86
VERORDENING,
houdende wijziging van de Monumentenverordening van
17 Januari 1938 Gemeenteblad No. 1).
Eenig Artikel.
In het eerste lid van art. 3 van bovengenoemde verorde
ning wordt in de plaats van ,,vijf" gelezen: zeven.
De Commissie voor de Strafverordeningen,
A. v. d. Sande Bakhuyzen, Voorzitter.
N. J. Rowaan, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 111. Leiden, 7 Juli 1939.
Ter voldoening aan het bepaalde in het tweede lid van
art. 3 van de Monumentenverordening hebben wij de eer
U ter benoeming van de leden van de Monumenten-Com
missie de volgende aanbevelingen aan te bieden:
A. 1. Prof. Mr. H. A. IDEMA;
2. D. PARMENTIER.
B. 1. Ir. H. A. VAN OERLE;
2. D. L. LANDMAN.
C. 1. Mr. R. A. LEVISSON;
2. W. ZWART.
D. 1. J. J. GROEN;
2. M. J. B. HERFST.
E. 1. A. J. M. VAN DIJK;
2. N. J. SWIERSTRA.
F. 1. T. GROENE VELD;
2. H. M. MARKUSSE.
G. 1. J. H. A. MANDERS;
2. Ir. J. A. VAN DER LAAN.
In de verwachting, dat door U tijdig de door de Commissie
voor de Strafverordeningen voorgestelde wijziging van het
tweede lid van art. 3 van de Monumentenverordening zal
worden vastgesteld, hebben wij het aantal aanbevelingen
reeds op zeven gebracht.
Wij verzoeken Uwe Vergadering alsnu tot benoeming van
zeven leden der Monumenten-Commissie over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 112. Leiden, 7 Juli 1939.
Ten gevolge van het aan Mejuffrouw A. B. J. Wissel
verleend ontslag, ontstaat aan de Meisjesschool voor U.L.O.
de vacature van hoofd.
In overeenstemming met het gevoelen van den Inspecteur
van het Lager Onderwijs in deze inspectie, wiens advies in
de Leeskamer ter inzage ligt, verzoeken wij Uwe Vergadering
over te gaan tot benoeming, met ingang van een nader
door ons College te bepalen datum, van een onderwijzeres,
hoofd van de Meisjesschool voor U.L.O.waarvoor door ons
worden voorgedragen:
1°. Mejuffrouw J. K. STURING, onderwijzeres aan een
openbare u.l.o. school te Alkmaar;
2°. Mejuffrouw A. H. SOETEMAN, onderwijzeres aan een
openbare u.l.o. school te Delft.
3°. Mejuffrouw M. VAN HAPEREN, onderwijzeres aan
een openbare u.l.o. school te Enschede.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 113. Leiden, 7 Juli 1939.
Overeenkomstig ons voorstel (Ingek. Stukken Nü. 161)
besloot Uwe Vergadering in hare zitting van 24 October
1938, den heer N. C. F. van Ginkel nog voor het tijdvak
van 1 Januari tot en met 30 Juni 1939 te benoemen tot
Commissaris der gemeente bij de N.V. Leidsche Duinwater
Maatschappij, zulks in afwachting van een beslissing om
trent de definitieve bezetting van deze functie.
Vermits ten aanzien van laatsgenoemd punt nog geen
beslissing kon worden genomen, geven wij U in overweging
den heer N. C. F. van Ginkel alsnog voor het tijdvak van
1 Juli tot en met 31 December 1939 te benoemen tot
Commissaris der gemeente bij de N.V. Leidsche Duinwater
Maatschappij.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 114. Leiden, 7 Juli 1939.
Bij zijn in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven ver
zoekt Dr. J. M. Buffin eervol ontslag als leeraar in het
Fransch aan het Gymnasium.
Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek bij ons
College geen bezwaar bestaat, geven wij, met verwijzing
naar de mede in de Leeskamer ter inzage gelegde adviezen
van Curatoren van het Gymnasium en den Inspecteur der
Gymnasia, Uwe Vergadering in overweging aan Dr. J. M.
Buffin, met ingang van 1 September 1939, eervol ontslag te
verleenen uit zijne betrekking van leeraar in het Fransch
aan het Gymnasium.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 115. Leiden, 7 Juli 1939.
Bij haar in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven
verzoekt Mejuffrouw Dr. A. M. M. Smit eervol ontslag
als leerares in het Fransch aan de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes.
Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek bij ons
College geen bezwaar bestaat, geven wij, met verwijziging
naar de mede in de Leeskamer ter inzage gelegde adviezen
van de Commissie van Toezicht op-en den Inspecteur van
het Middelbaar Onderwijs, Uwe Vergadering in overweging
aan Mejuffrouw Dr. A. M. M. Smit, met ingang van
1 September 1939, eervol ontslag te verleenen uit hare
betrekking van leerares in het Fransch aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 116. Leiden, 7 Juli 1939.
Bij raadsbesluit van 11 Juli 1938 (Ingek. Stukken No. 116)
is het zuidelijk terrein van de sportvelden in den Stads-
polder verhuurd aan de Leidsche Voetbalvereeniging „Sport
man", het middelste aan de afdeeling Leiden van den
Nederlandschen Arbeiders-Sportbond, beide velden tegen
een jaarlijksche vergoeding van 175.en het derde
terrein aan de Commissie voor Ontwikkeling en Ontspanning
van Werkloozen voor 150.per jaar. Deze verhuringen
eindigen 15 Augustus a.s. De vereenigingen en de Commissie
hebben te kennen gegeven de velden wederom op den
bestaanden voet voor een jaar te willen inhuren. Met de
Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat, aangezien
er geen reden is in den tegenwoordigen toestand wijziging
te brengen, hiertegen geen bezwaren zijn.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage
gelegde stukken, geven wij Uw Vergadering mitsdien in
overweging, de drie voetbalvelden in den Stadspolder achter
de Lucas van Leydenstraat en de Bakker Korffstraat wederom
voor één jaar, ingaande 15 Augustus a.s., op den bestaanden
voet te verhuren, t.w. het zuidelijke veld aan de Leidsche
Voetbalvereeniging „Sportman" voor 175.per jaar, het
middelste veld aan de afdeeling Leiden van den Neder
landschen Arbeiders-Sportbond voor 175.per jaar en
het noordelijke veld aan de Commissie voor Ontwikkeling en
Ontspanning van Werkloozen voor 150.per jaar.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
li.-i- rtW}f| 4>!t fr'*r! blfcviüb', r,f f Mt aG v/y?