88
N°. 139. Leiden, 26 Augustus 1938.
Tegen inwilliging yan het in de Leeskamer ter inzage
liggend verzoek van den heer T. S. Goslinga, om ontslag
als Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, bestaat bij ons
College geenerlei bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
den beer T. S. Gosbnga, op diens verzoek, eervol ontslag
te verleenen als Ambtenaar van den Burgerlijken Stand,
uitsluitend belast met bet sluiten van huwelijken, onder
dankbetuiging voor de als zoodanig aan de gemeente be
wezen diensten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 140. Leiden, 26 Augustus 1938.
Ingevolge raadsbesluit van 30 October 1933 (Ingek.
Stukken No. 217) werd van de N.V. „Nationaal Grond
bezit" te 's Gravenhage, voor den prijs van 600.per
jaar gehuurd de benedenverdieping met acbterbouw van
het perceel Rapenburg No. 18, om dienst te doen als
woning van den huismeester van het gemeentehuis. Dit
huurcontract eindigt 31 October a.s. Aangezien het gewenscht
is, dat de huismeester tot het gereedkomen van zijn woning
in het nieuwe raadhuis, het perceel Rapenburg No. 18 blijft
bewonen, zijn wij met de Commissie van Fabricage van
oordeel, dat het huurcontract dient te worden verlengd tot
1 September 1939 en vervolgens van maand tot maand.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie
liggende stukken, geven wij Uw Vergadering mitsdien in
overweging de met de N.V. „Nationaal Grondbezit" te
's Gravenhage, aangegane huur van de benedenverdieping
met achterbouw van het perceel Rapenburg No. 18, met
ingang van 1 November a.s. te verlengen tot 1 September
1939, en vervolgens van maand tot maand, tegen den prijs
van 600.per jaar, en onder de mede overgelegde voor
waarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 141. Leiden, 26 Augustus 1938.
Van den heer P. J. Wetselaar, alhier, is een verzoek
ingekomen om van de gemeente te mogen koopen het op
de overgelegde kaart met een roode lijn aangegeven strookje
grond, groot ruim 1 M.2, aan de Klimmende Leeuwsteeg,
van welk strookje adressant gebruik wil maken bij de ver
bouwing van zijn perceel Haarlemmerstraat No. 254. De
Klimmende Leeuwsteeg is geen openbare weg en is aan
beide zijden met hekken afgesloten, zoodat uit dien hoofde
tegen verkoop van bedoeld strookje geen bezwaren bestaan.
Met adressant is overeenstemming bereikt over een prijs
van 15.in totaal, met welke koopsom o. i. genoegen
kan worden genomen.
In overeenstemming met het advies van de Commissie
van Fabricage geven wij Uw Vergadering, onder ver
wijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken,
alsnu in overweging aan P. J. Wetselaar, te Leiden, te
verkoopen het op de overgelegde kaart met een roode lijn
aangegeven strookje grond aan de Klimmende Leeuwsteeg,
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie H, ongenummerd,
groot ruim 1 M.2, tegen den prijs van 15.in totaal.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 142. Leiden, 26 Augustus 1938.
In Uwe Vergadering van 9 Mei j.l. (Ingek. Stukken No. 82)
werd besloten om, zoo noodig, gedurende het 3e kwartaal
1938 kasgeldleeningen aan te gaan tot een maximaal bedrag
van ƒ2.000.000.
In verband met het aangaan, ingevolge Raadsbesluit
van 20 Juni 1938 (Ingek. Stukken No. 106), van een
3J obligatieleening, groot 1.000.000.behoefde tot
dusver van deze bevoegdheid geen gebruik te worden ge
maakt, zoodat op het oogenblik geen kasgeld door de
gemeente is opgenomen.
Met het oog echter op de gedurende het 4e kwartaal 1938
aan de gemeentekas te stellen eischen voor de betaling van
rente en aflossing van geldleeningen, voor de ondersteuning
van werkloozen en armlastigen, voor de betaling, tegen het
einde van het jaar, aan het Pensioenfonds voor Burgerlijke
Ambtenaren, van de pensioensbijdragen over 1938, enz. enz.,
is het wel gewenscht, om voor dat kwartaal over een
machtiging tot het opnemen van kasgeld te beschikken.
Het maximaal bedrag, dat gedurende genoemd kwartaal
de kasschuld zal mogen beloopen, wenschen wij te zien
vastgesteld op 1.000.000.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging te
besluiten gedurende het 4e kwartaal 1938, zoo noodig, kasgeld
leeningen aan te gaan tot zoodanig bedrag, dat op geen enkel
tijdstip in dat kwartaal de kasschuld, met inbegrip van het
in rekening-courant bij de N.V. Bank voor Nederlandsche
Gemeenten op te nemen bedrag, de som van ƒ1.000.000.
te boven gaat en verder onder de voorwaarden als door
ons College zullen worden gesteld.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 143. Leiden, 26 Augustus 1938.
Ten vervolge op het in Uwe Vergadering van 11 Juli j.l.
genomen besluit, in zake den aankoop van gronden aan en
nabij den Kanaalweg en het aangaan van een transactie met
de N.V. Leidsche Textielfabrieken Gebrs. van Wijk en Co.
te Leiden (zie Ingek. Stukken No. 123 van dit jaar) stellen
wij U thans voor het uitbreidingsplan dezer gemeente, voor
zoover betreft de gronden begrensd door den Kanaalweg, den
Trekvliet, de trambaan LeidenVoorschoten en den spoor
weg LeidenWoerden te herzien; het ontwerp-plan legden
wij reeds bij ons desbetreffend voorstel over.
Aan de in het onderhavige gebied liggende gronden op
de overgelegde kaart met een paarse lijn omgeven welke
volgens het geldende uitbreidingsplan „in hoofdzaak" be
stemd zijn voor bebouwing en voor sport- en speelvelden, is
daarbij de bestemming van industrieterrein gegeven.
Het zuidwestelijk deel van het te wijzigen gebied zal t.z.t.
nader moeten worden bezien voor het projecteeren van een
of meer verbindingswegen, waaromtrent wij U overigens
naar de ter visie liggende stukken verwijzen.
Het ontwerp heeft gedurende den in de Woningwet voor
geschreven termijn op de gemeentesecretarie voor een ieder
ter inzage gelegen. Er zijn geen bezwaren ingediend.
Op grond van het vorenstaande geven wij Uwe Ver
gadering, in overeenstemming met het advies van de Com
missie van Fabricage, en met verwijzing naar de in de
Leeskamer ter inzage gelegde stukken, in overweging het
plan van uitbreiding voor de gemeente Leiden, vastgesteld
bij raadsbesluit van 6 November 1933 en laatstelijk herzien
bij raadsbesluit van 1 Augustus 1938, te herzien in dier
voege, dat Kaart III en Kaart IV van dit plan worden
gewijzigd, zooals op de overgelegde kaart, ten aanzien van
het op die kaart met een paarse omlijning omgeven gebied,
is aangeduid.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 144. Leiden, 26 Augustus 1938.
Bij de op 1 Januari 1938 in werking getreden wet van
22 April 1937, S. 311, tot wijziging van de gemeentewet,
de provinciale wet en de kieswet en intrekking van de
gemeente-borgtochtenwet, zijn o.a. de bepalingen inzake de
■verplichting voor den gemeente-ontvanger tot het stellen
van zekerheid ten behoeve van de gemeente, komen te
vervallen.
Bij deze wijzigingswet, welke in het algemeen vereen
voudiging van de administratie beoogde, werd deze vorm
van waarborg derhalve voor den gemeente-ontvanger op
geheven. Echter werd nu bij art. 170 van de gemeentewet
aan den Raad de verplichting opgelegd een regeling vast
te stellen omtrent verzekering van de gemeentegelden tegen
benadeeling door plaatselijke ambtenaren en bedienden of
door anderen, welke bepaling door haar algemeene redactie
behalve op den gemeente-ontvanger, ook op de overige
comptabele ambtenaren slaat.
Yoorzooveel laatstgenoemden betreft, beteekent uitvoering
van bedoelde bepaling voor onze gemeente het sanction-
neeren van een reeds bestaanden toestand, vermits de
gemeente krachtens raadsbesluit van 30 November 1931
(Ingek. Stukken No. 301) door tusschenkomst van de
Firma Marinkelle en Co. te Amsterdam, een fraudeverzekering
heeft gesloten op polisvoorwaarden, beantwoordende aan de
eischen en gebruiken van den tegenwoordigen tijd.
Wij verwijzen daartoe naar de in de Leeskamer ter visie
liggende Lloyd's Bankers' en Brokers'polis, blijkens welke de
premie sinds 1931 aanzienlijk is gedaald.
Gelet op voorwaarden en premie bestaat er vooralsnog