102 Het komt ons voor, dat er alle aanleiding is, om den zittingsduur op liet maximum te stellen, dat de wet toe laat, derhalve, behoudens ten aanzien van tusschentijdsche benoemingen, op 4 jaar. De tot nog toe jaarlijks terug- keerende en tot veel omslag aanleiding gevende benoemingen ten behoeve van de samenstelling van de commissies van voorbereiding en van bijstand zullen dan in den vervolge slecht eenmaal in de 4 jaren behoeven plaats te hebben. De vaste commissies van voorbereiding zijn de Oommissie voor de Huishoudelijke Verordeningen en de Commissie voor de Strafverordeningen; de vaste commissies van bij stand, de Commissie van Fabricage, de Commissie van Financiën, de Commissie voor het Openbaar Slachthuis, de Commissie voor den Markt- en Havendienst, de Com missie voor het Onderwijs, de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, de Commissie voor den Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst, terwijl ook de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Khijngeest" als zoodanig moet worden beschouwd. Het lijkt ons rationeel, dat de zittingsduur van deleden ook van de andere commissies, voor zooveel mogelijk, eveneens op 4 jaren wordt gesteld. Wij hebben hierbij het oog op de Algemeene Ambtenarencommissie en de Algemeene Werkliedencommissie, voor zooveel de leden- raadsleden betreft, de Commissie voor het Oud-Archief, de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal", de Verkeerscommissie en andere commissies, ten aanzien waar van eveneens zonder bezwaar de zittingsduur op 4 jaren kan worden bepaald. Alvorens evenwel de voorbereiding van de wijziging van de desbetreffende verordeningen, hetgeen een omvangrijke arbeid is, ter hand te nemen, achten wij het gewenscht, dat Uwe Vergadering zich in beginsel voor een 4-jarigen zittingsduur van de leden (voorzitters) der vorenbedoelde commissies uitspreekt. Met deze beginsel-uitspraak zou dan reeds rekening kunnen worden gehouden bij de in Uwe zitting op den len Dinsdag van September a.s. aan de orde komende benoemingen voor de samenstelling c.q. aanvulling van verschillende commissies, in dier voege, dat er bij die be noemingen van wordt uitgegaan, dat zij, voor zoover mogelijk, voor den duur van 4 jaar plaats hebben. Tri verband met het vorenstaande geven wij Lwe Ver gadering in overweging U in beginsel te vereenigen met een zittingsduur van vier jaren voor de leden (voorzitters) der vaste commissies van voorbereiding en van bijstand, zoomede, voor zoover mogeüjk, van andere door de ge meente ingestelde commissies en ons uit te noodigen de desbetreffende wijzigingen van de betrokken verordeningen voor te bereiden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 140. Leiden, 18 Augustus 1939. Uw Vergadering besloot in haar zitting van den 22en Mei j.l. (Ingek. Stukken No. 92) om de gemeente borg te doen zijn voor de betaling van rente en aflossing wegens een door derden aan de „Stichting tot werkver schaffing aan jeugdige werkloozen, ter verstrekking van woningen aan ouden van dagen" te verschaffen leening van ten hoogste 20.000.met een looptijd van ten hoogste 50 jaren en een rente van ten hoogste 3 J%, terzake van den bouw door die Stichting van 10 woningen voor ouden van dagen op een terrein aan de Dozystraat. De [Rijksverzekeringsbank werd bereid bevonden een leening tot genoemd bedrag te verstrekkenaangezien echter inmiddels de rentevoet eenigszins is gestegen kan deze leening slechts worden aangeboden tegen een rente van 35/s alz0° 1/s hooger dan het in het raadsbesluit ge noemde maximum. In de gegeven omstandigheden kan de aanbieding, ook naar het oordeel van het Stichtingsbestuur, aannemelijk worden geacht, zoodat het raadsbesluit daar mede in overeenstemming ware te brengen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging het raadsbesluit van 22 Mei j.l., om de gemeente borg te doen zijn voor de betaling van rente en aflossing wegens een door derden aan de „Stichting tot werkverschaffing aan jeugdige werkloozen, ter verstrekking van woningen aan ouden van dagen" te verstrekken leening van ten hoogste 20.000.in dien zin te wijzigen, dat in plaats van „een rente van ten hoogste 3| per jaar" wordt gelezen, „een rente van ten hoogste 35/8 per jaar". Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 141. Leiden, 18 Augustus 1939. Bij besluit van Uwe Vergadering d.d. 19 December 1938 (Ingek. Stukken No. 216) werd, met het oog op een eventueele uitbreiding van het politiebureau, het perceel Zonneveldstraat No. 15 aangekocht. Het is thans noodig het politiebureau met dit perceel te vergrooten, ten einde het bureau van den luchtbeschermings dienst daarin te kunnen huisvesten, zoomede om daarin te kunnen onderbrengen het kwartier van het Hoofd van den luchtbeschermingsdienst in geval van luchtgevaar en de telefooncentrale van den luchtbeschermingsdienst. Eenige vertrekken kunnen worden ingebruikgenomen door de afd. Verkeer, welke afdeeling niet over voldoende ruimte beschikt. Ten behoeve van een en ander zal het perceel een ver bouwing dienen te ondergaan. O. m. zal onder de begane- grond-verdieping een gas, brand- en scherfvrije kelderver dieping moeten worden gemaakt voor het Hoofd van den luchtbeschermingsdienst en de telefooncentrale. De kosten van deze verbouwing worden, exclusief de kosten van inrichting van de telefooncentrale en het meubilair, geraamd op 9.000. Voor verdere gegevens verwijzende naar de in de Lees kamer ter inzage gelegde stukken, geven wij U, in over eenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, in overweging, om door vaststelling van den overgelegden staat tot wijziging van de gemeente-begrooting, dienst 1939, voor de verbouwing van het perceel Zonneveldstraat 15, een bedrag van 9.000.ter beschikking te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 142. Leiden, 18 Augustus 1939. Met de N. V. Gemeenschappelijk Eigendom, Maatschappij tot Exploitatie van Woon- en Winkelhuizen, gevestigd te 's -Gravenhage, zijn onderhandelingen gevoerd over den aankoop door de gemeente van eenige perceelen bouwterrein in den Roodenburgerpolder, ten oosten van de Cobetstraat, groot i 2 H.A., op de kaart B met lichtroode kleur aange geven, terwijl de gemeente inmiddels in openbare veiling de hand heeft kunnen leggen op het perceel bouwgrond nabij de Van den Brandelerkade en de De Sitterlaan, groot 1.17.70 H.A., op die kaart met groene omlijning aangeduid. Het bezit van deze gronden is voor de gemeente, in ver schillend opzicht van belang. In de eerste plaats met het oog op de toekomstige aan sluiting van verdere stadsgedeelten in deze omgeving op de centrale rioleering. Ten behoeve van deze uitbreiding van de centrale rioleering zal een stamriool moeten worden gelegd in de geprojecteerde doortrekking van de Burggravenlaan vanaf de Van den Brandelerkade tot nabij de Verdamstraat, zooals op kaart A is aangegeven. Hiertoe moet worden be schikt over een gedeelte van den grond van genoemde ven nootschap. Gelijktijdig met dit stamriool zal uiteraard de Burggravenlaan tot de Van den Brandelerkade grootendeels over de halve breedte worden doorgetrokken. Door deze verlenging nu van de Burggravenlaan, het maken van de aansluitingen van dezen weg op de reeds bestaande straten en het bouwen van de ontworpen brug over de Stads- molensloot voor de verbinding van de De Sitterlaan met de Burggravenlaan, voor welk laatste werk een gedeelte van den in publieke veiling gekochten grond noodig is, ontstaat voorts een behoorlijke afronding van den stadsuitleg in dit gedeelte der gemeente. Bovendien verkrijgt de gemeente door dezen straataanleg de beschikking over meer bouwrijpen grond voor z.g. „beteren bouw" in een stadswijk, die, blijkens de uitbreiding van de bebouwing in de laatste jaren, ongetwijfeld in trek is. Ten slotte zal door den aankoop ook de keuze van de plaats van stichting van een nieuwe school voor de Gereformeerde Schoolvereeniging, waarop Uw besluit van 1 Augustus 1938 (Ingek. Stukken No. 130) betrekking heeft, worden verge makkelijkt. De genoemde vennootschap is bereid het haar toebehoorend, boven aangegeven complex bouwgrond te verkoopen voor den prijs van 1.83 per M2, en daarbij de verplichting op zich te nemen het op kaart A met arceering aangegeven gedeelte van de ontworpen Burggravenlaan tusschen de Yan den Brandelerkade en de Roodenburgerstraat, welk gedeelte langs een haar in eigendom verblijvend terrein loopt, over de halve breedte te doen aanleggen, gelijktijdig met den van gemeente wege overigens uit te voeren aanleg van deze straat over de halve breedte. Yoor het in openbare veiling gekochte terrein bedraagt de prijs 7.550.verhoogd met 447.veilingskosten. Deze prijzen zijn, mede in verband met de exploitatie mogelijkheden, aannemelijk te achten. Bij aanvaarding van. dit voorstel zullen te zijner tijd de noodige credieten worden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 4