128 dividend- en tantième-belasting overtrof de raming met 11.520.99, terwijl aan „gewetensgelden", welke voor „me morie" waren geraamd, ƒ3.447.90 werd ontvangen. Voorts werd ten behoeve van den dienst 1938 beschikt over een gedeelte ad 22.634. 13 van de hoogere uitkeering, ingevolge art. 3, letter c der financiëele verhoudingswet over het tijdvak 1937/1938. Aan rente van geldleeningen werd over 1938 betaald 725.514.60, over 1937 759.737.24 en over 1936 832.001.93. Over 1938 werden echter verschillende coupons van geld leeningen tot een totaal bedrag van 729.25 nog niet ter in wisseling aangeboden, zoodat de rente-uitgaaf over 1938 feitelijk bedraagt 726.243.85 725.514.60 729.25), d.i. 3.719.15 minder dan de oorspronkelijke raming ad 729.963. Aan aflossing van geldleeningen werd over 1938 betaald 723.286.35, over 1937, 728.274.27, over 1936 617.550.—. Op de begrooting voor 1938 was voor aflossing oorspronke lijk 738.515.uitgetrokken, zoodat over 1938 15.228.65 minder werd afgelost dan geraamd was. De oorzaken hiervan zijn, dat van het aan de gemeente verstrekte voorschot uit het Werkfonds (1934) 2.728.65 minder werd afgelost, dan geraamd was en dat door de conversie in 1938 van het restant ad 487.500.van de 4 geldleening van 1936, groot 500.000.de geraamde af lossing ad 12.500.van die geldleening over 1938 kwam te vervallendaartegenover werd echter het bedrag van 12.500.- voor „reserveering van aflossing," naar den kapitaaldienst overgeboekt, zoodat deze mindere aflossing geen invloed heeft gehad op het resultaat van den gewonen dienst 1938. De overboeking van den kapitaaldienst naar den gewonen dienst terzake van de egalisatie van de pensioenlasten be treffende de ambtenaren, die reeds vóór 1 October 1913 in dienst van de gemeente waren, bedroeg over 1938 53.458.63. Over 1937, toen deze financiëele maatregel van permanenten- aard voor het eerst werd toegepast, werd 42.101.03 over geboekt. Het eindresultaat van den gewonen dienst over het jaar 1938 zelf, met uitschakeling derhalve van de ontvangsten uit vroegere diensten, is dat de dienst sluit met een nadeelig exploitatie-saldo van 133.260.10 ƒ29.825.64 56.758.18 ƒ26.932.54) ƒ163.085.74. Het dienstjaar 1937 sloot met een nadeelig exploitatie-saldo van 211.872.34, dat van 1936 met een nadeelig exploitatie saldo van 85.861.75. Door de bijzondere maatregelen, welke in de genoemde jaren moesten worden genomen, om eene sluitende begrooting te verkrijgen, is een vergelijking van de saldo's dezer jaren niet wel mogelijk, hetgeen eveneens geldt voor de uitkomsten van de verschillende hoofdstukken en paragrafen. Voorts moet nog in aanmerking genomen worden, dat de gevolgen van de genomen maatregelen (halveering premie ongevallenfonds, rentebesparing door conversie enz.) ter versterking van de inkomsten en verlaging van de uitgaven, waarvan de geraamde opbrengst ad ƒ32.150.is uitge trokken op volgn. 221 „Opbrengst van maatregelen tot ver sterking van de inkomsten en verlaging van de uitgaven" niet in de betrekkelijke hoofdstukken en paragrafen van de begrooting zijn verwerkt, doch wel in die van de rekening tot uiting zijn gekomen. Voor een meer gedetailleerde opgaaf van de verschillen tusschen de rekening en de begrooting 1938 verwijzen wij naar het hieronder volgend overzicht, dat hoofdstuksgewijze is samengesteld. Hoofdstuk I Vroegere diensten). Het batig slot, geraamd op „nihil", bedraagt 56.758.18. Zie de specificatie van het bedrag van 56.758.18 hierboven. Hoofdstuk II Algemeen beheer). Het batig saldo, geraamd op 596.258.bedraagt 621.134.80, d.i. 24.876.80 meer. Hoogere ontvangsten: uitkeering Gemeentefonds2.589.22 verrekening Gemeentefonds22.634.13 secretarieleges (1937/1938) 1.279.95 Lagere uitgaven: jaarwedden ambtenaren secretarie 1.318.02 f 27.821.32 Lagere ontvangsten: overige inkomsten760.77 Hoogere uitgaven: paardenstal woonwagenkamp1.758.30 2.519.07 Hoofdstuk III {Openbare veiligheid). Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 601.700. bedraagt 596.383.02, d.i. 5.316.98 minder. Aangezien echter een bedrag van 4.547.50 (verbetering straatverlichting) als onverwerkt crediet op den dienst 1939 is overgebracht, bedraagt het voordeelig verschil feitelijk 5.316.98 4.547.50 769.48. Hoogere ontvangsten: Eijksbijdrage kosten luchtbescherming 2.839.88 Lagere uitgaven: belooning inspecteurs en verdere beambten van politie8.863.06 11.702.94 Hoogere uitgaven: onderhoud brandweerkazernen1.574.41 kosten luchtbescherming3.194.78 kosten Eerste-Hulpdienst491.15 onderhoud openbare ijsbanen503.20 kosten pensionneering enz2.953.97 onderhoud brandkranen1.174.04 bijdrage aan kapitaaldienst (transport auto politie)1.019. 10.910.55 Hoofdstuk IV Volksgezondheid Het batig saldo, oorspronkelijk geraamd op 179.742. bedraagt 171.616.80, d.i. 8.125.20 minder. Lagere ontvangsten: ontvangsten Duinw. Mij5.091.18 opgeheven districts-keuringsdienst van waren 2.329.18 Hoogere uitgaven: maatregelen Besm. Ziektenwet547.91 kosten geneesk. en gezondheidsdienst. 1.411.24 kosten gem. zweminrichtingen706.58 bijdrage aan den kapitaaldienst575. 10.661.09 Lagere uitgaven: kosten pensionneering3.261.54 Hoofdstuk V {Volkshuisvesting). Het nadeelig saldo, geraamd op 30.455.bedraagt ƒ48.901.76, d.i. ƒ18.446.76 meer. Aangezien een bedrag van 28.423.nog nader te verhalen is, nl. het nog van de woningbouwvereeniging „de Goede Woning" te ontvangen restant ad 24.200.van de 4e her ziene annuïteit voor bouwplan II, alsmede de van het Kijk te ontvangen bijdrage (1937/1938) ad 4.223.saneeringsplan BouwelouwensteegParadijssteeg, sluit hoofdstuk Y feitelijk met een nadeelig saldo van 20.478.76 48.901.76 28.423.d.i. 9.976.24 lager dan de raming. Lagere uitgaven: bijdragen gemeente betaling annuïteiten 13.093.42 rente gedeponeerde gelden3.316.20 16.409.62 Lagere ontvangsten: bijdragen Rijk, art. 56, 3e lid, der Woning wet 5.664.61 Hoogere uitgaven: restitutie Rijk te veel ontvangen voorschot ten op bijdragen (netto)1.174.04 6.838.65 Hoofdstuk VI {Openbare werken). Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 308.724. bedraagt ƒ352.009.04, d.i. ƒ43.285.04 meer. Aangezien een bedrag van 1.200.wegens verificatie- kosten, als nog te betalen op den dienst 1939 is overgebracht, daarentegen een bedrag van ƒ2.315.97, w.o. ƒ1.716.85 aan straatbelasting, nog nader te verhalen is, bedraagt het na deelig verschil feitelijk 43.285.04 1.200.2.315.97 ƒ42.169.07.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 2