56 hands op te dragen aan de Societé des Tuyaux Bonna, te Utrecht, voor een bedrag van 19,85 per M1.; b. door vaststelling van den overgelegden begrootings- staat een bedrag van ƒ28.000.beschikbaar te stellen, zulks ten behoeve van het leggen van de sub a bedoelde persleiding met bijkomende werken. x Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 103. Leiden, 20 Mei 1938. De wenschelijkheid van vernieuwing van de Schrijvers- brug heeft, gelijk Uwe Vergadering bekend is, reeds eenigen tijd onze aandacht. Deze draaibrug van verouderde con structie, welke een breedte tusschen de leuningen heeft van slechts 4.10 M., vormt, nu de Zijlsingel en de Heerensingel eenige jaren geleden werden verbreed en verbeterd, een geheel onvoldoende verbinding tusschen die singels. Ook voor de scheepvaart levert de brug bezwaren op, aangezien haar doorvaartwijdte te gering is voor het tegen woordige scheepvaartverkeer. Een doorvaartwijdte van 10 M., derhalve gelijk aan die van de Groote Havenbrug en van de Verversbrug, moet ook voor de Schrijversbrug noodig worden geacht. Zijn deze redenen op zich zelf al voldoende, om de ver nieuwing van de brug bij Uwe Vergadering aanhangig te maken, thans is daar nog bijgekomen de omstandigheid, dat binnenkort de aanleg van den verkeersweg Heeren grachtZijlsingel, met brug over dien singel, gereed komt. Deze verkeersweg vormt met den Zijlsingel via de Schrijvers- brug een belangrijke verbetering voor het zware verkeer vanuit het centrum der stad in Noord-Oostelijke richting, doch die verbetering zal eerst geheel tot haar recht komen, als ook de verbinding tusschen den Heerensingel en den Zijlsingel verbetering heeft ondergaan. Wij hebben derhalve een plan voor een vernieuwing van de Schrijversbrug doen opmaken, welk plan in de Leeskamer ter inzage is nedergelegd. Bij dit plan is een geheel nieuwe brug ontworpen, n.l. een electrisch bewogen breede ophaalbrug met een enkele klap en met electrisch bewogen slagboomen. De nieuwe brug is, ten opzichte van de bestaande brug, eenige meters Oostwaarts geprojecteerd en is ontworpen met een vast en een beweegbaar gedeelte, met een door vaartwijdte ter plaatse van het bëweegbarë gedeelte van 10 M. en ter plaatse van de vaste overspanning van 6 M.; de doorvaarthoogten bedragen resp. 1.70 M. en 1.80 M. Van de bestaande brug is de doorvaartwijdte 8 M. en de doorvaarthoogte 1.72 M. De breedte van den rijweg op het vaste en het beweegbare gedeelte van de brug zal 7 M. bedragen. De trottoirs zijn ontworpen ter breedte van 2 M. op het beweegbare gedeelte en van 3 M. op het vaste gedeelte. In verband met het projecteeren van de brug eenige meters Oostwaarts ten opzichte van de bestaande brug, zal ook de aansluiting van de naar de brug leidende wegen belangrijk kunnen worden verbeterd, hetgeen een blik op de mede overgelegde situatieteekening duidelijk doet zien. Tijdens de uitvoering van het werk zal het verkeer voor voetgangers, handkarren, e.d. over een hulpbrug worden geleid. Het overige verkeer zal via den nieuwen verkeersweg ZijlsingelHeerengracht den Lagen Rijndijk of den Heeren singel kunnen bereiken. De kosten van den bouw van de brug, inclusief die van den bouw van de hulpbrug en van de uitvoering van de wijzigingen aan de aansluitende weggedeelten, worden ge raamd op 125.000. Voorts is nog een bedrag van 1.880.benoodigd voor verbetering van de verlichting van de naaste omgeving van de brug, terwijl ten laste van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit nog komt een bedrag van 6.000. wegens het leggen van een nieuwen gaszinker, vermits de ter plaatse van de bestaande brug liggende zinker moet vervallen. Overwogen is nog om inplaats van een ophaalbrug een basculebrug te ontwerpen, doch dit denkbeeld is, in over eenstemming met de zienswijze van de Commissie van Fabricage, losgelaten, omdat een dergelijke brug een grootere uitgave zou vorderen van 19.000.een bedrag waar tegen de voordeelen in aesthetisch opzicht zeer zeker niet opwegen. Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage liggende stukken en overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering alsnu in over weging om door vaststelling van den overgelegden be- grootingsstaat een bedrag van 126.880.ter beschikking te stellen ten behoeve van den bouw van een nieuwe Schrijversbrug met bijkomende werken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 104. Leiden, 20 Mei 1938. Bij onderscheidene besluiten van Uwe Vergadering werden credieten toegestaan voor den bouw van het nieuwe Stad huis, n.l., bij raadsbesluit van 3 Sept. 1934 (I. S. no. 192) 15.000. 25 Febr. 1935 39) 265.000.— 9 Nov. 1936 192) 120.000.— 23 Aug. 1937 121) 280.000.— 11 Apr. 1938 70),, 49.125.— Samen 729.125. Met het oog op de vorderingen van het werk heeft de architect bij ons College een aanvrage aanhangig gemaakt tot beschikbaarstelling van het bedrag, dat nog benoodigd zal zijn voor de voltooiing van den bouw. Blijkens het in de Leeskamer ter visie liggend schrijven van den architect moet het daarvoor nog vereischte bedrag worden gesteld op 603.500.zoodat de totale bouwkosten 729.125 -ƒ- 603.500.1.332.625.zullen bedragen. Wanneer men nu hiertegenover stelt de aanvankelijke raming van de bouwsom ad 1.250.000.dan dient men in de eerste plaats te bedenken, dat deze raming werd op gemaakt vóór de door de Regeering getroffen maatregelen op monetair gebied, zoodat, gelijk wij in Ingekomen Stukken No. 210 van het vorige jaar te kennen gaven, reeds uit dien hoofde een overschrijding was te verwachten. Maar bovendien is in aanmerking te nemen, dat uit het crediet van ƒ1.332.625.verschillende werken zijn of worden bestreden, die niet of slechts voor een gedeelte werden opgenomen in de oorspronkelijke raming; dit is o.a. het geval met een belangrijk gedeelte der betimmeringen en andere werken tot aan kleeding van het gebouw. In dit licht bezien blijft de over schrijding, die naar den stand van dit oogenblik vermoedelijk ten opzichte van het bedrag van 1.250.000.zal plaats hebben, binnen alleszins redelijke grenzen beperkt. Volledigheidshalve vestigen wij er Uwe aandacht op, dat te zijner tijd voor de verdere betimmeringen, de meubi leering, en dgl., welke posten eveneens niet in de raming van 1.250.000.werden opgenomen, nog afzonderlijk gelden beschikbaar moeten worden gesteld. Voorts dienen op de begrooting van het loopende jaar de uitgaven voor de gevel-restauratie te worden geregeld. In 1938 zal naar raming een som van 65.000.worden verwerkt. Als gedeeltelijke dekking van dit bedrag kan worden beschikt over een som van 14.154,35, die over 1937 onverwerkt is gebleven. Ter zake van subsidie van Rijk en Provincie kan een som van ƒ38.350.worden uit getrokken, zoodat ten slotte nog moet worden voorzien in een bedrag van ƒ12.495,65. Zoowel het bedrag van 12.495.65, als dat van 603.500. zullen uit geldleening moeten worden gevonden, aangezien het stadhuisfonds is uitgeput. Met inbegrip van het bedrag van rond 236.200.dat reeds te voren op deze wijze was gedekt, zal dan tot nog toe 852.200.ten laste van den post geldleening zijn gebracht. Onder mededeeling, dat de Commissie van Fabricage zich met de onderwerpelijke credietaanvrage voor den stadhuis bouw kan vereenigen, geven wij Uwe Vergadering, met ver wijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, alsnu in overweging te besluiten tot vaststelling van de overgelegde begrootingsstaten model D, dienst 1937 en 1938, waarop een en ander is geregeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 105. Leiden, 20 Mei 1938. Voor en tijdens de behandeling van ons voorstel tot het wijzigen van de Verordening op het Bouwen en Sloopen (Ing. St. 173 van 1937) in Uw vergadering van 20 Decem ber 1937 werden door den heer Schüller eenige voorstellen en amendementen ingediend, waarvan de draagwijdte zon der deskundig advies naar Uw meening niet kon worden beoordeeld. Uw Vergadering besloot dan ook ons voorstel aan te houden en de stukken wederom in onze handen te stellen. Waar het hier technische kwesties betreft, die uiteraard buiten het kader van onze bevoegdheid en deskundigheid vallen, hebben wij ons om raad gewend tot de Commissie van Fabricage. In haar advies deelt de Commissie mede, dat de heer Schüller van zijn voorstellen, die wij duidelijk heidshalve nogmaals afzonderlijk hieraan toevoegen, het eerste d.d. 18 November 1937 en dat van 20 December 1937 zal intrekken. Zij merkt voorts op, dat het tweede voorstel- Schüller d.d. 18 November van verdere strekking is dan n a >7 V V 77

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 4