MAANDAG 14 NOVEMBER 1938.
213
Bouw Stadhuis.
(Splinter e.a.)
dit deel van het werk globaal geraamd op 25.000.Nu
bij de aanbesteding door allerlei omstandigheden de be
grooting overschreden blijkt te zijn, kan men dat betreuren
spreker doet dat ook, maar daartoe hebben ook verschillende
factoren medegewerkt.
Intnsschen is uit het schrijven, dat bij de stukken heeft
gelegen en waarin wordt medegedeeld, dat de aannemings
som met 5000.kan worden verminderd, zonder dat een
minder goede installatie wordt geleverd, wel gebleken, dat
de adviseerende ingenieur een eenigszins royaal bestek heeft
gemaakt. Men denkt bij het maken van een begrooting
altijd nog verschillende onderwerpen er op te kunnen
plaatsen, waarvan later evenwel blijkt, dat zij er afgenomen
dienen te worden; men heeft het ook in dit geval gedaan.
Natuurlijk geeft spreker toe, dat de begrooting in het
algemeen te laag is geweest. Achteraf kan men er heel
veel en heel aardig over praten, maar men dient te zorgen,
dat de zaak zelf doorgaat. Het is jammer, dat de begrooting
te laag was, maar de aanbesteding heeft uitgewezen, dat
de cijfers, die thans zijn genoemd, juist zijn. Het is dan
ook gewenscht, dat de Raad thans een beslissing neemt,
opdat men met de uitvoering van het werk direct kan
aanvangen.
Het is spreker niet mogelijk het bedrag van den stelpost
in het openbaar mede te deelendeed hij het wel, dan zou
de onderhandsche aanbesteding geen zin meer hebben en
alle concurrentie zijn uitgesloten. Intusschen kan spreker
wel zeggen, dat van de laagste inschrijvingssom met behulp
van de begrooting datgene is afgetrokken, wat inderdaad
tot de levering behoort. De hoofdopzichter heeft spreker
de geruststellende verklaring gegeven, dat het bedrag van
den stelpost voldoende is om datgene te leveren, wat in
het bestek staat en waarvoor later een onderhandsche
inschrijving zal plaats hebben.
De heer Sehüller veronderstelt, dat iedereen zal moeten
erkennen, dat hij deze belangrijke zaak zoo objectief mogelijk
heeft bezien en zoo zakelijk mogelijk heeft behandeld. Men
bespreekt de zaak inderdaad achteraf, maar het gebeurt
weieens meer, dat de Raad zulks moet doen. Spreker vroeg
naar den hem bekenden weg, maar voerde ook niet alleen
voor zich zelf het woordbij de werkverdeeling in zijn fractie
werd hem de taak opgedragen, deze zaak in de raadsver
gadering te behandelen. Of spreker nu al alles weet en veel
meer weet dan de Wethouder hier heeft gezegd, hij heeft
opdracht om hier deze zaak aan te snijden en daarom heeft
spreker hier zoo objectief en zoo zakelijk mogelijk, in het
geheel niet het gordijn opgelicht De zaak is zoo, en
achteraf praten doet ook wel eens goed. De Wethouder zegt:
het is heelemaal niet erg, dat de aanbesteding pas op 27
September plaats had, de dakbedekking was toch nog niet
waterdicht, dus die aanbesteding had eigenlijk nog wel een
paar maanden later kunnen zijn. Welnu, dan zou men kunnen
zeggen, hetgeen spreker echter niet wil beweren: dan is te
laat aan die dakbedekking gedacht. Spreker heeft hier een
anderen klank gehoord dan op een andere plaats, waar onom
wonden is erkend, dat die installatiewerken drie maanden
te laat zijn en dat daardoor alle andere werken ook vertraagd
zijn.
Nu zegt de Wethouder: het was een globale raming. Neen,
spreker heeft in de commissie verscheidene keeren erop ge
wezen, dat de hiervoor uitgetrokken post naar zijn meening
te laag was, maar hij is afgegaan op de herhaaldelijk uitge
sproken bewering van architect Blaauw, dat de hiervoor uit
getrokken post voldoende was. Nu blijkt bij de eerste aanbe
steding, dat de prijs beduidend hooger lag dan de raming.
Spreker heeft voor zich een berekening van 16 Juli 1937 van
den bouwmeester, met een specificatie; de architect heeft
toen ook erkend, dat het daarvoor uitgetrokken bedrag te
laag was; een klein percentage van deze verhooging was het
gevolg van de devaluatie, doch het was zulk een verschil, dat
dit niet alleen het gevolg van de devaluatie kon zijn. Voor
spreker staat onomstootelijk vast, dat de raming van de be
trokkenen niet juist is geweest. Ondanks de enorme bezui
nigingen, die aangebracht zijn, is men op het oogenblik nog
12.000.boven de raming. De Wethouder zegt nu, dat dit
niet juist is; laat men dan maar zeggen: 10.000.met
cijfers kan men altijd goochelen. Ondanks de bezuinigingen,
die aangebracht zijn, ligt de prijs nog 10.000.boven de
raming. En dan vraagt spreker: is een dergelijke raming
serieus en goed opgebouwd? Zijn deze bezuinigingen bovendien
inderdaad wel toelaatbaar en zal daardoor straks niet nog veel
meer bijwerk noodzakeüjk worden, voordat het bouwwerk
klaar is? Men bezuinigt thans, maar men zal daarvoor mis-:
schien, wanneer men aan het uitwerken en afbouwen is,
moeten boeten.
Bouw Stadhuis.
(Sehüller e.a.)
Spreker blijft van meening, dat deze zaak niet goed is
behandeld.
Het is begrijpelijk, dat de Wethouder het bedrag van den
stelpost niet in het openbaar mededeelt, maar toch is het
noodig, dat de Raad weet, hoe groot het is en daarom geeft
spreker het College in overweging te zoeken naar een weg,
waarlangs de Raad het bedrag wel kan te weten komen.
De heer Splinter constateert, dat de heer Sehüller hoe
langer hoe verder gaat en aanstonds misschien zal vertellen,
hoe de zaak behandeld is, waartegen spreker intusschen
geen bezwaar heeft en waarbij hij den heer Sehüller wel
van antwoord zal dienen.
De heer Sehüller heeft gezegd, dat de begrooting van
25.000.te laag was.
De heer Sehüller heeft dit bedrag niet genoemd; de Wet
houder noemde het.
De heer Splinter merkt op, dat de heer Sehüller de
specificatie van het bedrag voor zich heeft.
De Voorzitter zegt, dat de heer Sehüller het bedrag van
25.000.in eerste instantie niet heeft genoemd, maar in
zijn betoog daarop wel is doorgegaan.
De heer Splinter betwist den heer Sehüller, dat de aan
nemingssom de raming met 12.000.overtreft. In eersten
termijn heeft spreker, die niet, gelijk de heer Sehüller, een
afschrift van de begrooting van den heer Blaauw bezit, toe
gegeven, dat de globale begrooting van 25.000.na de
gehouden inschrijving gebleken is te laag te zijn. De heer
Sehüller zal zich echter herinneren, dat de adviseerende
ingenieur, de heer Sax, in de vergadering van de Commissie
van Fabricage heeft verklaard op het standpunt te staan,
dat de kosten van zijn ontwerp niet boven de begrooting
uitgingen. De heer Blaauw komt in zijn brief, waarin hij
voorstelt het werk aan de firma Smit en van der Linden
op te dragen, nadat verschillende bezuinigingen zijn aan
gebracht, tot de conclusie, dat het werk 5.000.meer
dan het geraamde bedrag zal kosten.
Niemand zal op gezag van den heer Sehüller aanvaarden,
dat het verschil 12.000.is.
Ten slotte heeft spreker alleen rekening te houden met
het rapport, dat hij van den heer Blaauw, den architect van
het Stadhuis, ontvangt en het kan spreker onverschillig
laten of de heer Sehüller dan wel andere leden van de
Commissie van Fabricage met den heer Blaauw van meening
verschillen, al is uiteraard verschil van meening mogelijk.
De heer Blaauw, wiens advies, naar spreker mag aan
nemen, ten volle rekening houdt met de te stellen eischen,
schrijft eenvoudig, dat de begrooting na het aanbrengen
van de bezuinigingen met 5000.wordt overschreden.
Op dit punt heeft de heer Blaauw zich veel moeite getroost
in overleg met den adviseerenden ingenieur heeft hij nage
gaan, wat men kan laten vervallen, zonder dat de electrische
installatie minder goed wordt. Daarover heeft spreker een
rapport gekregendat is behandeld en aangenomenspreker
beschouwt dit als vaststaand en nu kunnen de leden van
de commissie ieder hun eigen meening hebben, maar spreker
heeft hier niet anders te doen dan dit rapport te verdedigen,
dat ter visie heeft gelegen. Spreker had niet verwacht, dat
de heer Sehüller deze zaak, nu ze zoo breedvoerig in de
commissie was besproken, naar voren zou brengen; thans
weten echter alle raadsleden hoe de zaak in elkaar zit. Nu
men echter eenmaal moet komen tot de gunning, kan spreker
niet anders voorstellen dan dat de Raad zijn sanctie hecht
aan de aanbesteding, zooals deze heeft plaats gehad.
De heer Oostveen zegt, dat inderdaad in het stuk van den
heer Blaauw staat, dat ook na de aangebrachte bezuinigingen
een goede leiding wel zal zijn gegarandeerd. Het doet spreker
werkelijk genoegen, dat de Wethouder erkent, dat de adviseur
het werk wel wat zeer licht heeft aangezien; gaat men na
den staat van bezuinigingen, na de eerste aanbesteding door
den adviseur op verzoek van het gemeentebestuur aange
bracht, dan krijgt men zoo den indruk, dat öf het eerste bestek
zeer royaal was, èf nog wel een goede leiding gegarandeerd
zal zijn, maar dat toch niet al te veel rekening gehouden
wordt met de eventueele noodzakelijkheid van uitbreiding
van de installatie, wanneer het Stadhuis eenmaal klaar is.
Maar al te vaak komt het in de practijk voor bij aanleg van
een nieuwe installatie, dat achteraf bijplaatsing van licht
punten op verschillende plaatsen noodzakelijk is.
De heer Splinter zegt, dat daarop bij deze installatie ook ge
rekend is.