MAANDAG 30 MEI 1938. 165 Adres van R. Uges i.z. hem in rekening gebrachte electrici- (Coster e.a.) teitsprijs; e.a. De heer Coster zegt, dat de Voorzitter gesproken heeft over de contractenpolitiek, maar het betreft hier de tarieven, waarover de Leidsche Middenstandscentrale een adres heeft ingediend; dit is een zaak, die geheel op zich zelf staat. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter stelt ten slotte aan de orde de aan den heer van der Laan toegestane interpellatie met betrekking tot de plannen der Begeering om in de omgeving van Leiderdorp een vliegveld voor de burgerlijke luchtvaart in te richten. De heer van der Laan dankt den Baad voor de gelegen heid, hem gegeven tot het stellen van de volgende vragen: 1. Hebben Burgemeester en Wethouders kennis genomen van de plannen der Begeering om in de omgeving van Leider dorp een vliegveld voor de burgerlijke luchtvaart in te richten? 2. Zijn Burgemeester en Wethouders bekend met de po gingen, door de gemeentebesturen van Amsterdam en Bot terdam in het werk gesteld om de vliegterreinen Schiphol en Waalhaven te behouden? 3. Zoo bovenstaande vragen bevestigend worden beant woord, zouden Burgemeester en Wethouders dan ook kunnen mededeelen, of door hen reeds maatregelen zijn of zullen worden genomen om de aandacht van de Begeering te vestigen op het buitengewone belang voor Leiden bij in richting van een vliegveld in de nabijheid der stad. Nu vraagt de heer Goslinga, of de belangen van de gemeente Leiden hierbij betrokken zijn. Spreker wijst er op, dat bij het bedrijf in Schiphol 1.500 employé's werkzaam zijn, die niet in Schiphol wonen, maar voor een belangrijk deel in Amsterdam. Zoo zullen, wanneer in Leiderdorp een vlieg veld wordt gevestigd, de employé's, die daar werkzaam zijn, niet in Leiderdorp, maar voor een groot deel in Leiden komen wonen. Bovendien zal Leiden daarvan profijt hebben door toeneming van het bezoek van vreemdelingen. Vesti ging van dit vliegveld in de omgeving van Leiden is dus van zeer groot belang voor Leiden. Is nu het College in dezen diligent? De Voorzitter antwoordt op de eerste vraag, dat het College van de de plannen uit de couranten heeft kennis genomen, met dien verstande, dat volgens het bericht in de couranten het vliegveld niet in de omgeving van Leiderdorp, doch in de omgeving van Leiden onder de gemeente Leiderdorp zal worden ingericht. Het antwoord op de tweede vraag luidt: ja, eveneens uit de couranten. Interpellatie-van der Laan i.z. vliegveld te Leiderdorp. (Voorzitter e.a.) In antwoord op de derde vraag zegt spreker, dat de Begeering de plannen natuurlijk uit een oogpunt van al gemeen landsbelang beschouwt. Voor zoover Leiden er iets toe kan bijdragen om de verwezenlijking der plannen tot het inrichten van een vliegveld in de buurt van Leiden te vergemakkelijken, wil het gemeentebestuur daarbij gaarne zijn medewerking verleenen. Deze aangelegenheid heeft dan ook de volle aandacht van het College. De heer van der Laan zegt den Voorzitter dank voor de beantwoording der vragen. De Voorzitter verklaart hiermede de interpellatie van den heer van der Laan voor gesloten. Spreker vraagt, of thans een der leden nog iets in het belang der gemeente in het midden heeft te brengen. De heer van der Voort vraagt, wanneer de Baad de be handeling van de regeling der rechtspositie van het losse personeel, welke regeling 28 Januari 1938 in de Commissie voor Georganiseerd Overleg is besproken, kan tegemoet zien en waarom deze behandeling in den Baad nog niet heeft plaats gehad. De heer Tepe kan geen bijzondere reden vermelden, waarom de verordening nog niet in den Baad aan de orde is gesteld. De verordening, die in concept gereed is, moet nog door het College worden behandeld. De Secretaris der Commissie voor Georganiseerd Overleg is echter met zijn werkzaamheden nog niet zoo ver gevorderd, dat hij de verordening aan het College kan zenden. Spreker stuurt er voortdurend op aan, dat de verordening zoo spoedig mogelijk zal worden behandeld. De ambtenaren zijn echter ook weieens met werkzaamheden overladen en kunnen een dergelijk omvangrijk werk niet a la minute verrichten. Spreker zegt den heer van der Voort evenwel toe, dat de verordening zoo spoedig mogelijk door het College en daarna door den Baad zal worden behandeld. De heer Coster waardeert het, dat op den hoek Steen straat2de Binnenvestgracht een vluchtheuvel is aange bracht, waardoor het daar mogelijk is het verkeer beter dan vroeger te regelen. Spreker geeft echter den Wethouder van Fabricage in overweging het straatwerk des Vrijdags gedurende de uren, dat de veemarkt wordt gehouden, stil te leggen, aangezien het anders moeilijkheden voor het verkeer veroorzaakt. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GBOEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 5