GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
19
IN6EKOKEN STUKKEN.
N°. 31. Leiden, 14 Februari 1939.
In Uwe zitting van 26 September j.l. besloot Uwe Ver
gadering een in die zitting overgelegd adres van het Actie-
Comité der stempelaars van Maatschappelijk Hulpbetoon,
in zake de stempelregeling, de stempeltijden en de hoe
grootheid van de uitgekeerde ondersteuning, in handen van
de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulp
betoon te stellen ter afdoening.
Dit besluit werd genomen nadat ons College, bij monde
van den Voorzitter, verklaard had bereid te zijn de ge
noemde Commissie te verzoeken een grondig onderzoek in
te stellen naar het in het adres medegedeelde en ons met
het resultaat van dat onderzoek in kennis te stellen, opdat
wij Uwe Vergadering ter zake zouden kunnen inlichten.
De Commissie heeft een omstandig onderzoek doen in
stellen en ons medegedeeld, dat zij op grond daarvan tot
de conclusie is gekomen, dat:
1°. het gemiddelde steunbedrag door vele factoren wordt
bepaald en voortdurend wisselend is;
2°. vergelijking met eenige andere Zuid-Hollandsche steden
te willekeurig is en te beperkt;
3°. vergelijking van de steunbedragen over het 2e kwartaal
1938 een geheel ander resultaat oplevert, dan een verge
lijking van die bedragen, in dezelfde steden, over het le
kwartaal 1938;
4°. een vergelijking van het gemiddelde steunbedrag in
verschillende gemeenten licht aanleiding geven kan tot ver
warring
5°. in het algemeen de steunuitkeeringen in deze gemeente
niet lager zijn dan in andere gemeenten;
6°. de aftrek wegens gezinsinkomsten en de regeling voor
kindertoeslag, huurtoeslag, e. d. te Leiden in het algemeen
niet ongunstiger is dan in andere gemeenten;
7°. de verstrekking van kleeding, enz. te Leiden niet
slechter is dan elders en bij verstrekking van alleen nieuwe
kleeding, enz. de lasten zeer ernstig zouden verzwaren;
8°. voor valide armlastigen in verschillende gemeenten
een zelfde stempelregeling geldt als in deze gemeente en
wijziging in die regeling niet aanbevelenswaardig is;
9°. de meening van adressant, dat een groot aantal onder
steunden zou kunnen worden ondersteund ingevolge de
Rijkssteunregeling voor valide werkloozen, onjuist is.
Het rapport van de Commissie is, met de diverse bijlagen,
op grond waarvan de Commissie tot hare bovengenoemde
conclusiëen gekomen is, voor de leden van Uwe Vergadering
ter lezing in de Leeskamer gelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 32. Leiden, 14 Februari 1939.
Ten vervolge op ons voorstel, inzake den verkoop van
bouwgrond aan den Wassenaarscheweg aan M. Hopman Sr.
te 's-Gravenhage (zie Ingek. Stukken Ho. 15 van dit jaar),
met welk voorstel Uwe Vergadering zich vereenigde in haar
zitting van 23 Januari j.l., stellen wij U thans voor het
uitbreidingsplan dezer gemeente, voorzoover bedoelden
bouwgrond betreft, te herzien, overeenkomstig het hierbij
overgelegde ontwerp (kaart B).
Het te wijzigen gebied is op de bedoelde kaart met een
roode omlijning aangegeven.
In verband met de onderhavige herziening dient mede
tabel I, bedoeld in art. 4, lid 1, van de bij het uitbrei
dingsplan behoorende verordening, houdende voorschriften
ten aanzien van de bebouwing en het gehruik van de in
het uitbreidingsplan der gemeente Leiden begrepen gronden,
te worden gewijzigd.
Het ontwerp heeft met de noodige wijziging van tabel
I gedurende den in de Woningwet voorgeschreven termijn
op de gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage gelegen.
Er zijn geen bezwaren ingediend.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering, in overeenstemming
met het advies van de Commissie van Fabricage en met
verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde
stukken, in overweging:
a. het plan van uitbreiding voor de gemeente Leiden,
vastgesteld bij raadsbesluit van 6 November 1933, zooals
dit sindsdien is gewijzigd, te herzien in dier voege, dat
kaart I van dit plan wordt gewijzigd, zooals op de over
gelegde kaart, gemerkt B, ten aanzien van het op die kaart
met een roode omlijning omgeven gebied, is aangeduid;
b. tabel I, bedoeld in artikel 4, lid 1, van de verordening,
houdende voorschriften ten aanzien van de bebouwing en
het gebruik van de in het uitbreidingsplan der gemeente
Leiden begrepen gronden, te wijzigen, zooals op den mede
overgelegden staat is aangegeven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.