210
MAANDAG 14 NOVEMBER 1938.
Ontslag Ambtenaar van den Burgerlijken Stand; e. a.
(Beekenkamp e.a.)
III. Praeadvies op liet verzoek van Prof. Dr. B. D. Eerdmans,
om ontslag als Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, uit
sluitend belast met het sluiten van huwelijken. (175)
De heer Beekenkamp zegt, dat de Raad moeilijk het ge
vraagde ontslag zal kunnen verleenen, indien niet de zeker
heid bestaat, dat binnen den kortst mogelijken tijd in de
vacature zal worden voorzien en vraagt in verband daarmee,
of het Ooilege kennis genomen heeft van de circulaires, die
met betrekking tot de ambtenaren van den Burgerlijken
Stand onlangs namens den Minister van Justitie door dien
van Binnenlandsche Zaken zijn verzonden.
De Voorzitter antwoordt, dat de Raad in de gegeven om
standigheden moeilijk anders kan doen dan het gevraagde
ontslag verleenen. Het College zal zorg dragen, dat zoo
spoedig mogelijk een aanbeveling ter voorziening in de vaca
ture den Raad bereikt.
De heer Beekenkamp merkt op, dat er op het oogenblik
vier vacatures zijn. Spreker behoudt zich het recht voor, bij
de behandeling van de begrooting op deze zaak terug te
komen.
De Voorzitter zegt, dat het College zijn aandacht aan deze
zaak zal wijden.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
IV. Praeadvies op het verzoek van Mej. H. E. H. Meykamp,
om ontslag als onderwijzeres aan de school voor buitengewoon
lager onderwijs, verbonden aan het zwakzinnigengesticht
„Voorgeest" te Oegstgeest. (176)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
V. Benoeming van een lid van de Commissie voor het
Onderwijs (vacature: T. S. Goslinga).
De Voorzitter verzoekt den heeren Schüller, Töbé, van der
Kwaak en van der Tas het stembureau te vormen.
De heer Eikerbout beveelt voor deze vacature den heer
Beekenkamp aan.
Wordt benoemd de heer Mr. C. Beekenkamp met 29
stemmende heer Knibbe verkreeg 1 stem, terwijl 1 stem van
onwaarde was.
De heer Beekenkamp verklaart de benoeming aan te nemen.
VI. Benoeming van een lid van de Commissie voor de
Stedelijke Fabrieken van Gas en Eleetrieiteit (vacature: T. S.
Goslinga).
De heer Eikerbout beveelt voor deze vacature den heer
van der Tas aan.
Wordt benoemd de heer P. van der Tas, met 28 stemmen;
de heeren Eikerbout en Knibbe verkregen ieder 1 stem, terwijl
1 stem van onwaarde was.
De heer van der Tas verklaart de benoeming aan te nemen.
VII. Benoeming van een lid van de Commissie voor den
Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst (vacature: T. S. Gos
linga).
De heer Eikerbout beveelt voor deze vacature den heer
Dr. P. G. Knibbe aan.
Wordt benoemd de heer Br. P. G. Knibbe, met 28 stemmen;
de heeren van der Tas en Keij verkregen ieder 1 stem, terwijl
1 stem van onwaarde was.
De heer Knibbe verklaart de benoeming aan te nemen.
VIII. Benoeming van drie regentessen van het Heilige
Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. (169, 176 en 171)
De heer Wilbrink vestigt er de aandacht op, dat indien
mevrouw A. C. TrompLoos in de vacaturemevrouw
I. M. Snouck Hurgronje geb. Oort wordt benoemd, de voor-
Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuise. a.
(Wilbrink e.a.)
dracht ter voorziening in de vacature-mevrouw W. H. de
Blécourt geb. Royaards niet meer zal voldoen aan den eisch
van twee namen te bevatten.
De Voorzitter zegt, dat eerst dan een moeilijkheid zal
ontstaan, indien de benoeming anders geschiedt dan het
college van regenten en regentessen het blijkbaar graag
wenscht. Indien door de benoeming in de tweede vacature
geen voordracht ter voorziening in de derde vacature meer
bestaat, kan de Raad uiteraard niet tot een benoeming in
de derde vacature overgaan, maar spreker acht het gewenscht
deze moeiüjkheid buiten beschouwing te laten tot de be
noeming in de tweede vacature heeft plaats gehad.
De heer Wilbrink vreest, dat stagnatie in de bedrijfsvoering
van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis zal
ontstaan, indien de Raad thans niet in de derde vacature
voorziet, maar ook, dat men het den Raad kwalijk zal kunnen
nemen, omdat deze niet eerder de aandacht van het college
van regenten en regentessen op de foutieve wijze van handelen
bij het samenstellen van de voordrachten heeft gevestigd.
De Voorzitter heeft herhaaldelijk opgemerkt, dat voor
drachten, die bij gemeenteraden en andere benoemende
lichamen worden ingediend, aldus zijn samengesteld, dat
No. 2 van de voorgaande voordracht als No. 1 op de volgende
wordt geplaatst. Indien in dit geval No. 2 van de tweede
voordracht wordt benoemd, zal de Raad de moeilijkheid,
welke daardoor is ontstaan bij de voorziening in de derde
vacature, onder de oogen moeten zien, maar spreker vreest
in dit geval niet voor het ontstaan van deze moeilijkheid,
ook niet nu de drie benoemingen tegelijk aan de orde ge
steld zijn.
Worden benoemd: mevrouw C. Sevensterde Buck, met
algemeene (31) stemmen; mewouw E. EscherBrozy, met
30 stemmen; mevrouw A. C. TrompLoos verkreeg 1 stem
en mevrouw A. C. TrompLoos, met algemeene (31)
stemmen.
IX. Benoeming van twee leden van de Gemeentelijke
Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon. (173)
Worden benoemd: de heeren H. P. Yeldhuyzen en Jhr.
C. C. Roëll, beiden met algemeene (31) stemmen.
De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor
de genomen moeite.
De heeren Carton en Groeneveld kwamen na de gehouden
stemmingen ter vergadering.
X. Voorstel inzake het aangaan van kasgeldleeningcn ge
durende het le kwartaal 1939. (177)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
XI. Voorstel tot nadere wijziging van de met de gemeente
Voorschoten d.d. 16 December 1925 gesloten overeenkomst
betreffende de levering van eleetrieiteit aan die gemeente dooi
de Stedelijke Electrieiteitsfabriek te Leiden. (176)
De heer Tobé verheugt zich er over, dat blijkens de ver
klaring in het Ingekomen Stuk, dat Burgemeester en Wet
houders van Voorschoten zich bereid hebben verklaard door
het toepassen van lage tarieven en een juiste bedrijfstactiek
het stroomverbruik aldaar naar vermogen te zullen blijven
bevorderen en de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken
van Gas en Eleetrieiteit en het College tot de overtuiging zijn
gekomen, dat bij verlaging van de tarieven het stroom
verbruik toeneemt.
De Voorzitter aanvaardt gaarne den dank van den heer
Tobé voor zoover het betreft de Commissie voor de Stedelijke
Fabrieken van Gas en Eleetrieiteit; het College is geheel
onschuldig aan de geciteerde mededeeling.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XII. V oorstel tot nadere wijziging van de met de gemeente
Waddinxveen d.d. 27 Juni/11 Augustus 1921 gesloten over
eenkomst betreffende de levering van eleetrieiteit aan die
gemeente door de Stedelijke Electrieiteitsfabriek te Leiden.
(179)