tot 1 Januari 1949, te verhuren twee door ons College aan te wijzen lokalen in het gebouw aan de Pieterskerkgracht No.9, tegen een jaarlijkschen huurprijs van 75.en voorts onder de mede ter inzage liggende voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 8. Leiden, 12 Januari 1939. Bij raadsbesluit van 9 Mei 1938 (Ingek. Stukken No. 79) werden aan het Koninklijk Genootschap „Mathesis Scien- tiarum Genitrix", voor het jaar 1938, het gebouw van de voormalige H. B. S. voor jongens aan de Pieterskerkgracht No. 13, c. a. en de custoswoning van het oude Gymnasium gebouw aan de Lokhorststraat no. 16 verhuurd tegen een jaarlijkschen huurprijs van 5475. Het bestuur van dat Genootschap verzoekt thans, be houdens goedkeuring van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, het genoemde gebouw met de woning voor het jaar 1939 wederom te mogen huren op gelijke voorwaarden als voor het jaar 1938. Aangezien tegen inwilliging van dat verzoek noch bij ons College, noch bij de Commissie van Fabricage bezwaar bestaat, geven wij U alsnu in overweging te besluiten aan het Koninklijk Genootschap „Mathesis Scientiarum Geni trix", voor het jaar 1939, het gebouw van de voormalige H. B. S. voor jongens aan de Pieterskerkgracht no. 13, met het zich daarin bevindende, aan de gemeente, in eigendom toebehoorende, meubilair en de custoswoning van het oude Gymnasiumgebouw aan de Lokhorststraat no. 16, te ver huren tegen een jaarlijkschen huurprijs van 5475.en voorts onder de, in de Leeskamer ter visie liggende, voor waarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 9. Leiden, 12 Januari 1939. Van het „Instituut Kern" (Vereeniging tot stichting en instandhouding van een Instituut voor Indische Archaeologie aan de Rijksuniversiteit te Leiden) is een verzoek ingekomen om ontheffing van de huur van de lokalen in het gebouw ,,'sGravensteen" c.a. vanaf 1 November j.l. Deze lokalen werden aan het Instituut verhuurd ingevolge raadsbesluiten van 14 April 1930 (Ingek. Stukken No. 69) en 19 October 1931 (Ingek. Stukken No. 252) tegen een huurprijs van 645.20 per jaar met bepaling, dat de huur op 1 Mei telkens geacht zal worden voor een jaar te zijn verlengd, indien zij niet door een der partijen zes maanden tevoren is opgezegd. Aangezien het Instituut 1 November j.l. is verhuisd naar liet bij de Universiteit behoorende gebouw aan de le Binnenvest- gracht, heeft het onze medewerking gevraagd tot tusschen- tijdsche beëindiging van de huur met ingang van genoemden datum. Nu vóór 1 November 1937 geen opzegging tegen 1 Mei 1938 plaats vond, kan echter volgens de overeenkomst de huur op zijn vroegst tegen 1 Mei a.s. worden beëindigd, tenzij de gemeente, in afwijking van het contract, toestemt in een tusschentijdsche ontbinding en derhalve de huur over de maanden November 1938 tot en met April 1939 ad ƒ322.60 kwijtscheldt. Aanvankelijk meende ons College inwilliging van het ver zoek niet te moeten bevorderen, zulks mede met het oog op mogelijke consequenties ten aanzien van andere huurders van gemeente-eigendommen. Uit een nadere toelichting is ons intusschen gebleken, dat het niet in achtnemen van den voorgeschreven opzeggingstermijn aan een misvatting bij het bestuur moet worden geweten. Aangezien het hier bovendien een voor onze academiestad belangrijke weten schappelijke instelling betreft, zijn wij, gelet ook op den financieelen toestand van het Instituut en de verder in de stukken vermelde omstandigheden, alsnog tot de conclusie gekomen, dat er in dit bijzondere geval termen aanwezig zijn de huur tusschentijds te beëindigen. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, geven wij Uw Vergadering mitsdien in over weging te besluiten medewerking te verleenen aan de be ëindiging op L November 1938 van de door het „Instituut Kern" aangegane huur van de beneden- en bovenverdieping van den noordelijken vleugel van het gebouw ,,'s Graven steen" aan de zijde van de Papengracht en de perceelen aan de Dienderspoort Nis 1 en 2. Aaii den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 10 Leiden, 12 Januari 1939. De gemeente heeft in openbare veiling de hand kunnen leggen op een drietal perceelen aan de Noorderstraat nis 48, 10 en 12 voor de som van 6.550.—. Vermits deze panden grenzen aan het terrein van den Ge meentelijken Reinigings- en 'Ontsmettingsdienst, achten wij met de Commissie van Fabricage het bezit daarvan voor de gemeente van belang. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, geven wij Uw Vergadering derhalve in overweging: a. aan te koopen de perceelen aan de Noorderstraat nis 48, 10 en 12, groot resp. 158 M2, 62 M2 en 85 M2, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie B. nis 2810, 2701 en 2700, voor den prijs van 6.550.in totaal; b. de sub a bedoelde perceelen voor den koopprijs, ver meerderd met de kosten, in te brengen in het bedrijf van den Gemeentelijken Reinigings- en Ontsmettingsdienst; c. door vaststelling van de overgelegde staten tot wijziging van de gemeente-begrooting en die van den Gemeentelijken Reinigings- en Ontsmettingsdienst, beide dienst 1938, een crediet van 6.925.ten behoeve van den sub a bedoelden aankoop, met inbegrip van de kosten, te onzer beschikking te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 11. Leiden, 12 Januari 1939. Zooals uit de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken blijkt, verkeeren de ketels van de centrale verwarming in het Stedelijk Museum „de Lakenhal" in zoodanigen toestand, dat twee daarvan onverwijld door nieuwe moeten worden vervangen. De kosten van aanschaffing c.a. van de twee nieuwe ketels, tot welke aanschaffing inmiddels reeds op dracht moest worden gegeven, worden geraamd op totaal 2.650.—. In overeenstemming met de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging om, door vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, model D, ten behoeve van de aanschaffing van twee stookketels voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal" met bijkomende werkzaamheden, een bedrag van 2.650.op den gewonen dienst der begrooting 1939 te brengen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 12. Leiden, 12 Januari 1939. In Uwe Vergadering van 12 December j.l. werd om praeadvies in onze handen gesteld een verzoek van het bestuur der Gereformeerde Schoolvereeniging, alhier, om op grond van artikel 72 der Lager Onderwijswet 1920 medewerking te verleenen tot de aanschaffing van leer middelen ten behoeve van de school voor uitgebreid lager onderwijs aan de Hooglandsche Kerkgracht 20», zulks in verband met de toeneming van het aantal leerlingen in de le en 2e klasse van die school. Aangezien aan de wettelijk gestelde eischen is voldaan bestaat er naar onze meening aanleiding de gevraagde medewerking te verleenen. Met verwijzing naar het bij de stukken gevoegd advies van de Commissie voor het Onderwijs, geven wij Uwe Ver gadering mitsdien in overweging te besluiten: a. medewerking te verleenen aan het bestuur van de Gereformeerde Schoolvereeniging, alhier, tot aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor uitge breid lager onderwijs aan de Hooglandsche Kerkgracht 20a; b. door vaststelling van den overgelegden begrootings staat, een bedrag, groot 82.op de begrooting 1939 te brengen, teneinde ons College in staat te stellen, de voor de sub a bedoelde leermiddelen benoodigde gelden te zijner tijd ter beschikking van het schoolbestuur te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 13. Leiden, 12 Januari 1939. Evenals voor het vorige jaar vraagt de Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting en Gezinsleiding ook voor het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1939 | | pagina 2