VRIJDAG 18 FEBRUARI 1938.
123
Gcmeente-bcgrooting Ontvangsten.
(Verweij e.a.)
Bovendien kan een dergelijke maatregel ook verkeerde
sociale gevolgen hebben. Hierbij moet n.l. ook in beschouwing
worden genomen de draagkracht van de gezinnen, tenzij men
op het standpunt staat, dat ongeacht deze draagkracht het
sociale element van de groote gezinnen moet worden inge
schakeld. Dit leidt echter in de praktijk tot onbillijkheden.
Indien in een gezin van 6 personen het inkomen bestaat
uit het loon van het gezinshoofd en 30.is, zal dat gezin
het water moeilijker kunnen betalen dan het even groote
gezin, waarvan het hoofd 20.per week verdient, maar
waarvan door de verdiensten der kinderen het gezinsinkomen
50.a 60.per week is. Het is niet wel mogelijk, dat de
Leidsche Duinwater Maatschappij zich in dergelijke bijzonder
heden verdiept, tenzij ze een kostbaren dienst in het leven
roept, die de gegevens voortdurend bijhoudt en regelmatig
controleert.
Het voorste] van den heer Manders, hoe goed ook bedoeld,
is dan ook niet voor verwezenlijking vatbaar.
Met het oog op het vergevorderd uur zal spreker niets meer
over dit voorstel zeggen, al is er nog zeer veel over te ver
tellen. Indien spreker de bedoelingen van den heer Manders
verkeerd heeft begrepen, zal spreker dit gaarne nader van den
heer Manders in sprekers werkkamer vernemen. In dit sta
dium van de behandeling der begrooting kan men er niet
meer over discussieeren. Het College had gedacht, de twee
kardinale punten te hebben behandeld, maar uit het betoog
van den heer Manders blijkt, dat het voor een gedeelte van
diens voorstel niet juist is. Spreker wil den heer Manders
alle recht doen wedervaren, door hem in de gelegenheid te
stellen dit nader aan spreker mede te deelen, maar op het
oogenblik kan het College den Raad niet anders dan tot ver
werping van het voorstel adviseeren.
De heer Manders zegt, dat het College een anderen en
misschien heel goeden weg schijnt in te slaan door heel veel
uitnoodigingen tot het houden van conferenties te verzenden.
Spreker acht dit ook een goede wijze van handelen en zal
daarom graag aan de uitnoodiging van den Wethouder gevolg
geven.
Spreker neemt geheel en al aan, dat de Leidsche Duinwater
Maatschappij te goeder trouw het eerste gedeelte van zijn
voorstel niet heeft begrepen. Volgens den Wethouder vallen
2.600 gezinnen onder het lage tarief van 5.50 per jaar.
Spreker weet echter niet van wanneer die gegevens dateeren.
De heer VerweijVan enkele weken geleden.
De heer Manders zegt, dat dat aantal van 2.600 natuurlijk
elk jaar sterk vermindert. Sinds de Wethouder van Fabricage
duchtige opruiming heeft gehouden in de Bouwelouwensteeg
en andere overeenkomstig den aandrang van den heer Schüller
op verdere opruiming van die krotten blijft er tenslotte van
die lagere tarieven niets over. Volgens den Wethouder zou
een nieuwe dienst ingesteld moeten worden ter berekening
van de nota's. Dit zal niet zoo'n vaart loopen. Dat heeft men
bij de belastingen en bij de schoolgelden ook; dat alles zou
tenslotte onder één dienst gebracht kunnen worden.
De heer Wilbrink zegt, dat een particuliere maatschappij
als de Leidsche Duinwater-Maatschappij niet mag werken
met de cijfers en gegevens van den belastingdienst.
De heer Manders wil dat ook niet, maar wil alleen uit deze
gegevens bepalen, welke gezinnen met het oog op het aantal
kinderen voor tariefsverlaging in aanmerking komen. Volgens
den Wethouder zou het onbillijk kunnen werken, maar spreker
acht de tegenwoordige regeling juist onbillijk; spreker acht
het onbillijk, dat de gemeente op het waterverbruik van de
kinderen, die zelf niets verdienen nog betrekkelijk groote be
dragen verdient, zooals spreker in eerste instantie heeft uit
eengezet. De heeren van Eek en Snel hebben bepleit een ver
laging van den abonnementsprijs voor de radio-distributie,
maar voor het waterverbruik, dat men niet ontberen kan,
waar men niet buiten kan, zou een tariefsverlaging absoluut
noodig zijn. Spreker aanvaardt daarom gaarne de uitnoodi
ging van den Wethouder om nog eens over zijn voorstel te
komen praten, en trekt het daarom thans maar liever indan
kan hij er later weer op terugkomen.
De Voorzitter constateert, dat het voorstel van den heer
Manders is ingetrokken.
Volgnr. 33 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De volgnrs. 34 tot en met 73, 73a, 74, 74a, 75 tot en met
Gemeente-begrooting Ontvangsten.
(Voorzitter.)
205 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofde
lijke stemming aangenomen.
Hierna wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
besloten de rente over aan bedrijven verstrekte kapitalen,
zoolang die niet in een vaste leening zijn opgenomen, ingaande
1 Januari 1938 nader te bepalen op 4% per jaar.
Vervolgens wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming besloten, dat, in afwijking van het bepaalde in
art. 28 van de verordening van 2 Juli 1934 (Gem. blad No.
19), gewijzigd bij de verordening van 5 Juli 1937 (Gem.blad
No. 12), voor het jaar 1938 de rekening van de Gasfabriek,
behalve met de afschrijvingen, vastgesteld overeenkomstig
art. 17 van genoemde verordening, in plaats van met 2%
zal worden belast met van de som der door de gemeente
oorspronkelijk verstrekte en nog niet afgeloste aanleg- en
uitbreidingskapitalen, waarna de begrooting van de Gas
fabriek voor 1938 eveneens zonder beraadslaging of hoofde
lijke stemming wordt vastgesteld.
Volgnr. 206 wordt vervolgens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen.
Hierna wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
besloten, dat, in afwijking van het bepaalde in art. 28 van
de verordening van 2 Juli 1934 (Gem.blad No. 19), gewijzigd
bij de verordening van 5 Juli 1937 (Gem.blad No. 12), ook
weer voor het jaar 1938 de rekening van de Electriciteits-
fabriek, behalve met de afschrijvingen, vastgesteld overeen
komstig art. 17 van genoemde verordening, in plaats van
met 2% zal worden belast met 1% van de som der door de
gemeente oorspronkelijk verstrekte en nog niet afgeloste
aanleg- en uitbreidingskapitalen, waarna de begrooting van
de Electriciteitsfabriek voor 1938 eveneens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
Volgnr. 207 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
Bij volgnr. 208 wordt de begrooting van de Gestichten
Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest voor 1938 zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming vastgesteld, waarna dit
volgnr. eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 209 wordt de begrooting van het Openbaar
Slachthuis voor 1938 zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 210 wordt de begrooting van het Grondbedrijf
voor 1938 zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Volgnr. 211 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
Bij volgnr. 212 wordt de begrooting van den Reinigings-
en Ontsmettingsdienst voor 1938 zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. even
eens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
aangenomen.
Bij volgnr. 213 wordt de begrooting van de Gemeentelijke
Hulpbank (Gemeentelijke Bank van Leening en Geldschiet-
bank) voor 1938 zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 214 wordt de begrooting van het Gemeentelijk
Waschbureau voor 1938 zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming vastgesteld, waarna dit volgnr. eveneens zonder
beraadslaging' of hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Bij volgnr. 215 wordt de begrooting van het Gemeentelijk-
Radio-Distributie-Bedrijf voor 1938 zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming vastgesteld, waarna dit volgnr.
eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
wordt aangenomen.
De volgnrs. 216 tot en met 220, 220», 221 tot en met 224
worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.