180
MAANDAG
22 MEI 1939.
Waarborg van rente en aflossing bij bouw van woningen
(van der Kwaak e.a.) voor ouden van dagen.
exploitatie-rekening sluitend zal zijn. Zijn voorts de woning
bouwvereenigingen op de hoogte, dat zij de eerste jaren geen
rente zullen ontvangen? Zien zij af van het recht om rente
te ontvangen over het in deze Stichting gestoken kapitaal?
De heer Hessing acht het een onmogelijke taak, de handel
wijze van het bestuur van de Stichting te verdedigen; spreker
onderschrijft alle critiek, hier op het beleid van het bestuur
der Stichting geoefend, maar men heeft tenslotte te beoor-
deelen of het gemeentebestuur hier een daad gaat verrichten,
die het kan verantwoorden tegenover de burgerij. Nu wordt
bij dit voorstel aan de gemeente gevraagd, borg te blijven
voor rente en aflossing van een leening van 20.000.
waartegenover als zakelijk onderpand staat een aantal
huizen, getaxeerd op f 22.000.Risico loopt de gemeente
dus nagenoeg niet. Bovendien zijn deze woningen gebouwd
door jeugdige werkloozen; nu is spreker het er mee eens,
dat het bezig houden van jeugdige werkloozen niet het eenig
noodzakelijke is wat een bestuur van een stichting of een
gemeente moet doen, maar deze jeugdige werkloozen hebben
bij den bouw van die woningen inderdaad wat geleerd. Het
„college geven" door den heer Yrijenhoek had niet tot doel,
op roekelooze wijze met de gemeente-financiën om te springen,
maar om den jeugdigen werkloozen bij te brengen de practijk
van het bouwen van huizen en zelfs meer dan dat. Nu zegt
de heer Lombertde kosten kwamen toch voor rekening van de
Stichting. Zeer zeker, spreker heeft het Bestuur er ook een
verwijt van gemaakt spreker is dit volkomen met den heer
Lombert eens dat het op den zoo volmaakt lossen grond
van een schatting van de kosten per M.3 bij den bouw te
Arnhem een begrooting heeft opgezet; dat is een onverant
woordelijke handelwijze, maar men mag daarvan tenslotte
den heer Yrijenhoek, die geheel belangeloos zijn tijd en moeite
daaraan gegeven heeft, geen verwijt maken en zeker dient
men niet te veronderstellen, dat de heer Vrijenhoek roekeloos
met de gemeente-financiën zou hebben omgesprongen. Hij
heeft dezen jeugdigen werkloozen het vak geleerd; dat dit
ook succes heeft gehad, blijkt duidelijk uit de door de Stichting
overgelegde cijfers, die laten zien, dat verschillende van die
werkloozen in het vrije bedrijf arbeid hebben gevonden.
Het was voor de jeugdige werkloozen bij hun sollicitatie
naar een betrekking in het vrije bedrijf zelfs een aanbeveling,
indien zij hun opleiding hadden genoten bij de Stichting
en de daar gegeven lessen met vrucht hadden gevolgd.
Men heeft het den woningbouwvereenigingen euvel geduid,
dat zij de tweede hypotheek roekeloos hebben verstrekt,
maar dit is ten slotte een interne kwestie. Spreker weet van
nabij, dat de voorlichting, van de zijde van het bestuur der
Stichting ontvangen, niet altijd klopte op de feiten, maar hij
weet ook, dat bij sommige woningbouwvereenigingen de
edele bedoeling voorzat om de Stichting uit de moeilijkheden
te helpen en het haar mogelijk te maken het werk uit te voeren,
toen van de zijde der gemeente geen geld te verkrijgen was.
Andere woningbouwvereenigingen hebben het niet gedaan.
De heer Beekenkamp Die zijn blijkbaar verstandiger
geweest.
De heer Hessing zegt, dat de vraag, of de andere woning
bouwvereenigingen verstandiger waren, nu niet aan de orde
is. Het gaat er om, dat op het oogenblik, dat men beslissen
moest, sommige woningbouwvereenigingen de verstandelijke
overwegingen eenigszins op den achtergrond hebben geplaatst
en zich bereid hebben verklaard het risico te loopen, dat
elke crediteur bij deze zaak liep.
Voor zoover spreker is ingelicht, durft hij beweren, dat
de woningbouwvereenigingen in principe bereid zijn om,
indien de gemeente garant blijft en het de Stichting met deze
garantie mogelijk blijkt op een andere manier geld te krijgen,
waardoor de eerste hypotheekhouder er geheel uitgewerkt
kan worden, toe te staan, dat de betaling van de rente van
de tweede hypotheek wordt opgeschort tot betere tijden.
Uit het Ingekomen Stuk blijkt, dat het College de critiek,
op het bestuur der Stichting geoefend, onderschrijft en voor
stelt maatregelen te nemen, waardoor dit bestuur niet veel
onheil meer kan veroorzaken. Het bestuur der Stichting
wordt bij aanneming van deze maatregelen min of meer
gedegradeerd tot een administratief college, terwijl Burge
meester en Wethouders volledige zeggenschap over den gang
van zaken in het bestuur krijgen. Het is indien spreker
juist is ingelicht ook daarom, dat een van de bestuurders
er voor bedankt heeft onder dergelijke omstandigheden zijn
krachten aan dit werk te blijven geven.
Het bestuur heeft inderdaad fouten gemaakt, maar daarbij
dient men in oogenschouw te nemen, dat het een experiment
in Leiden betrof en het bestuur al mag men het ook te
Waarborg van rente en aflossing bij bouw van woningen
(Hessing e.a.) voor ouden van dagen.
recht verwijten, dat het dit werk niet degelijk en zakelijk
genoeg heeft bekeken ten slotte werd gedreven door
hetzelfde gevoel, dat sommige woningbouwvereenigingen
noopte de tweede hypotheek te verstrekken.
Indien spreker overweegt, dat een garantie voor een
leening van 20.000.wordt gevraagd, terwijl het onder
pand 22.500.waard is, dat de woningen solide zijn en de
eerste jaren weinig aan onderhoud zullen kosten en daarbij
let op het sociale doel, dat men heeft nagestreefd en voor
een gedeelte ook heeft bereikt, gelooft hij, dat de Raad bij
alle critiek, die men op het bestuur heeft, Burgemeester en
Wethouders moet steunen bij hun pogen om de Stichting
uit de moeilijkheden te helpen. Daarbij onderschrijft spreker
geheel de voorwaarden, welke door het gemeentebestuur
worden gesteld en waardoor het bestuur der Stichting aan
handen en voeten gebonden zal zijn. Spreker acht het ook
zeer juist, dat in dit bestuur wordt opgenomen een gedele
geerde van de gemeente, die nauwlettend zal hebben toe te
zien dat men voortaan deze zaken op meer zakelijke en nauw
keurige wijze afwikkelt.
De heer Verweij zegt, dat van hem niet is te verwachten,
dat hij het beleid van het bestuur van de Stichting tot in
alle onderdeelen tegen de daarop door de Raadsleden ge
oefende critiek zal verdedigen. Inderdaad heeft dit Bestuur
deze zaak al te enthousiast en al te lichtvaardig opgevat,
met name wat betreft de financieele zijde van dit vraagstuk
men zou geneigd zijn het bestuur van deze Stichting te
verwijten, dat het niet eerder heeft ingegrepen, toen het zag
aankomen, dat de zaak financieel zou misloopen. Intusschen
moet men niet blind zijn voor de moeilijkheden, waarvoor
dit Bestuur heeft gestaan, en waarvoor ook elk ander bestuur,
met dezelfde taak belast, zou hebben gestaan. Het betrof
hier een experiment, ten aanzien waarvan niemand tevoren
wist hoe het in de practijk zou verloopen. Ieder, die belast
wordt met jeugdopvoeding of met het verschaffen van werk
aan jeugdige werkloozen, zou in de practijk met dezelfde
moeilijkheden te kampen hebben gehad. In paedagogisch
opzicht worden hierbij aan het Bestuur hooge eischen gesteld.
Men mag dus niet overdrijven in dit opzicht, al wil spreker
het beleid van het bestuur op dit punt niet verdedigen.
Voorts ontkent spreker, dat architect Vrijenhoek eenig
verwijt zou treffen. Deze was belast met het technisch toe
zicht; hij heeft teekeningen daarvoor ontworpen en heeft
daarvoor veel tijd belangeloos beschikbaar gesteld. Bovendien
heeft hij den jeugdigen werkloozen practische en ook theore
tische lessen gegeven. Hem in dit verband te verwijten of in
de schoenen te schuiven, alsof hier een overtreding zou
hebben plaats gehad, is niet juist. De verantwoordelijkheid
ligt geheel bij het bestuur van de Stichting, de heer Vrijenhoek
staat daar volkomen buiten.
Ook in andere gemeenten, met name Den Haag, is het
voorgekomen, dat de begrooting van het werk, dat men
op grond van sociale overwegingen door jeugdige werkloozen
liet uitvoeren, met 100 werd overschreden.
Het is spreker opgevallen, dat geen van de leden den nadruk
heeft gelegd op de vraag, of de tegenwaarde het risico, dat
de gemeente op zich zal nemen, wel wettigt, maar om ver
schillende redenen meent hij, dat het gemeentebelang zich
er niet tegen verzet, dat de gemeente deze Stichting uit de
moeilijkheden helpt. Immers: het sociale doel, dat deze met
het bouwen van woningen voor ouden van dagen door jeugdige
werkloozen nastreeft, heeft ieders instemming; de huizen
zijn zeer solide gebouwd en van uitstekende kwaliteit; de
woningen blijken zeer goed verhuurbaar te zijn, want zij
werden onmiddellijk betrokken nadat zij voltooid waren.
De woningen voorzien blijkbaar in een behoefte. De be
stemming van de huizen als woningen voor ouden van dagen
dreigt in gevaar te komen, wanneer de Stichting niet uit de
moeilijkheden wordt geholpen, want haar bestaan staat
hierbij op het spel.
Voor den bouw van deze woningen is via de Centrale
Werkplaats een belangrijk bedrag 5.500.aan overheids
geld gebruikt.
De Raad heeft zich nu af te vragen of onafhankelijk
van de wijze, waarop de bouw is tot stand gekomen, het
verleenen van de garantie voor de gemeente verantwoord is.
Om alle genoemde redenen meent spreker, dat er voor de
gemeente wel aanleiding bestaat om de Stichting te helpen.
Het is natuurlijk zeer gemakkelijk critiek te oefenen, en
tenslotte sluit spreker zich voor een groot deel ook bij die
critiek aan, maar de zaak staat toch wel iets anders, wanneer
men, met de uitvoering van een dergelijk werk belast, van
nabij kennis maakt met de moeilijkheden, verbonden aan het
les geven aan jeugdige werkloozen. Op al deze gronden acht
het gemeentebestuur wel gronden aanwezig om de Stichting