88 VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 4 December 1933 (Gemeenteblad 1934 No. 10), regelende de hetfing van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slacht huis, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 23 Januari 1939 Gemeenteblad No. 7). Artikel I. In art. 2 van bovengenoemde verordening wordt sub TI Ia onder B na bet bepaalde onder c toegevoegd: „d. voor een schaap of lam, ouder dan 6 maanden0.50 „e. voor een lam, 6 maanden oud of jonger Art. II. 0.25". Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 30 Mei 1939. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. K°. 123. Leiden, 7 Juli 1939. Bij haar door Uwe Vergadering om prae-advies in onze handen gesteld adres wijst de Oudercommissie van de Opleidingsschool voor U.L.O. aan de Driftstraat er op, dat deze school overbevolkt raakt en verzoekt zij tot uit breiding van het gebouw dier school over te gaan. Aan dit verzoek werd adhaesie betuigd door den, inmid dels opgeheven, Centralen Ouderraad en het bestuur van de afdeeling Leiden van Volksonderwijs. Gezien het feit, dat zoowel in 1937 als in 1938 telkens 50 nieuwe leerlingen tot deze school werden toegelaten, is het alleszins begrijpelijk, dat de Oudercommissie die ook voor de toelating met September a.s. op eenzelfde getal nieuwe leerlingen meent te mogen rekenen het bovenbedoelde verzoek heeft ingediend. Immers, indien zich voor deze toelating weder 50 leerlingen zouden aanmelden, zou opnieuw een extra-klasse moeten worden gevormd, maar dan zou voor die klasse in het gebouw geen lokaal meer beschikbaar zijn. Intusschen heeft het hoofd der school zooveel mogelijk nagegaan, hoeveel nieuwe leerlingen met September a.s. kunnen worden verwacht en is hij tot de conclusie gekomen, dat het geenszins vaststaat, dat alsdan een zoo groot getal nieuwe leerlingen tot de school zal worden toegelaten, dat vorming van een extra-klasse niet kan worden vermeden. Met het oog hierop zijn wij met de Commissie voor het Onderwijs van gevoelen, dat er nog geen voldoende aanleiding bestaat aanstonds over te gaan tot vermeerdering van schoolruimte in dat deel van onze gemeente en zulks nog te minder omdat, mocht niettemin de plaatsruimte in de school aan de Driftstraat met September a.s. toch ontoe reikend blijken te zijn, in het schoolgebouw aan de Medusa straat, dat op slechts enkele honderden meters afstand van de school in de Drifstraat is gelegen, nog eenige leslokalen beschikbaar zijn en dus in elk geval, zij het dan misschien niet op ideale wijze, in de behoefte aan plaatsruimte kan worden voorzien. Met alle waardeering voor het door de evengenoemde Oudercommissie in deze genomen initiatief en onder op merking, dat wij den ontwikkelingsgang, wat betreft de bezetting van de scholen aan de Driftstraat en aan de Medusastraat nauwlettend zullen blijven waarnemen, ten einde tijdig de eventueele noodige maatregelen te kunnen nemen, geven wij U, op grond van het vorenstaande, in overweging afwijzend te beschikken op het bovenaangehaald adres van de Oudercommissie van de opleidingsschool voor U.L.O. aan de Driftstraat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. K°. 124. Leiden, 7 Juli 1939. Op 17 April 1939 werd door Uw Vergadering om praeadvies in onze handen gesteld een verzoek van de Kappersvereeni- gingen „Hulp en Vriendschap" en „Ons Belang" om een verordening vast te stellen, houdende een verbod om kappers zaken op Dinsdagen na 1 uur des namiddags geopend te hebben. Waar uit het adres blijkt, dat A 75 der Leidsche kappers het verzoek steunt, terwijl door den Bedrijfsraad voor het Kappersbedrijf adhaesie aan het adres is betuigd en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland ons College heeft geadviseerd een gunstige beslissing op het adres te bevorderen^ meenen wij, dat aan het verzoek van de kapperspatroons behoort te worden voldaan. Wij hebben de Commissie voor de Strafverordeningen ver zocht een regeling, als wordt gevraagd, te ontwerpen. Bij haar advies van 1 Juli 1939, dat wij hierachter afdrukken, heeft zij ons daartoe een ontwerp-verordening tot wijziging van de verordening op de Winkelsluiting doen toekomen. Aangezien wij ons met het ontwerp kunnen vereenigen, geven wij Uw Vergadering onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken alsnu in overweging vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, T houdende wijziging van de verordening van 25 Maart 1935 (Gemeenteblad No. 9) op de Winkelsluiting, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 12 December 1938 (Gemeenteblad. No. 20). ~')l Ka artikel 2b van bovengenoemde verordening wordt ink voegd een nieuw artikel 2c, luidende: f Art. 2c. B enr Het is verboden een open of besloten ruimte, waar pleegt te worden gewerkt in een kappers- of barbiersondernemii^ voor het verrichten van kappers- of barbierswerkzaamheden voor het publiek geopend te hebben op Dinsdag na des namiddags 1 uur. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet: a. op 2 Januari, 14 Augustus, 31 October en op 24, 27 en 31 Decemberr b. op den Dinsdag, onmiddellijk volgende op den tweeden Paaschdag en den tweeden Pinksterdag. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 1 Juli 1939. Kaar aanleiding van het in de Raadsvergadering van 17 April 1939 om praeadvies in handen van Uw College gestelde verzoek van de kappersvereenigingen „Hulp en Vriendschap" en „Ons Belang" om een verordening in het leven te roepen, waarin bepaald wordt, dat de kapperszaken des Dinsdagsmiddags na 1 uur gesloten moeten zijn, heeft Uw College onze Commissie verzocht een wijziging van de verordening op de Winkelsluiting, regelende deze materie, te ontwerpen. Uit het verzoek blijkt, dat 75 van de te Leiden gevestigde kapperspatroons de gevraagde regeling wenscht. De Bedrijfsraad voor het Kappersbedrijf heeft adhaesie aan het adres betuigd, terwijl de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Rijnland, door U om advies ge vraagd, in overweging geeft het verzoek in te willigen. Door adressanten wordt gevraagd een verplichte sluiting van de kapperszaken, uitsluitend voor het verrichten van kappers- en barbierswerkzaamheden op Dinsdag na 1 uur des namiddags. Krachtens art. 6 van de Winkelsluitingswet is de Raad onder goedkeuring van de Kroon bevoegd een dergelijke sluiting op te leggen. O. i. bestaat geen twijfel, dat, nu een zoo sterke aandrang uit het bedrijfsleven zelf wordt uitgeoefend, de Koninklijke goedkeuring op een dergelijke regeling zal worden verkregen. Uit de bij het adres gevoegde lijsten met handteekeningen blijkt verder, dat men van de verplichte sluiting zou willen uitzonderen de Dinsdag, voorafgaande aan den Hemelvaarts dag, de Dinsdag volgende op de 2e Paasch- en Pinksterdag, de Dinsdag, vallende in de week van Kerstmis, Kieuwjaar en nationale of plaatselijke feestdagen, alsmede 14 Augustus en 31 October (dagen, voorafgaande aan de Katholieke feest dagen), wanneer deze dagen op Dinsdag vallen. Wij zijn het met adressanten eens, dat het wenschelijk is de Dinsdagen, die direct voorafgaan aan of volgen op feestdagen, waarop de zaken gesloten zijn, uit te sluiten, aangezien anders moeilijkheden voor het pubhek ontstaan. Valt er echter tusschen een Dinsdag en een feestdag een gewone werkdag, dan bestaat er o. i. geen aanleiding tot afwijking van den regel. Waar in het algemeen op nationale en plaatselijke feestdagen de winkels niet zijn gesloten, achten wij een uit zondering voor de week, waarin zulk een dag valt, evenmin juist. Wij zouden mitsdien van de regeling willen uitzonderen: 2 Januari, 14 Augustus, 31 October, 24, 27 en 31 December en de Dinsdagen, onmiddellijk volgende op den tweeden Paaschdag en den tweeden Pinksterdag. Wij geven Uw College alsnu in overweging den Gemeente- da '07 O Eenig ARTIKEL. ,xV() -J8V

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 4