24 voor te stellen over te gaan tot wijziging van de op 31 Juli 1928 met de Provincie Noord-Holland gesloten overeenkomst betreffende de stroomvoorziening van het eiland „de Kaag", overeenkomstig het hierbij overgelégde ontwerp. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. A. v. d. Sande Bakhuyzen, Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 52. Leiden, 4 Maart. 1938. Den 30en December j.l. werd door Gedeputeerde Staten dezer provincie de gemeenterekening 1935 gesloten, zoodat thans eene beschikking kan worden genomen op de door de besturen van de in onze gemeente gevestigde bijzondere scholen ingediende aanvragen om vergoeding in de exploi tatiekosten hunner scholen, alsmede in de kosten van vak onderwijzers over dat jaar. In verband daarmede deelen wij U mede, dat, blijkens de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken, het gemiddeld aantal uren, dat in 1934 door vakonderwijzers les werd gegeven aan de scholen voor gewoon lager onderwijs en die voor uitgebreid lager onderwijs respectievelijk beliep 5,4 en 17 uur per week en dat over 1935 de gemiddelde kosten (met uitzondering van die van salariëering van vakonderwijzers) hebben bedragen per leerling van het gewoon lager onderwijs 18.31 en van het uitgebreid lager onderwijs 20.64. Voor een vijftal scholen dient de vergoeding in de exploi tatiekosten te worden vastgesteld met inachtneming van het bepaalde bij artikel '101, 8e lid, (oud) der Lager Onder wijswet 1920 (driejaarlijksche afrekening i.e. over de jaren 1933, 1934 en 1935). Voorts deelen wij U mede, dat de gemeente in 1935 ge middeld per wekelijksch lesuur, met inbegrip van de te haren laste gebleven pensioensbijdragen, heeft uitgegeven voor het vakonderwijs aan de scholen voor gewoon lager onderwijs 127.62 en voor dat aan de scholen voor uitgebreid lager onderwijs 118.09. Op grond van een en ander geven wij U, met verwijzing naar de ter inzage gelegde stukken, waaronder het advies van de Commissie voor het Onderwijs, in overweging: I. de vergoeding, bedoeld in het le tot en met 7e lid van artikel 101 (oud) der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1935, voor de besturen van na te noemen bijzondere scholen vast te stellen op 118.665.34 (l.o. 104.594.02, u.l.o. ƒ14.071.32) en wel voor: a. de school voor gewoon lager onderwijs: Krauwelsteeg 4, op4.527.15 Levendaal 54, op3.515.52 Haarlemmerstraat 32, op. 4.417.29 v. d. Werfstraat 98/100, op3.387.35 Oude Vest 193/195, op2.535.93 Eapenburg 48, op6.202.51 Koordeinde 40, op. 5.795.11 Pasteurstraat 12, op8.440.91 Middelstegracht 119, op4.632.43 Munnikenstraat 1, op3.666.58 Oosterstraat 16, op4.485.95 Plantsoen 99a, op4.426.44 Hooge Morschweg 12, op3.954.96 Hooglandsche Kerkgracht 20a, op4.749.61 Lusthof laan 4, op4.344.05 Stadhouderslaan 16, op5.245.81 Driftstraat 49, op4.000.73 Noordeinde 1, op2.595.44 Adriaan Pauwstraat 1, op2.316.21 Lusthoflaan 2, op4.092.28 Os- en Paardelaan 2, op4.417.29 Haarl.str. 240/Pielikaanstr. .20, op5.680.68 Caeciliastraat 11/15, op3.721.51 Potgieterlaan 7, op3.442.28 104.594.02 6. de school voor uitgebreid lager onderwijs: Levendaal 56, op Pieterskerkhof 4, op Haarlemmerstraat 34, op. Noordeinde 3, op Hooglandsche Kerkgracht 20a, op 1.424.16 3.245.64 2.084.64 3.271.44 4.045.44 14.071.32 voor de laatste vijf sub a genoemde scholen behoudens de hierna onder II bedoelde afrekening; II. overeenkomstig het 8e lid van het sub I genoemd wetsartikel (driejaarlijksche afrekening): a. het aan de besturen van na te noemen bijzondere scholen over de jaren 1933 tot en met 1935 alsnog uit te keeren bedrag vast te stellen op ƒ3.877.11 en wel voor de school voor gewoon lager onderwijs: Lusthoflaan 2, op501.34 Haarl.str. 240/Pelikaanstr. 20, op1.863.68 Caeciliastraat 11/15, op179.14 Potgieterlaan 1, op1.332.95 3.877.11 b. het door het bestuur van de bijzondere school voor gewoon lager onderwijs aan de Os- en Paardelaan 2 over de jaren 1933 tot en met 1935 in de gemeentekas te storten bedrag vast te stellen op ƒ562.09; III. de vergoeding, wegens salariëering van vakonder wijzers, bedoeld in het 9e lid van het sub I genoemd wets artikel, over 1935, voor de besturen van de na te noemen bijzondere scholen vast te stellen op 18.663.41 (l.o. ƒ13.284.27 u.l.o. 5.379.14) en wel voor: de school voor gewoon lager onderwijs: Krauwelsteeg 4, op689.15 Levendaal 54, op534.96 Haarlemmerstraat 32, op638.10 Lusthof laan 2, op689.15 van der Werfstraat 98/100, op-689.15 Oude Vest 193/195, op616.75 Os- en Paardelaan, op510.48 Eapenburg 48, op574.29 Haarl.str. 240/Pelikaanstr. 20, op670. Caeciliastraat 11/15, op510.48 Potgieterlaan 7, op382.86 Noordeinde 40, op685.79 Pasteurstraat 16, op689.15 Middelstegracht 119, op 503.82 Munnikenstraat 1, op539.91 Oosterstraat 16, op544.31 Plantsoen 99a, op558.84 Hooge Morschweg 12, op384.08 Hooglandsche Kerkgracht 20a, op530.93 Lusthoflaan 4, op576.53 Stadhouderslaan 16, op689.15 Driftstraat 49, op512.67 Adriaan Pauwstraat 1, op240.40 Noordeinde 1, op323.32 13.284.27 de school voor uitgebreid lager onderwijs: Levendaal 56, op531.10 Pieterskerkhof 4, op638.14 Haarlemmerstraat 34, op826.63 Noordeinde 3, op1.581.89 Hooglandsche Kerkgracht 20a, op1.801.38 5.379.14 Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 53. Leiden, 4 Maart 1938. Nu de gemeenterekening over het jaar 1935 is gesloten, kan met betrekking tot de door de schoolbesturen ingediende aanvragen om toekenning van een bijdrage in de kosten van het bijzonder vervolgonderwijs over dat jaar, eene beslissing worden genomen. Gelijk bekend, wordt de jaarlijksche bijdrage per leerling van het bijzonder vervolgonderwijs berekend op het bedrag, dat gemiddeld per leerling van het openbaar vervolgonderwijs over hetzelfde jaar, ten laste van de gemeente is gebleven. Blijkens den bij de stukken in de Leeskamer gevoegden berekeningsstaat beliep dit bedrag, over 1935, gemiddeld 22.per leerling. Met uitzondering van de bijdrage ten behoeve van den vervolgcursus gegeven in de school aan de Adriaan Pauw straat, dienen die bijdragen voor de overige cursussen over 1935 te worden vastgesteld, met inachtneming van het bepaalde in art. 102, 3e lid (oud), der Lager Onderwijswet 1920 (driejaarlijksche verrekening), zoodat de bijdrage voor laatstbedoelde cursussen, zoo noodig dient te worden ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 4