MAANDAG 17 APEIL 1939. 171 Uitbreiding Sehoeiseldienst; e.a. (Snel e.a.) van Gedeputeerde Staten om hun goedkeuring te onthouden aan het Baadsbesluit tot beschikbaarstelling van 1.000. tot uitbreiding van den sehoeiseldienst. Formeel is dit juist, maar spreker vraagt of door Gedeputeerde Staten bij het gemeentebestuur nog inlichtingen zijn ingewonnen over de redenen, die geleid hebben tot de aanneming van dit voorstel. Spreker heeft den stelligen indruk, dat indien dit zou zijn geschied, Gedeputeerde Staten hun goedkeuring aan dit Raadsbesluit niet zouden hebben onthouden. De heer van Stralen deelt namens Burgemeester en Wet houders mede, dat dezen geen aanleiding aanwezig achten beroep in te stellen tegen het niet goedkeuren door Gede puteerde Staten van dezen begrootingspost. Gedeputeerde Staten hebben aan het College geenerlei inlichtingen gevraagd. Het College heeft nadat het raadsbesluit tot het uittrekken van een extra-subsidie van 1.000.was genomen, van Gedeputeerde Staten bericht gekregen, dat dezen tegen dit raadsbesluit bezwaar hadden en dus den betreffenden be grootingspost niet zouden kunnen goedkeuren. Vervolgens heeft de Baad tot vaststelling van deze begrootingswijziging besloten, welk raadsbesluit nu door Gedeputeerde Staten niet is goedgekeurd. Persoonlijk staat ook spreker op het standpunt, dat het beter ware geweest, wanneer Gedeputeerde Staten wèl nader geïnformeerd hadden naar de motieven tot dit voorstel aan den Baad; spreker persoonlijk betreurt wel dat Gedeputeerde Staten dit niet gedaan hebben, omdat het gemeentebestuur nu niet in de gelegenheid is geweest zijn argumenten en motieven aan Gedeputeerde Staten mede te deelen, die in dit geval naar sprekers meening eenzijdig zijn ingelicht, doordat korten tijd na het nemen van het raadsbesluit van bepaalde zijde bezwaren tegen dit raads besluit bij Gedeputeerde Staten zijn ingebracht. Gedeputeerde Staten hebben zich dus niet nader vergewist van het standpunt van het gemeentebestuur, doch hebben zonder meer bericht, dat zij hezwaar hadden tegen het genomen raadsbesluit, al is dan ook na het besluit tot niet goedkeuring der begrootings post mededeeling gedaan van het motief dat Gedeputeerde ■Staten heeft geleid, n.l. strijd van dit raadsbesluit met de Armenwet. Persoonlijk zou spreker gaarne gelegenheid gehad hebhen dit standpunt van Gedeputeerde Staten te bestrijden, omdat hij hier altijd nog geen strijd met de Armenwet aan wezig acht, maar dè gèlegénhéid''daartoe is nu eenmaal niet gegeven. Men zal zich nu maar hierbij moeten neerleggen, al zou spreker gaarne hebben gezien, dat Gedeputeerde Staten, alvorens deze beslissing te nemen, inlichtingen hadden gevraagd aan het gemeentebestuur. De heer Snel vraagt of er, wanneer de Wethouder nu van meening is, dat dit Baadsbesluit niet in strijd is met de Armenwet, dan geen reden is voor het College om bij de Kroon in beroep te gaan. De Voorzitter vestigt er de aandacht op, dat de heer van Stralen duidehjk heeft gezegd, diens eigen opvatting aan den Raad mede te deelen. Het College in zijn geheel is het met deze opvatting niet eens en meent, dat Gedeputeerde Staten in hun beslissing volledig hebben gezegd, waarop het aankomt. Het College acht het plegen van overleg door het gemeentebestuur op die punten, wat ook de motieven van het gemeentebestuur mogen zijn, niet verder noodig. Spreker stelt voor de missive van Gedeputeerde Staten voor kennisgeving aan te nemen. Het voorstel van den Voorzitter wordt aangenomen met 28 tegen 5 stemmen. Vóór stemmen: de heeren Wilmer, Würtz, Wilbrink, van Stralen, Verweij, Splinter, van Rosmalen, Tepe, de Beede, Bergers, Beekenkamp, Hessing, Carton, mevrouw de Cler, de heeren Lomhert, Groeneveld, Manders, Key, van Eek, Jongeleen, Coster, van der Laan, Tohé, Eikerbout, van der Beijden, van der Kwaak, mevrouw Braggaar en de heer van der Tas. Tegen stemmen: de heeren Valentgoed, van Weizen, Snel, Oostveen en Schüller. De Voorzitter doet alsnu namens Burgemeester en Wet houders het volgende spoedeischend voorstel: In verband met de buitengewone tijdsomstandigheden acht het College het gewenscht op den kapitaaldienst een crediet van 50.000.te zijner beschikking te hehben voor het nemen van eventueel spoedeischende maatregelenBurge meester en Wethouders geven den Baad derhalve in overwe ging den desbetreffenden begrootingsstaat vast te stellen. Crediet i. v. m. buitengewone tijdsomstandigheden; e.a. (Voorzitter e.a.) Nadat zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming op voorstel van den Voorzitter tot dadelijke behandeling van dit voorstel is besloten, wordt eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De heer van Stralen doet hierna namens Burgemeester en Wethouders het volgende spoedeischend voorstel. Gelijk bekend, zal door het Rijk onder de gemeente Valken burg een militair vliegveld worden aangelegd. Deze aanleg zal geschieden in werkverschaffing. Ook een groot aantal werkloozen uit Leiden zal aan die werkverschaf fing kunnen deelnemen. De werkzaamheden zullen een ge- ruimen tijd vorderen. Gedurende het tijdvak van Mei tot October 1939 zullen plus minus 800 man uit deze gemeente bij dit werk kunnen worden geplaatst; van October 1939 tot April 1940 zal de werkverschaffing voor Leidsche ar beiders worden stopgezet, maar in April 1940 zal zij weer met Leidsche arbeiders kunnen worden voortgezet. Er wordt veel spoed met het werk gemaakt. Vóór 1 Mei a.s. moeten 700 a 800 man uit Leiden te werk gesteld zijn, terwijl vandaag reeds 80 werkloozen uit deze gemeente het werk moesten aanvangen. Het College heeft, vooruitloopende op het door den Baad te nemen besluit, deze werkloozen bereids aangewezen. De loonen komen voor 90 ten laste van de gemeente, maar voor het voor haar rekening komende gedeelte der loonen ontvangt de gemeente het gebruikelijke subsidie. Voor tewerkstelling mogen ook door Maatschappelijk Hulpbetoon gesteunden, wier steun geheel ten laste van de gemeente komt, worden aangewezen tot 10 van het totaal der te werk te stellen werkloozen. Ook het aan hen uit te betalen loon komt voor het subsidie in aanmerking. De hieruit voor de gemeente voortvloeiende besparing zal de uit deze werkverschaffing aan werklooze bona-fide valide arbeiders voortvloeiende meerdere kosten, gelijk een globale berekening heeft doen zien, ongeveer geheel goedmaken. Het College geeft den Baad in overweging te besluiten aan deze werkverschaffing deel te nemen. De wijziging van de gemeentebegrooting zal t.z.t. den Baad ter vaststelling worden aangeboden. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt op voorstel van den Voorzitter tot dadelijke behandeling van dit voorstel besloten. De heer Snel zegt, dat de sociaal-democraten eigenlijk tegen uitvoering van dit werk in werkverschaffing zijn. Is nu het maken van een militair vliegveld voor de Eegeering een object voor uitvoering in werkverschaffing! Men zou even goed de vliegmachines voor de Begeering in werk verschaffing kunnen doen bouwen. De heer Bergers zegt, dat dat iets anders is. De heer Snel zegt, dat het in heide gevallen noodzakelijke werken voor de Begeering betreft. Waarom moeten ook nu weer de werkloozen, die gedurende hun werkloosheid een uitkeering ontvangen, die te laag is om van te leven, wanneer ze nu te werkgesteld worden, toch ook weer gaan werken voor een loon, dat lager is dan het voor dergelijke werken gangbare loon? Waar het hier echter een werk voor de Begeering betreft, kan men weinig anders doen dan er met de meeste klem bij de Begeering op aandringen, dat een behoorlijk uurloon wordt vastgesteld, dat voorts voor dit werk alleen worden aangewezen personen, die physiek daar voor geschikt zijn en dat tenslotte onder het oog wordt gezien de wijze van vervoer van en naar het werk. Daarnaast zal ook toekenning van een trainingstoeslag noodig zijn, zoodat het niet meer kan voorkomen, zooals verleden week bij het werk in den Leidschen Hout, dat de arbeiders naar huis worden gestuurd met loonen van 10.per week. Spreker maakt er ernstig bezwaar tegen, dat menschen, die toch de geheele week hard gewerkt hebben, naar huis gaan met een loon, dat 4.of 5.lager is dan hun steun bedrag. Spreker zou gaarne zien, dat voor dit werk, waarbij een belangrijk aantal arbeiders uit Leiden geplaatst kunnen worden, de arbeidsvoorwaarden zoo draaglijk mogehjk worden gemaakt. De heer van Weizen acht de door den Wethouder gegeven motiveering van het voorstel van het College, om den aanleg van dit miütair vliegveld in Valkenburg in werkverschaffing te doen uitvoeren, toch wel zeer vaag; althans wordt niet nauwkeurig aangegeven, op welke wijze dit werk zal worden uitgevoerd, of dit zal geschieden onder leiding van de Neder-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 7