37 Munnikenstraat en aan de Pasteurstraat, als mede bij de school voor uitgebreid lager on derwijs aan het Koordeinde 3. Aangezien met de betrokken schoolbesturen overleg zou worden gepleegd omtrent de wijze waarop de rijwielbergplaatsen zouden worden gebouwd of ingericht, werden voor dit doel nog geen gelden gevoteerd. Het blijkt thans, dat de kosten ter zake zullen bedragen voor de school aan de Oosterstraat/Munnikenstraat 366.voor de school aan de Pasteurstraat 376.en voor de school aan het Noordeinde No. 3 433.welke bedragen ter beschik king van de betrokken schoolbesturen moeten worden gesteld en derhalve op de begrooting dienen te worden geregeld. In verband met de uitgaven voor de scholen aan de Oosterstraat/Munnikenstraat en aan de Pasteurstraat moet volgn. 502a met resp. 366.b 376.742.in totaal wor den verhoogd. (Zie voorts de verhooging van volgn. 772a der ontvangsten en de toevoeging aan volgn. 8906 der uitgaven van den kapitaaldienst van sub 2° met eveneens 742. Volgn. 505. Uitkeering aan gemeenten inge volge artikel 86 der Lager Onderwijswet 1920 182.94 De ten laste van den dienst 1938 komende uitkeeringen ter zake van de stichting en ver bouwing van scholen voor bijzonder uitge breid lager onderwijs, die door kinderen uit deze gemeente werden bezocht, vereischten een uitgaaf van 262.94; de post was op 80.uitgetrokken. Volgn. 507. Vergoeding aan schoolbesturen als bedoeld in art. 10Ibis der Lager Onderwijs wet 1920 B.U.L.On 768.47 Het voorschot op de bovenbedoelde ver goeding voor vakonderwijzers over 1938 werd bij Raadsbesluit van 14 Maart 1938 (Ingek. Stukken No. 54) vastgesteld op in totaal 9.695.06, terwijl ingevolge het in dezelfde Raadsvergadering genomen besluit (Ingek. Stukken No. 53) over 1935 alsnog 473.41 werd uitgekeerd. In totaal werd derhalve ten laste van 1938 gebracht 9.695.06+/ 473.41= 10.168.47 of 768.47 meer dan de beschikbaar gestelde som van 9.400. Volgn. 511. Uitkeering aan andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding bedoeld in artikel 205 der Lager Onderwijswet 1920 132.95 De in het kalenderjaar 1938 vastgestelde aan andere gemeenten te betalen uitkeeringen ter zake van de getaxeerde waarde van ter reinen en gebouwen voor uitgebreid lager onderwijs, die door kinderen uit deze ge meente werden bezocht, vereischen op den dienst 1938 een uitgaaf van 332.95; een be drag van 200.was uitgetrokken. Volan. 513. Teruggave van schoolgelden {B.U.L.O.)72.63 Over 1938 moet 72.63 worden geresti tueerd; de post was voor „memorie" uitge trokken. Volgn. 515a. Bijdrage aan Hoofdstuk VIII 9 van den kapitaaldienst (B.U.L.O.} 433. Eene verhooging van dit volgnummer met 433.is noodzakelijk. (Zie de toelichting bij volgn. 502a van den gewonen dienst, alsmede de verhooging van volgn. 778a der ontvangsten en de toevoeging aan volgn. 8936 der uitgaven van den kapitaal- dienst van sub 4°. met eveneens 433. Volgn. 516. Uitkeering aan gemeenten, in gevolge art. 25, vijfde lid, van het Koninklijk Besluit van 22 October 1923 (Stbl. No. 489), laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 13 Juni 1936 (Stbl. No. 368)16.— Over 1937 werd ter zake uitgekeerd f 16. de post was voor „memorie" uitgetrokken Volgn. 517. Bijdragen ten behoeve van het onderwijs aan slechthoorende, doofstomme en blinde kinderen60. De bovenbedoelde bijdragen vereischten een uitgaaf van 460.een bedrag van 400.was uitgetrokken. Volgn. 519. Subsidiën aan bijzondere be waarscholen f De uitgaven ter zake hebben over 1938 61.141.57 bedragen, terwijl over 1935 (drie- jaarlijksche afrekening) alsnog 1.626.86 en over 1937 69.60 moest worden uitgekeerd, d.i. tezamen 62.838.03. Aanvulling van de beschikbaar gestelde som van f 61.900.met f 938.03 is dienten gevolge noodig. Daarentegen werd wegens over 1937 teveel uitgekeerde subsidie een bedrag van 645.92 terugontvangen (Zie de verhooging van volgn. 130 der ont vangsten met 645.92.) Volgn. 525a. Bijdrage in de kosten van het bezoeken van de Rijkskweekschool voor onder wijzers en onderwijzeressen te 's Gravenhage door een leerling uit deze gemeente nieuw volg nummer) Voor een leerling van de voormalige kweek school voor onderwijzers en onderwijzeressen alhier werd de bovengenoemde bijdrage ver leend. Volgn. 528. Subsidie aan de Vereeniging tot opleiding van Christelijke bewaarschoolhouderes- sen In verband met het aantal leerlingen be draagt de ten laste van den dienst 1938 komende subsidie 556.25; een bedrag van 500.was uitgetrokken. Volgn. 535. Teruggave van schoolgelden. Yan de voor „middelbaar onderwijs" ont vangen schoolgelden moet een bedrag van 423.49 worden gerestitueerd; de post was voor „memorie" uitgetrokken. Volgn. 545. Teruggave van schoolgelden. Van de voor het gymnasium ontvangen schoolgelden moet een bedrag van f 307.83 worden gerestitueerd; de post was voor „memorie" uitgetrokken. Volgn. 554. Subsidie voor scholen voor het lager nijverheidsonderwijs c. het Bestuur van de Ambachtsschool Machinistenavondschool In verband met de goedkeuring in het kalenderjaar 1938 door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van de rekening over 1937 moet de sub c uitge trokken subsidie van 699.met 22.03 worden verhoogd. de afd. Leiden van den Ned. Roomsch Katholieken Volksbond ten behoeve van de avondteekenschool dier afdeeling De uitgetrokken subsidie van 2.472. moet met f 550.52 worden verhoogd. (Zie de toelichting bij sub c.) g. de Vereeniging tot bevordering van de opleiding tot instrumentmaker De uitgetrokken subsidie van 6.413. moet met 278.70 worden verhoogd. (Zie de toelichting bij sub c.) h. de Zita-Vereenigingafd. Leiden van de R.K. Internationale Vereeniging tot bescher ming van Meisjes, voor hare vakschool voor meisjes Ingevolge de door den Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen goedgekeur de begrooting bedraagt de over 1938 uitge keerde subsidie f 21.066.een bedrag van 20.790.was uitgetrokken. Volgn. 555. Bijdragen aan gemeenten in de kosten van scholen voor het lager nijverheids onderwijs De uitgaven ter zake, geraamd op 1.000. bedragen f 2.312.68. Volgn. 557. Bijdragen in de kosten van het onderwijs volgens het leerlingstelsel aan ver- eenigingen, welke zich de bevordering van het Nijverheidsonderwijs ten doel stellen De uitgaaf ter zake, geraamd op 110. bedraagt 120.88. Volgn. 572. Kosten der vakscholen niet val lende onder de Nijverheidsonderwijswet Ingevolge de door den Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen goedgekeur de begrooting bedraagt de over 1938 aan het Genootschap „Kennis is Macht" uitgekeerde subsidie 4.750.-—; een bedrag van 4,712. was uitgetrokken. 938.03 25.— 56.25 423.49 307.83 22.03 550.52 278.70 276.— 1.312.68 10.88 38.—

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 3