VRIJDAG 18 FEBRUARI 1938. 117 Gemeente-begrooting Uitgaven. (Wilmer e.a.) veld. Bij de oprichting zijn deze vereenigingen begonnen zonder eenig kapitaal. Men heeft toen aldus geredeneerd: willen deze vereenigingen het vertrouwen hebben, dan moeten zij een reserve bezitten; moeten zij daarvoor zelf zorgen, dan moet de contributie de eerste jaren zeer hoog worden opgevoerd, omdat het anders jaren lang zou duren, welnu, laat de gemeente medewerken om te zorgen dat zij binnen betrekkelijk korten tijd een reserve zullen bezitten; daardoor zullen zij bij de burgerij meer vertrouwen hebben. Op die gronden is besloten aan deze vereenigingen subsidie te verstrekken, maar het is niet de bedoeling geweest deze subsidie blijvend te doen zijn. In het feit, dat wanneer deze vereenigingen niet bestonden, de gemeente op hoogere on kosten zou worden gebracht, doordat dan meer menschen bij de gemeente zouden aankloppen om ziekenhuisverpleging, ligt geen voldoende aanleiding voor een subsidie; anders zouden bijna alle vereenigingen op sociaal gebied, en zeker die op charitatief gebied, aanspraak kunnen maken op subsidie, Ten aanzien van zeer vele van deze vereenigingen kan men zeggen, dat indien zij niet bestonden, de gemeente voor veel grootere uitgaven zou komen te staan. In dit feit alleen ligt geen voldoende motiveering van het subsidie. Spreker is volkomen tevredengesteld door de mededeeling van het College, dat het met de vereenigingen zal onder handelen. De onderhandelingen behoeven niet ten doel te hebben, het subsidie in eens geheel te doen ophouden, maar moeten wel strekken om tot vermindering van het subsidie te komen. Bij de gemeente moet vaststaan, dat deze ver eenigingen zeer nuttig en sympathiek zijn, zoodat zij zeker niet door het plotseling ophouden van het subsidie in moeilijk heden mogen worden gebracht. Spreker gelooft, dat dit niet de bedoeling van den heer Goslinga is, maar deze wel bedoelt na te gaan, of in den loop der jaren niet een zoodanige reserve kan worden gevormd, dat misschien zelfs zonder verhooging van de contributie en zonder vermindering van de ver strekkingen het gemeentelijk subsidie aan deze vereenigingen kan worden onthouden of kan worden verminderd. De heer van Rosmalen onderschrijft ten volle de opmerking, dat men aanvankelijk niet heeft kunnen voorzien de groote vlucht, die sommige zaken hebben genomen, bijvoorbeeld bestralingen en Röntgen-onderzoek. Dat er door het bestuur der vereeniging „Onderlinge Vereeniging voor Ziekenhuis verpleging" voldoende contróle wordt uitgeoefend, blijkt uit het feit, dat de geneesheer, die lid van het bestuur is, alle dubieuze gevallen heeft te onderzoeken. Met de bepaling, dat geen verpleging mag worden verstrekt aan personen, die daarop geen recht hebben, wordt niet de hand gelicht. De heer Groeneveld is er van overtuigd, dat men altijd heeft geweten, dat deze vereenigingen niet met haar eigen middelen in de behoeften zouden kunnen voorzien. Het middel van de beperking van de verstrekkingen is erger dan de kwaal. Indien men de 56 verpleegdagen, die deze vereenigingen per jaar geven, beperkte tot b.v. 40 dagen, zou de gemeente in zeer veel gevallen de overige 16 dagen moeten betalen, aangezien on- en minvermogenden bij de vereenigingen zijn verzekerd. Het zou de gemeente veel meer geld kosten dan zij nu betaalt. Bovendien zouden dan de vereenigingen veel minder leden tot zich trekken. Spreker is het met den heer Goslinga eens, dat de admini stratie volkomen in orde moet zijn, maar diens voorstel brengt geen bezuiniging. De verzameling van meer statistische gegevens zal met kosten gepaard gaan. Overigens meent spreker, dat ook de Raden van Arbeid en de Rijksverzekeringsbank niet van de contributies kunnen rondkomen. De heer van Stralen zegt, dat van een misverstand sprake is, indien men meent, dat den vereenigingen een bepaalde blijvend subsidie is toegezegd. Bij den opzet van de tegen woordige subsidie-regeling is men uitgegaan van de gedachte, dat aan het verstrekken van subsidie een einde zal komen. Volgens de oorspronkelijke subsidie-regeling droeg de gemeente 1.bij in de kosten 2.50) van eiken verpleeg- dag, maar later is het stelsel aanvaard, dat de gemeente den vereenigingen een subsidie verstrekt tot de reserves 75% van de jaarlijksche contributies bedragen. Wanneer dus de vereenigingen die reserve hadden bereikt, zou er van verdere subsidieering geen sprake meer zijn, doch zoolang die reserve van 75% niet was bereikt of wanneer deze daar beneden daalde doordat men uit die reserve moet putten om de jaarlijksche exploitatie sluitend te maken, dan is het oogenblik aangebroken, waarop de gemeente gaat subsidieeren. Dan wordt een bijdrage gegeven tot 75% van de reserve, maar met een maximum van 10% van de jaarlijksche contri- Gemecnte-beg rooting Uitgaven. (van Stralen e.a.) buties. In 1934 en naar spreker meent ook in 1935 is aan deze vereenigingen geen subsidie verleend. Dat nadien weer subsidie noodig was, staat o.m. ook in verband met de meerdere hulp, die op verschillend gebied verstrekt wordt. Ondanks het feit, dat meer wordt verstrekt dan vroeger, behoeft evenwel niet onmiddellijk aangedrongen te worden op inperking van de verstrekkingen. Er zijn nog andere mogelijkheden tot bezuiniging. Zoo acht spreker sterker contróle op de ziekenhuisverpleging geboden. Inderdaad be schikken deze vereenigingen wel over een controleerend arts, doch deze contróle heeft slechts in weinig gevallen plaats. Een doelmatige contróle op de patiënten zal absoluut tot vermindering van uitgaven leiden, zooals ook in andere plaatsen gebleken is. Inderdaad zijn de kosten voor operatieve hulp zeer hoog en bestaat er wel aanleiding te trachten tot vermindering van die hooge uitgaven te komen. Spreker gelooft niet, dat het opzetten van een overzichtelijke administratie zooveel zou kosten; door de deskundigen is een zeer eenvoudig statistisch systeem aan de hand gedaan, dat zonder kosten door die vereenigingen kan worden toe gepast, waardoor de exploitatie van deze vereenigingen beter overzichtelijk zal worden. De Voorzitter vestigt de aandacht op de mededeeling in de Memorie van Antwoord, dat het onderzoek naar de financieele basis van de beide vereenigingen nog niet ge ëindigd is, maar dat het ingewonnen advies is ontvangen en dat het College binnenkort tot een oordeel over deze zaak hoopt te komen. De heer Goslinga heeft de laatstgehouden rede van den Wethouder van Sociale Zaken met veel genoegen gehoord. Spreker zal afwachten wat het College voornemens is in deze zaak te doen. Haar sprekers ervaring kost een ver betering van de administratie geen geld, maar brengt ze geld op. Bij de sociale fondsen geldt ook het principe, dat de risico's gedekt moeten worden door de premies. De heer Groeneveld kan weten, dat het niet het geval is bij het Invaliditeitsfonds, n.l. doordat vele kostelooze renten worden uitgekeerd, die uit de Staatskas worden ver goed. Hetzelfde geldt niet voor de Ongevallenwet, de Ziekte wet en de V.O.V. De kosten daarvan moeten uit de premiën worden gedekt. Er wordt geen geld uit de Staatskas of een andere kas bijgelegd; dit geschiedt alleen bij de geheel of gedeeltelijk kostelooze renten, waaraan men niet kan ont komen, omdat voor de betrokkenen de premie niet lang genoeg betaald kon worden. Het is een zeer gezond beginsel, dat men niet mag loslaten. Volgnr. 582 wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De volgnrs. 583 tot en met 589 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Bij volgnr. 590 wordt de begrooting van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon voor 1938 zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd, waarna dit volgnr. en volgnr. 591 eveneens zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming worden aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 592, luidende: Subsidie aan de Vereeniging tot verzorging van kleine kinderen te Leiden''''1.000. Mevrouw Hraggaar heeft eenige malen aangedrongen op verlaging van den verpleegprijs, omdat zij daarin een middel zag om het aantal verpleegde kinderen grooter te doen worden. Het College en het bestuur der vereeniging deelden toen haar meening niet. Nadat echter de verpleegprijs in de maand Februari 1937 belangrijk is verlaagd, is het aantal verpleegde kinderen inderdaad sterk gestegen. Terwijl het 287 in November 1936 was, bedroeg het 802 in de maand November 1937. De outillage van het gebouw en de grootte van het personeel maken het echter mogelijk nog meer kinderen op te nemen, zoodat het wenschelijk is, dat het College voortdurend zijn aandacht gevestigd houdt op den verderen gang van zaken, de crèche betreffende. Bij volgnr. 592 wordt zonder hoofdelijke stemming be sloten tot toekenning aan de „Vereeniging tot verzorging van kleine kinderen te Leiden" van een subsidie over 1938 van ten hoogste 1.000.volgens het overgelegde ontwerp besluit, waarna volgnr. 592 eveneens zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1938 | | pagina 17