Vergadering van Maandag 5 September 1938.
MAANDAG 5 SEPTEMBER 1938.
189
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter:
de heer Burgemeester Mr. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEÏs
Te behandelen onderwerpen:
1° Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw benoemde
raadslid, den heer H. Oostveen.
2° Benoeming van vier leden van de Commissie van
Financiën (aftredend: de II.H. M. H. de Reede, H.
Lombert, P. L. Hessing en P. van der Tas).
3° Benoeming van vier leden van de Commissie van
Fabricage (aftredend: de H.H. J. H. Schüller, J. H. A.
Manders, Mr. C. Beekenkamp en J. Wilbrink).
4° Benoeming van vier leden van de Commissie voor het
Openbaar Slachthuis (aftredend: de H.H. Th. M. W.
Bergers, J. A. van der Reijden, M. Dubbeldeman en
F. Eikerbout).
5° Benoeming van twee leden van de Commissie voor den
Markt- en Havendienst (aftredend: de H.H. J. J.
Yalentgoed en J. Wilbrink).
6° Benoeming van drie leden van de Commissie voor de
Huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den
Voorzitter (aftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek,
J. H. A. Manders en Mr. C. Beekenkamp).
7° Benoeming van twee leden van de Commissie voor de
Strafverordeningen (aftredend: de H.H. Mr. D. A.
van Eek en Mr. C. Beekenkamp).
8° Benoeming van vijf leden van de Commissie voor het
Onderwijs (aftredend: de H.H. Th. B. J. Wilmer,
T. Groeneveld, M. H. de Reede, T. S. Goslinga en
Dr. M. Key).
9° Benoeming van vier leden van de Commissie voor de
Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit (aftredend:
de H.H. Mr. D. A. van Eek, E. J. Coster, T. S. Gos
linga en J. Wilbrink).
10° Benoeming van een lid van de Commissie van Beheer
over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijn-
geest" (aftredend: de Heer Th. B. J. Wilmer). (135)
11° Benoeming van vier leden van de Commissie voor den
Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst (aftredend: de
H.H. A. van Rosmalen, H. L. J. Tobé, A. J. Jongeleen
en T. S. Goslinga).
12° Benoeming van twee leden van de Commissie voor het
Oud-Archief, uit de leden van den Raad (aftredend:
de H.H. M. H. de Reede en J. H. A. Manders).
13° Benoeming van twee leden van de Commissie voor het
Oud-Archief, buiten de leden van den Raad (aftredend:
de II H. W. J. J. C. Biileveld en Mr. W. van Iterson).
(136)
14° Benoeming van drie leden van de Commissie voor het
Stedelijk Museum „de Lakenhal" (aftredend: de H.H.
Prof. Dr. L. Knappert, J. II. A. Manders en Prof. Dr.
W. Martin). (134)
15° Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke
Werkinrichting, buiten de leden van den Raad (af
tredend: de Heer B. Bouchier). (133)
der Gemeentelijke
Leening en Geld-
F. J. J. Trapman).
(137)
V erkeer scommissie
J. Wilbrink, J. H.
Thomson en D.
(138)
16° Benoeming van een Commissaris
Hulpbank (Gemeentelijke Bank van
schietbank) (aftredend: de Heer Mr.
17° Benoeming van vijf leden van de
(aftredend: de H.H. T. Groeneveld,
A. Manders, Mr. G. H. E. Nord
Parmentier).
18° Praeadvies op het verzoek van T. S. Goslinga, om
ontslag als ambtenaar van den Burgerlijken Stand,
uitsluitend belast met het sluiten van huwelijken.
(139)
19» Voorstel tot het verlengen van de met de N.V.
„Nationaal Grondbezit", te 's-Gravenhage, aangegane
huur van de benedenverdieping met achterbouw van
het pereeel Rapenburg No. 18. (140)
20" Voorstel tot het verkoopen van een strookje grond aan
de Klimmende Leeuwsteeg aan P. J. Wetselaar, te
Leiden. (141)
(Voorzitter.)
21° Voorstel inzake het aangaan van kasgeldleeningen ge
durende het 4e kwartaal 1938. (142)
22° Voorstel tot herziening van het bij raadsbesluit van
6 November 1933 vastgestelde plan van uitbreiding
voor de gemeente Leiden, laatstelijk herzien bij raads
besluit van 1 Augustus 1938. (143)
23' Voorstel:
a. tot het wijzigen van het raadsbesluit van 30 Novem
ber 1931 inzake het sluiten van een verzekering
tegen fraude enz. terzake van geld en waarde
papieren
b. tot het wijzigen van de verordening op het beheer
van de bedrijven der gemeente Leiden;
c. tot het wijzigen van de verordening op het beheer
van het Grondbedrijf der gemeente Leiden;
d. tot het wijzigen van de verordening, houdende
reglement van de Gemeentelijke Hulpbank (Gemeente
lijke Bank van Leening en Geldschietbank) te Leiden.
(144)
24" Voorstel tot het beschikbaar stellen van gelden ten
behoeve van de verbouwing en restauratie van het
hoofdgebouw van „Endegeest" en de daaraan grenzende
paviljoens B. (145)
25° Verdeeling van den Raad in Sectiën.
Tegenwoordig zijn 29 leden, namelijk: de heeren van Eek,
van der Laan, Snel, Wilbrink, van der Reijden, Lombert,
mevr. Braggaar, de heeren Würtz, Schüller, Tobé, Eikerbout,
Manders, van der Tas, Beekenkamp, de Reede, Coster,
Jongeleen, Wilmer, Goslinga, Tepe, Verweij, Carton, Valent-
goed, mevr. de Cler, de heeren Groeneveld, van der Kwaak,
Bergers, van Weizen en van Rosmalen.
Afwezig zijn de heeren Splinter, van Stralen en Hessing,
wegens uitstedigheid en de heeren van der Voort, Dubbel
deman en Keij.
De notulen van het verhandelde in de vergadering van
1 Augustus 1938 worden goedgekeurd.
De Voorzitter houdt de volgende toespraak:
Dames en Heeren leden van den Gemeenteraad. Aan den
vooravond van den nationalen herdenkingsdag van het
40-jarig Jubileum van Hare Majesteit de Koningin wil ik
ook in dezen kring een woord wijden aan deze bijzondere en
heugelijke gebeurtenis.
Onze gedachten worden, zoo zij het al niet zelf zochten,
door alles wat wij dezer dagen hooren, lezen en gelukkig
ook zien, gewend naar de Kroon en de beteekenis daarvan
in ons bestuur en voor ons volk.
De samenwerking van Koningin en volksvertegenwoor
diging is geregeld op een wijze, die alom voldoening geeft
en menige vuurproef reeds goed doorstond. De bijzondere
positie van de Kroon in het bestuur van het land is heilzaam
gebleken en de wijze, waarop die macht is uitgeoefend,
wordt algemeen aanvaard en hoogelijk gewaardeerd.
Dit zijn beide regelingen, die in overeenstemming tusschen
Vorstin en Volk zijn getroffen, als resultaat van groote en
goede staatsmanskunst, beiderzijds betoond. Het zijn in
middels belangen, waarover in het volk verschil van inzicht
zich voortdurend ontwikkelt en tot uiting komt, omdat de
omstandigheden zich wijzigen en niet allen over alles gelijk
kunnen denken.
De rol, die de draagster der Kroon in dit samenstel van
krachten en machten vervult, is er een van groote teerheid
en vooral zeer veel eischend van tact en toewijding. En
ook op dit punt is er, naar het zoo duidelijk blijkt, reden
te over voor diepe erkentelijkheid en bewondering, die op
zich zeiven de algemeene deelneming in een oprechte
feestelijke viering van het Jubileum van Hare Majesteit
zoo begrijpelijk maken.
Maar het schoonste van deze volksuiting is toch ongetwijfeld
de klaar aan den dag tredende dankbare en hartelijke
liefde, die Koningin Wilhelmina in die 40 jaren van geven
en toewijden aan Neerlands Volk zich in de harten harer
onderdanen heeft veroverd, die onweerstaanbaar opwellen
voor haar persoon, haar inderdaad Koninklijk gedrag en
voorbeeld.
Met mij zal menigeen getroffen zijn door de algemeenheid
der deelneming in het feestbetoon en vooral door de
hartelijkheid, die er uit sprak. Ik ben niet weinig geroerd,
toen ik dezer dagen zooveel mogelijk buurten in onze stad
bezocht en daar gezien en gehoord heb hoe men zich uit
gesloofd had om naar buiten te toonen dat men die Koningin