172
MAANDAG 17 APRIL 1939.
Aanleg militair vliegveld in werkverschaffing
(van Weizen e.a.)
landsche Heide-Maatschappij dan wel van eenige andere
instantie. Dit is echter voor de bij dit werk te werkgestelde
arbeiders van bijzonder groot belang, omdat gelijk meer
malen is gebleken bij uitvoering van werken onder leiding
van de Neder landsche Heide-Maatschappij voor de betrokken
arbeiders niet is vast te stellen of de in uitzicht gestelde
loonen ook inderdaad worden uitbetaald, althans gedurende
de eerste weken. Herhaaldelijk zijn daarbij moeilijkheden
voorgekomen, die ook nog in de afgeloopen weken tot onaan
genaamheden hebben geleid. Spreker vreest, dat daarvan
eveneens sprake zal zijn bij den aanleg van het vliegveld
in de gemeente Valkenburg.
Het in staat van verdediging stellen van ons land is op
het oogenblik zeer urgent en vraagt van een belangrijke
groep der bevolking offers, die onevenredig zwaar zijn in
vergelijking met de offers, welke in dit opzicht van andere
groepen worden gevraagd, terwijl deze groep door de huidige
omstandigheden reeds zeer zwaar heeft geleden. Er is dan
ook geen enkele reden om mede te werken tot den aanleg
van vliegvelden in werkverschaffing.
Wat overigens de uitvoering van het werk betreft, vestigt
spreker er de aandacht op, dat het vervoer der werkloozen
naar de werkverschaffing op het oogenblik nog niet is ge
regeld. Gaarne neemt spreker aan, dat het College alles in
het werk zal stellen om op dit punt een bevredigende op
lossing te verkrijgen, omdat alleen reeds het feit, dat een
dergelijke regeling nog niet bestaat, bij de betrokken arbeiders
een animositeit doet ontstaan, die bij de uitvoering van
een werk als dit niet gewenscht is.
Tot degenen, die te werk gesteld zullen worden, behooren
personen, die reeds jaren lang gebukt gaan onder den last
van de werkloosheid en daardoor niet in staat zijn geweest
ook maar eenigermate te voorzien in de behoefte aan behoor
lijke werkkleeding en behoorlijk schoeisel. Het verdient aan
beveling hen te dien aanzien zooveel mogeüjk te gemoet
te komen, want doet men dit niet, terwijl deze menschen
aan het zware werk worden gezet, dan werkt het de animosi
teit in de hand, wat niet bevorderlijk is aan de uitvoering
van het werk.
Deze moeilijkheden, waarvoor de betrokkenen dus op het
oogenblik direct staan, leggen het College in elk geval den
plicht op om deze zaak met den grootst mogelijken ernst te
onderzoeken en ook om de maatregelen te treffen, die noodig
zijn om de offers, die toch van deze menschen gevraagd
worden, zooveel mogelijk te verlichten.
Voorts is dezen menschen aangezegd, dat zij voorzien
moeten zijn van een schop, die zij zich voor eigen rekening
moeten aanschaffen. Nu is meermalen op dergelijke werken
een aantal schoppen aanwezig, die de arbeiders dan met een
gering bedrag per week kunnen afbetalen. Is het echter niet
mogelijk toe te zien, dat van deze arbeiders bij de afbetaling
van deze gereedschappen geen grootere bedragen worden
gevorderd dan zij zouden moeten betalen bij aankoop direct
in een winkel, onder normale omstandigheden dus?
De heer van Eek zegt, dat dit voorstel hem zeer onsympa
thiek is. Hier wordt niet een werk onderhanden genomen
om menschen aan het werk te zetten, maar hier wordt een
werk uitgevoerd, dat onder de tegenwoordige omstandigheden
door ieder dringend noodzakelijk wordt geacht; wanneer
men onder deze omstandigheden van de menschen werk
vraagt, ligt het op den weg van den werkgever hun een
behoorlijk loon te betalen. Intusschen, de gemeente heeft
daarover niets te zeggen; men kan het betreuren, maar de
vraag, of dit werk zal worden uitgevoerd als normaal werk
of in werkverschaffing, wordt door het Rijk beslist; de
gemeente heeft werklooze arbeiders ter beschikking te stellen.
Onder deze omstandigheden durft spreker zich niet tegen
dit voorstel verzetten, waar tengevolge van de langdurige
werkloosheid de arbeiders gekomen zijn in een toestand,
dat zij snakken naar werk, al geschiedt dit onder bijzonder
moeilijke omstandigheden en tegen onvoldoende loon. Spreker
betreurt dit, maar moet zwichten voor die noodzakelijkheid.
Spreker vertrouwt echter, dat het College alle mogelijke
moeite zal doen om de voorwaarden, waaronder gearbeid
wordt, zoo gunstig mogelijk te doen zijn. Spreker kan zijn
stem alleen aan dit voorstel geven, wanneer gewaarborgd
wordt, dat voor dit werk alleen gebruikt worden menschen,
die daartoe geschikt en in staat zijn, dat daarvoor dus niet
zwakke personen worden opgeofferd en men dus niet personen
aan het werk zet, die daarvan groote schade in hun gezond
heid ondervinden, en daarvoor ongeschikt zijn. Mocht blijken,
dat dit wèl het geval zou zijn, dan is het sprekers voornemen
om voor te stellen, daarop terug te komen. Bovendien
moeten de loonen eenigszins behoorlijk zijn. De loonen in
de werkverschaffing zijn eigenlijk nooit behoorlijk, maar ze
Aanleg militair vliegveld in werkverschaffing
(van Eek e.a.)
moeten in elk geval op een zoodanig bedrag gesteld worden,
dat men daarvan kan bestaan. Onder voorbehoud dus van
het verkrijgen van deze waarborgen zal spreker dus zijn
stem aan dit voorstel niet onthouden, omdat daardoor ook
voorkomen wordt, dat Leiden misschien zelf zal moeten
zoeken naar allerlei werken, die dan in werkverschaffing
zullen worden uitgevoerd, terwijl thans de Regeering een
werk aanwijst, waarover men geen zeggenschap heeft.
De loonen moeten voor 90 door de gemeenten worden
betaald. Beteekent het, dat het vliegveld door de gemeenten
wordt aangelegd? Wel behoeven de gemeenten de uitkeeringen
niet te betalen, maar deze worden thans voor een groot
gedeelte door het Rijk vergoed. In elk geval is het een bij
zonder eigenaardige figuur.
Indien spreker bevredigende inlichtingen van het College
ontvangt, zal hij zijn stem niet aan het voorstel onthouden.
De heer van Stralen constateert, dat het voorstel van het
College niet met onverdeelde instemming is ontvangen daar
sommige leden van oordeel zijn, dat een werk als dit niet
voor uitvoering in werkverschaffing in aanmerking komt.
Het gemeentebestuur heeft in zake de uitvoering van het
werk geen enkele zeggenschap, daar het Rijk hieromtrent
te beslissen heeft. Aanvankelijk was men voornemens, het
werk op normale wijze door het Departement van Defensie
te doen aanbesteden. Het Departement van Sociale Zaken
meende echter, dat de mogelijkheid bestond om arbeiders,
die zeer lang werkloos waren, in de gelegenheid te stellen bij
dit werk een loon te verdienen in plaats van steun te trekken.
Het (naar het oordeel van het Departement van Sociale
Zaken) groote voordeel bestaat hierin, dat bij uitvoering in
werkverschaffing geen machines zullen worden gebruikt,
waardoor tenminste 2 maal zooveel arbeiders meer te werk
gesteld kunnen worden dan bij de uitvoering van het werk op
normale wijze. Het laatste is inderdaad een argument van
beteekenis. Het Rijk heeft ook aan het gemeentebestuur van
Leiden medewerking gevraagd en dit heeft gemeend, gezien
de groote behoefte aan werk, dat er aanleiding was de ge
vraagde medewerking aan het Rijk te verleenen. Vanzelf
sprekend heeft men, eenmaal aanvaardend de uitvoering
in werkverschaffing, toch ook wel belangstelling voor de
voorwaarden, die dan daarbij zullen gelden.
Een bezwaar tegen werkverschaffing is, dat daaraan in
den regel vastzitten loonen, die beneden het normale loonpeil
liggen. Het uurloon in de werkverschaffing bedraagt 38 cent,
welk bedrag spreker te laag vindt; nog onlangs heeft het
College gepoogd, dit op 40 cent te doen brengen, doch de
Minister was daartoe niet bereid; het basis-uurloon van 38
cent bleek inderdaad niet te verhoogen. Men moet met dit
uurloon rekening houden, al kan in tarief boven dit uurloon
maximaal nog 10 worden oververdiend.
De klacht van de heeren Snel en van Weizen over de uit-
keering van zeer lage loonen in de werkverschaffing in den
Leidschen Hout is wel juist. Spreker heeft zeer betreurd dat
dit zich heeft voorgedaan. Bij deze werkverschaffing hebben
enkele ploegen door bijzondere omstandigheden n.l. bij
zonder slechte weersomstandigheden en ongeoefendheid, de
eerste week van haar tewerkstelling niet mee gekund; zij
konden het toegepaste tarief niet halen en hebben het daar
door niet verder kunnen brengen dan tot een uurloon van
24 en 26 cent, waardoor deze ploegen van in totaal 14 arbei
ders een weekloon ruim 11.kregen uitgekeerd, terwijl
andere ploegen in diezelfde week het gebracht hebben tot
een uurloon van 42 en zelfs van 44 cent. Het verschil was dus
wel zeer groot. Op sprekers verzoek is onmiddellijk ingegrepen
die ploegen hebben over die week nabetaald gekregen het
verschil tusschen het werkelijk verdiende loon en het basis
uurloon, zoodat zij over die week toch het volle basis-uurloon
hebben gekregen. Er moesten echter maatregelen genomen
worden om een herhaling daarvan te voorkomen, vooral bij
dit werk, waarbij een groot aantal arbeiders betrokken zijn;
men kan bij dit werk de herhaling va.n dergelijke voorvallen
niet riskeeren. In een conferentie van spreker met het depar
tement van Sociale Zaken is derhalve besloten, voor dit werk
van den aanleg van een militair vliegveld in Valkenburg een
geleidelijk afloopenden trainingstoeslag voor de eerste vier
weken te geven van resp. 8, 6, 4 en 2 centdaardoor worden
moeilijkheden als zich bij de werkverschaffing in den Leid
schen Hout hebben voorgedaan, voorkomen.
De quaestie van de vervoersregeling is een moeilijk punt,
omdat in de Regeeringsbesluiten dwingend is bepaald, dat
vergoeding voor het vervoer alleen mag worden gegeven als
de afstand tot het werk ten minste 10 K.M. bedraagt. De
afstand van het hart van de stad tot dit werk bedraagt
echter ongeveer 8 K.M. Bij de bespreking, die hierover op
het Departement van Sociale Zaken is gevoerd, is weinig