101 c. het bestuur van de Yereeniging voor Christe lijk Onderwijs te Leiden voor de school voor: gewoon lager onderwijs aan: de Munnikenstraat 1 3784,57 het Noordeinde 40 5236,79 de Pasteurstraat 2 9090,52 de Oosterstraat 16 4696,14 de Middelstegracht 119 4708,71 het Plantsoen 99a 4400,67 den Hooge Morschw. 12 5639,14 4690,82 7820,62 10533,15 4879,95 4425,15 5158,97 4372,15 3947,34 uitgebreid lager onder wijs aan: het Noordeinde 3 d. het bestuur van de Gereformeerde Schoolver- eeniging te Leiden, voor de school voor: gewoon lager onderwijs aan: de Hooglandsche Kerk- gracht 20a de Lusthoflaan 4 de Stadhouderslaan lb de Driftstraat 49 37556,54 41880,81 3591,18 3373,28 1600,05 4894,17 4023,47 6871,33 3797,15 4696,39 5939,58 6635,82 4210,56 2281,34 19586,12 21482,35 uitgebreid lager onder wijs aan: de Hooglandsche Kerk- gracht 20a4760,55 5576,63 2709,31 e. het bestuur van de Yereeniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met den Bijbel te Oegstgeest, voor de school voor gewoon lager onder wijs aan: deAdriaanPauwstraat 1 3369,65 2900,69 420,35 het bestuur van de Eerste Leidsche School- vereenigingteLeiden, voor de school voor gewoon lager onderwijs aan: het Noordeinde 1 2923,30 2898,95 300,96 III. vast te stellen de aan de schoolbesturen uit te keeren bijdrage in de kosten van het bijzonder vervolgonderwijs, bedoeld in artikel 102 der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1938, op 4816,69, waarvan voor den cursus aan de: Hooglandsche Kerkgracht 20a2328,39 Pasteurstraat 2b1116,22 Middelstegracht 1191372,08 Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 136. Leiden, 18 Augustus 1939. Bij het om praeadvies in onze handen gesteld adres ver zoekt het bestuur der Inrichting van Liefdadigheid voor B>. K. alhier, op grond van het bepaalde bij artikel 72 der Lager Onderwijswet 1920, medewerking tot aanschaffing van schoolmeubelen, leer- en hulpmiddelen ten behoeve van zijn school voor uitgebreid lager onderwijs aan de Haarlemmer straat 34, welke aanschaffing noodig is in verband met de toeneming van het aantal leerlingen. Aangezien aan de wettelijke eischen is voldaan, bestaat er naar onze meening aanleiding de gevraagde medewerking te verleenen. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering, met verwijzing naar het bij de stukken gevoegd advies van de Commissie voor het Onderwijs, in overweging te besluiten: a. medewerking te verleenen aan het bestuur van de Inrichting van Liefdadigheid voor It. K. alhier, tot aan schaffing van schoolmeubelen, leer- en hulpmiddelen ten behoeve van zijn school voor uitgebreid lager onderwijs aan de Haarlemmerstraat 34; b. over te gaan tot vaststelling van den overgelegden be- grootingsstaat, groot ƒ1.310.teneinde ons College in staat te stellen, de voor de sub a bedoelde schoolmeubelen, leer- en hulpmiddelen benoodigde gelden te zijner tijd ter be schikking van het schoolbestuur te stellen. Op den post „Onvoorziene Uitgaven", waarvan dit bedrag moet worden afgeschreven, is nog beschikbaar 8.991. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 137. Leiden, 18 Augustus 1939. Door Uwe Vergadering werd om praeadvies in onze handen gesteld een verzoek van het bestuur van het gesticht „de Voorzienigheid" om medewerking tot aanschaffing van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van de school voor uitgebreid lager onderwijs aan het Levendaal. Deze aanschaffing is noodig in verband met de toeneming van het aantal leerlingen in de le en 3e klasse dier school. Aangezien aan de wettelijke eischen is voldaan, geven wij Uwe Vergadering, met verwijzing naar het bij de stukken gevoegd advies van de Commissie voor het Onderwijs, in overweging te besluiten: a. medewerking te verleenen aan het bestuur van het gesticht „de Voorzienigheid", alhier, tot aanschaffing van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van zijn school voor uitgebreid lager onderwijs aan het Levendaal; b. over te gaan tot vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, groot 617.teneinde ons College in staat te stellen de voor de sub a bedoelde leer- en hulp middelen benoodigde gelden te zijner tijd ter beschikking van het betrokken schoolbestuur te stellen. Op den post „Onvoorziene Uitgaven", waarvan dit bedrag moet worden afgeschreven is, bij aanneming van het voorstel opgenomen onder Ingek. Stukken No. 136, nog beschikbaar 7.681.—. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 138. Leiden, 18 Augustus 1939. Het bestuur van het gesticht „de Voorzienigheid", alhier, verzoekt op grond van het bepaalde in artikel 84 der Lager Onderwijswet 1920 toekenning van een vergoeding voor de aanschaffing van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan de Krauwelsteeg 8. Deze aanschaffing is volgens het schoolbestuur eenerzijds noodig in verband met de inrichting van een lokaal ten behoeve van de 7e klasse, welke klasse tot nu gecombineerd was met de 6e klasse, anderzijds in verband met een voor genomen wijziging van het leerplan voor het 7e leerjaar. Het ligt n.l. in de bedoeling van het schoolbestuur het onderwijs in dit leerjaar meer te doen aansluiten aan de toekomstige bestemming van de leerlingen en wel in dien zin, dat deze vaardigheid krijgen in het maken van eenvoudige onderkleeding met de naaimachine en in het opstrijken en opvouwen van gemaakte voorwerpen; voor dit doel acht het schoolbestuur de aanschaffing van naaimachines, strijk ijzers, strijkplanken, enz. noodig. Blijkens het bij de stukken gevoegd advies van de Com missie voor het Onderwijs is de minderheid van die Commissie van oordeel, dat met aanschaffing van vier trapnaaimachines de normale eischen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, worden overschreden, terwijl zulks naar de meening van één lid dier Commissie eveneens het geval is ten aanzien van de aanschaffing van strijkplanken en strijkijzers. Met de meerderheid van de Commissie zijn wij daarentegen van meening, dat de aanvrage, ook voor wat de aanschaffing van de zooeven genoemde leer- en hulpmiddelen betreft, de normale eischen, aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet te boven gaat. In verband daarmede en met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken, geven wij U mitsdien in overweging te besluiten aan het bestuur van het gesticht „de Voorzienigheid" te Leiden eene vergoeding toe te kennen, als bedoeld in artikel 84 der Lager Onderwijswet 1920, voor de aanschaffing van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van zijn school voor gewoon lager onderwijs aan de Krauwelsteeg 8. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 139. Leiden, 18 Augustus 1939. Bij de wijziging van de Gemeentewet in 1937 heeft ook artikel 60 dier wet, houdende voorschriften met betrekking tot de benoeming van commissies van voorbereiding en van bijstand, verandering ondergaan. Vóór die wijziging werd de zittingsduur van de leden en de voorzitters van de vaste commissies van voorbe reiding en de leden van de commissies van bijstand door de wet geregeld, en wel in dien zin, dat jaarlijks benoeming moest plaats hebben. Thans moet de raad zelf den zittings duur regelen, met dien verstande, dat deze niet langer mag zijn, dan die der leden van den zittenden raad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 3