GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 47 IKCHKOHEII «TUKKEN. N°. 90. Leiden, 29 April 1938. Ten vervolge op ons voorstel van 4 Februari j.l. (Ingek. Stukken No. 32) deelen wij U mede, dat verhooging van de navolgende posten der gemeente-begrooting voor 1937 met de daarbij vermelde bedragen alsnog noodig is, terwijl voorts eenige nieuwe posten aan die begrooting moeten worden toegevoegd. De te verhoogen of toe te voegen posten zijn de navolgende: Volgn. 224. Achterstallige uitgaven van vorige dienstjaren14.504.11 1°. een bedrag van 690.45 wegens bij dragen over de jaren 1933, 1934 en 1935, ingevolge de artt. 86, 104 en 205 der Lager- Onderwijswet 2°. een bedrag van 295.21 wegens bij dragen over de jaren 1934 en 1935, ingevolge art. 25 der Nijverheidsonderwijswet; 3°. een bedrag van 143.13 wegens restitutie van schoolgelden over de jaren 1935 en 1936; 4°. een bedrag van 285.60 wegens terug gaaf van straatbelasting over 1936; 5°. een bedrag van 123.20 wegens betaalde polderlasten over 1936; 6°. een bedrag van 340.62, dat aan de Provincie Zuid-Holland moest worden uit gekeerd als aandeel in alsnog ontvangen bij dragen in de kosten van verpleging van arme krankzinnigen over 1935; De ontvangst terzake ad 1.021.86 is ver antwoord op volgn. 3 „Achterstallige inkom sten van vorige dienstjaren". Zie de verhooging van dat volgnummer. 7°. een bedrag van 115.42 wegens voor rekening van de gemeente komende kosten van krankzinnigenverpleging over 1936; Het aandeel der Provincie in deze kosten ad 38.47 is geraamd op volgn. 3 „Achter stallige inkomsten van vorige dienstjaren." Zie de verhooging van dat volgnummer. 8°. een bedrag van f 100.wegens alsnog verschuldigde kosten van verificatie over 1936 van de administratie der Gemeentelijke Com missie voor Maatschappelijk Hulpbetoon, welk bedrag evenwel van genoemde commissie is terugontvangen. Zie de verhooging van volgn. 3 der ont vangsten. 9°. een bedrag van 758.96 wegens betaalde rente over 1936 en daaraan voorafgaande jaren in verband met de afwikkeling van het geschil met den aannemer van de verbouwing van de H.B. School voor Meisjes; 10°. een bedrag van 2.831.83 wegens, in verband met de definitieve afrekening, aan eenige woningbouwvereenigingen uitgekeerde bijdragen over het exploitatiejaar 1934/1935 in de annuïteiten van eenige woningbouwplannen. De terzake van het Eijk ontvangen bij dragen ad 2.123.86 in totaal zijn verantwoord op volgn. 3 „Achterstallige inkomsten van vorige dienstjaren." Zie de verhooging van dat volgnummer met ƒ2.123.86. 11°. een bedrag van 7.611.57 wegens aan het Eijk betaalde rente over ten behoeve van eenige woningbouwplannen uitgekeerde voor schotten, n.l. 1.945.23 voor plan VI van de woningbouwvereeniging „Ons Doel," 3.451.43 voor plan IV van de woningbouwvereeniging „de Tuinstadwijk," 1.728.01 voor plan V van de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen en 486.90 voor het aan de gemeente zelve toegekende grond- voorschot ten behoeve van laatstgenoemd plan. De ten behoeve van de betrekkelijke woning bouwvereenigingen gedane uitgaven zijn terug ontvangen. Zie in verband hiermede de verhooging van volgn. 3 der ontvangsten „Achterstallige inkomsten van vorige dienstjaren" met 1.945.23+/ 3.451.43+/ 1.728.01=/ 7.124.67 in totaal. 12°. een bedrag van 1.208.12 ter betaling 467.18 van een 40-tal posten van uiteenloopenden aard, welke betrekking hebben op vorige dienstjaren. Eene verhooging van den post met in totaal 14.504.11 is derhalve noodzakelijk. Volgn. 226. Jaarwedden van de Wethouders f De uitgaven ad 12.167.18 overtreffen de beschikbaar gestelde som van 11.700.met 467.18. De overschrijding van dezen post is een gevolg van de benoeming bij Eaadsbesluit van 6 September 1937 (Ingek. Stukken No. 125) van een tijdelijk Wethouder. Volgn. 229. Presentiegelden der leden van den Raad4. De uitgaven ter zake geraamd op 2.500. bedragen 2.504. Volgn. 232. Schrijfloonen144.09 De uitgaven, geraamd op 7.000.be dragen 7.144.09. Volgn. 233. Schrijf- en bureaubehoeften, briefporten, vrachtloonen en andere kleine uit gaven 1.700. De vervanging van de oude duplicator, die totaal versleten was, door 2 Boto-duplicators, vereischte eene buitengewone uitgaaf van 945.Voorts had de vervanging van 2 oude schrijfmachines door nieuwe, eene niet-voor- ziene uitgaaf van 440.tengevolge, terwnjl de noodzakelijke aanschaffing van eenige lade kasten eene uitgaaf vereischte van 375. waarop evenmin gerekend was. Eene ver hooging van volgn. 232 met rond 1.700. is eventueel voldoende. Daarentegen kan volgn. 234 „Druk- en bindwerk" met 250.worden verlaagd. Zie de verlaging van dat volgnummer. Volgn. 242. Reis- en verblijfkosten a. voor leden van het gemeentebestuur 61.84 De uitgaven ter zake, geraamd op 350. bedragen 411.84. b. voor ambtenaren en bedienden van de secretarie en het ontvangerskantoor41.56 De uitgaven ter zake, geraamd op 125. bedragen 166.56. Volgn. 248. Verteringen ten behoeve van de bureaux van stemopneming177.15 De uitgaven ter zake bedragen 1.177.15; zij waren geraamd op 1.000. Volgn. 252. Bevolkingsregisters en huis- nummering b. Druk- en bindwerk enz135.44 De bovenbedoelde uitgaven, geraamd op 150.bedragen 285.44. De oorzaak van deze overschrijding is de aanschaffing van drukwerk ten behoeve van de bevolkingsadministratie. Volgn. 253. Verteringen ten behoeve van het huishoudelijk bestuur en van commission. 10.72 De uitgaven, geraamd op 1.000.be dragen 1.010.72. Volgn. 268. Kosten ter zake van het verleenen van een kindertoeslag aan gemeente-ambtenaren en -werklieden41.60 De ter zake ten laste van hoofdstuk II komende uitgaven bedragen 441.60; een bedrag van 400.was uitgetrokken. Volgn. 281. Renten van geldleeningen 783.48 De totaal-uitgaaf wegens rente van geld leeningen bedraagt over 1937 760.344.21, d. i. 42.759.21 meer dan de uitgetrokken som van 717.585.—. De 3| obligatieleening van 1936, groot 1.500.000.voor nieuwe kapitaalsbehoeften vereischte over 1937 een uitgaaf aan rente van 52.500.terwijl voor een 3-tal onderhandsche geldleeningen, welke werden gesloten in ver band met de aflossing per 31 December 1936 van de 5 vijfjarige geldleening van 1931, groot 2.000.000.eene rente-uitgaaf van 73.125.moest worden gedaan, vormende derhalve tezamen een bedrag van 125.625. 52.500.b 73.125.dat niet op dezen post was uitgetrokken, doch waarop wel ge rekend was bij de raming van den post „rente tijdelijk kasgeld" (zie hierna). Daarentegen behoefde in verband met con versie van verschillende geldleeningen op den dienst 1937 82.865.79 minder aan rente te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 1