke stemming aan
genomen.
De geheele begrooting van den kapitaaldienst, in ontvang
en uitgaaf tot een bedrag van 6.450.815.wordt ten slotte
zonder hoofdehjke stemming vastgesteld.
De Voorzitter stelt thans aan de orde
XXXIV. Benoeming van een lid van den Baad van Beheer
van de Sportstichting (vacature: de heer van der Kwaak). (212)
Wordt benoemd de heer Jhr. Mr. L. H. N. F. M. Bosch
Ridder van Rosenthal met 30 stemmen; de heeren B. J.
Huurman en A. van Rosmalen verkregen ieder 1 stem.
De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de
genomen moeite.
XXXV'. Voorstel inzake het in uitzichtstellen van een
bijdrage uit de gemeentekas in de kosten van aanschaffing
van luchtafweergeschut. (219)
De heer Parmentier betuigt zijn zeer grooten dank aan het
College voor den buitengewonen spoed, dien het betracht
heeft met de behandehng van sprekers voorstel, dat het
College pas op 4 December j.l. in praeadvies genomen heeft.
Intusschen staat men nu voor de moeilijkheid om uit te
spreken, dat deze zeer belangrijke uitgave op het oogenblik
wenschelijk, ja noodzakelijk is. Dit is voor spreker een zeer
moeilijke beslissing, die hij slechts kan nemen na deskundige
voorhchting. Vooral de financieele omstandigheden van
Leiden dringen er toe deze uitgave buitengewoon nauwkeurig
te bezien. In het Ingekomen Stuk spreekt het College zeer
positief de wenschelijkheid uit van de aanschaffing van
luchtafweergeschut; spreker vermoedt dus, dat het College
een zekere bron van inlichtingen gehad heeft, die geraad
pleegd heeft en op grond daarvan tot deze zeer positieve
uitspraak gekomen is. Spreker zou het op hoogen prijs
stellen, wanneer den Raad hiervan iets werd medegedeeld.
Spreker beschouwt deze uitgave als een soort assurantie
premie; men durft deze assurantie eenvoudig niet nalaten,
maar men sluit deze af, al kost ze veel geld. En, zooals het
gaat met vele assuranties, wanneer geen rampen voorkomen,
vorderen in een betrekkelijk gering aantal jaren deze assu
rantie-premies een buitengewoon groote som. Deze is de
maatstaf, waarnaar spreker dit voorstel beoordeelt. Spreker
heeft dus behoefte te weten of het College zich op de hoogte
gesteld heeft van de meening van organen, die op dit terrein
meer deskundig zijn.
De heer Kskens zegt, dat het hem moeilijk valt, zonder
nadere gegevens zijn stem te geven aan dit voorstel van het
College. Spreker zou b.v. gaarne weten hoeveel stukken ge
schut er komen, van welk kaliber het geschut is en of de be
diening en ook de munitie begrepen zijn onder deze kosten.
Is spreker goed ingelicht, dan is het de bedoeling zes stukken
geschut van twee centimeter aan te schaffen. Nu schijnen de
geleerden het er blijkbaar niet over eens te zijn van welk
kaliber het geschut moet zijn om voldoende draagkracht en
indringingsvermogen te hebben ter beveiliging van gebouwen
en mensehen. Spreker heeft hierover inlichtingen gevraagd
aan twee beroepsofficieren. Het is eigenaardig: de een staat
in het bijzonder op geschut van een grooter kaliber dan 2 c.m.,
de ander wil geschut van 2 c.m., maar daarnaast eenige
stukken van 4 c.m. De eerste schrijft spreker het volgende:
„Volgens officieele gegevens draagt dit geschut" d.w.z.
geschut van 2 c.m. 1800 M., dat wil dus zeggen, dat
boven de 1800 M bommen kunnen worden geworpen, zonder
dat we hier iets tegen kunnen doen. Men kan nu wel zeggen,