VRIJDAG 18 FEBRUARI 1938.
115
Gemeente-begrooting Uitgaven.
(Bcekcnkamp e.a.
Beraadslaging over volgnr. 561, luidende: TJitgaven voor
volksfeesten3.335.
De heer Beekenkamp acht dezen post veel te laag geraamd.
Yoor 1935 is op een soortgelijken post geraamd en ook uit
gegeven 7.250.99; voor 1936 bedroeg deze post reeds
2.000.minder, n.l. 5.338.93, doch voor 1937 en 1938
is deze uitgave geraamd op 3.000.
Het antwoord van het College op de door spreker in de
sectie gestelde vraag, of het onder dit volgnr. uitgetrokken
bedrag niet te laag is, heeft spreker zeer bevreemd. Het
College antwoordt n.l., dat indien het uitgetrokken bedrag
te laag mocht blijken, te zijner tijd verhooging van den post
kan plaats hebben. Spreker leidt uit dit antwoord af, dat
het College meent dat voorshands deze post wel voldoende
zal zijn. Reeds thans staat echter vast, dat deze post te
laag is geraamd, daar de viering van de geboorte van Prinses
Beatrix aan de gemeentekas reeds 700.heeft gekost.
Spreker geeft daarover zijn verwondering te kennen.
In dit verband maakt spreker een opmerking over de
viering van den nationalen feestdag, zooals deze geweest is.
Spreker hoopt, dat bij de viering van het 40-jarig Regeerings-
jubileum van H.M. de Koningin in Leiden meer zal blijken
van een goede samenwerking tusschen de vereenigingen, die
geacht kunnen worden zich met de leiding van dergelijke
feesten te belasten, dat er een zekere coördinatie zal bestaan,
en dat deze gestimuleerd zal worden van de zijde van het
gemeentebestuur. Spreker hoopt, dat Leiden dan van de
samenwerking tusschen die vereenigingen zal kunnen profi-
teeren. Geruchten doen in Leiden de ronde, dat zelfs door
het gemeentebestuur enkele aanbiedingen b.v. van den
kapelmeester van het muziekcorps van de Veldartillerie,
om muziekuitvoeringen op de Beestenmarkt te geven, zouden
zijn afgeslagen. Spreker kan dit niet beoordeelen, maar
hoopt dat bij de viering van het 40-jarig Regeeringsjubileum
van H.M. de Koningin in Leiden iets meer zal blijken van
nationalen zin.
De heer Tobé gelooft toch, dat de heer Bêekenkamp eenigs-
zins voorbarig is. Spreker, en met hem het grootste deel
van de Leidsche bevolking, is van meening, dat in Leiden
de nationale feestdag nog niet plaats gehad heeft. Wanneer
wordt de nationale feestdag eigenlijk gehouden?
De Voorzitter gaat het sarcasme van den heer Tobé stil
zwijgend voorbij. De heer Tobé weet zelf wel beter.
Het is zeker ongelukkig geweest, dat door omstandigheden
de viering van de geboorte van Prinses Beatrix in Leiden
versnipperd is en dat het voornaamste gedeelte van de
viering, de fakkeloptocht, heeft plaats gehad op den avond
vóór den nationalen feestdag. De reden daarvan lag echter
in de groote onzekerheid ten aanzien van den dag, waarop
het feest zou worden gehouden. De fakkeloptocht had even
goed gehouden kunnen zijn op den nationalen feestdag zelf;
evenwel was vastgesteld, dat deze optocht gehouden zou
worden zoo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de
geboorte.
Er is critiek op uitgeoefend, dat er in Leiden op den
nationalen feestdag zoo weinig te doen is geweest. De Com
missie, die voor deze viering gezorgd heeft, heeft zich even
wel daarvoor veel moeite gegeven, waarvoor spreker dank
baar ishet is echter niet gemakkelijk midden in den winter
een volksfeest te organiseerener zijn dan slechts enkele
mogelijkheden aanwezig, n.l. vuurwerk en een optocht.
Optochten laten zich echter niet onvoorbereid uit den grond
stampen; er was ook niet veel mogelijkheid tot het organi
seeren van andere feesten. Waar men reeds einde December
de geboorte eiken dag verwachtte, terwijl het 31 Januari
is geworden, was de organisatie van die feesten op dien dag
wel zeer moeiüjk. De viering van dergelijke feesten geschiedt
door verschillende vereenigingen, terwijl daarvoor een con
tact-commissie haar bemiddeling verleent. De vereenigingen
werken naar vermogen mede. Yoorzoover de samenwerking
nog te wenschen overlaat, zal de ervaring die deze vereeni
gingen opdoen tot beter resultaten leiden.
Den heer Beekenkamp antwoordt spreker voorts, dat
inderdaad door het muziekcorps van de veldartillerie aan
geboden is een concert te geven op den dag na den nationalen
feestdag. Spreker achtte toen niet veel reden meer aanwezig
voor een concert, doch vond het beter dat twee dagen na
de geboorte van prinses Beatrix de rust in de stad weer
zou terugkeeren, in plaats van een losstaand concert op de
Beestenmarkt te doen geven.
In verscheidene steden, waar men niet had besloten de
viering tot geruimen tijd na de gebeurtenis uit te stellen,
heeft men niet heel veel meer kunnen doen.
Gemeentc-begrooting Uilgaven.
(Voorzitter e.a.)
Het College heeft gemeend op de begrooting het bedrag
te moeten uittrekken, dat zeker noodig zal zijn, daarbij zeer
wel wetende, dat het zeer goed mogelijk is, dat het over
schreden moet worden. Het College heeft het beter ge
oordeeld, thans geen bedrag uit te trekken voor de volks
feesten, waartoe een bepaalde gebeurtenis in 1938 aanleiding
zal geven, omdat het in onzekerheid verkeert omtrent de
plannen, die daarvoor zullen worden gemaakt en de gelden,
die daarvoor noodig zullen zijn. Het is verstandiger later te
zien, welke vormen de plannen hebben aangenomen; men
heeft dan ook een beter overzicht over de financiën der
gemeente. Voor zoover noodig zal de Raad er in gekend
worden.
Volgnr. 561 wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Volgnr. 562 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 563, luidende: Subsidie aan
„de Sportstichting"825.
De heer Carton zegt, dat de toestand van de sportterreinen
in den Stadspolder, ondanks de verbeteringen, zeer veel te
wenschen overlaat en verzoekt daarom het College verdere
verbeteringen aan te brengen. In een vergadering van „de
Sportstichting", waarin deze toestand werd besproken, is
gebleken, dat de bemaling van den polder eigenlijk geen
invloed zal hebben op de vermindering van de bestaande
bezwaren wat betreft de kwaliteit van de terreinen.
De heer Verweij zegt, dat men er langzamerhand aan moet
wennen, dat de terreinen in den Stadspolder niet steeds
geschikt zijn voor het doel, waarvoor zij zijn aangelegd,
voornamelijk doordat zij te veel beneden Rijnlandsch peil
liggen. Voor een behoorlijke loozing van het water is de
medewerking van Rijnland noodig; deze medewerking kan
om verschillende redenen niet in alle opzichten worden
verleend.
Indien men de terreinen blijvend geschikt wil maken,
moet men ze aanmerkelijk ophoogen, zoodat zij boven
Rijnlandsch peil komen te liggen. De kosten daarvan zullen
ongeveer 30.000.bedragen. Het is niet wel mogelijk
deze uitgave te doen, nu Gemeentewerken bezig is met de
uitwerking van de plannen tot aanleg van sportterreinen
nabij De Leidsche Hout.
Volgnr. 563 wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De volgnrs. 564 tot en met 581 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 582, luidende: „Bijdrage aan
de vereeniging „Onderlinge Vereeniging voor Ziekenhuisver-
pleging" en aan de afdeeling Ziekenhuisver pleging van de
Coöperatie Vooruit"12.000.
De heer Goslinga zegt, dat deze post hem zeer verontrust.
Reeds bij het opmaken van de begrooting voor 1938 wist
het College met zekerheid, dat een subsidie voor deze beide
vereenigingen van 12.000.noodig zou zijn. Uit de toe
lichting op dezen post blijkt, dat dit subsidie niet gegeven
wordt om de reserves van deze vereenigingen op te voeren,
maar omdat de uitgaven de contributies overtreffen. Met
andere woorden: de kosten van de ziekenhuisverpleging
worden niet gedekt door de contributies. Spreker acht het
zeer verontrustend, dat het normale risico niet gedekt wordt
door de normale premie. Het College, dat deze zaak over
genomen heeft van zijn voorganger, moet ten spoedigste
bedenken dat daartegen bezwaar bestaat. Het is niet de
bedoeling geweest permanent een subsidie aan deze ver
eenigingen te geven. Aan het Raadsbesluit van 1932, aan de
voorbereiding waarvan spreker een aandeel heeft gehad,
ligt ten grondslag de gedachte dat na verloop van zekeren
tijd die vereenigingen zich zelf zouden bedruipen, behoudens
ingeval van ernstige, groote epidemieën, waardoor velen in
de ziekenhuizen zouden moeten worden opgenomen. Daarom
is de garantie van 75% van de reserves gegeven, maar reeds
in 1931 en 1932 was dat bedrag van 75% bereikt. Die ver
eenigingen hebben daardoor bereikt, dat met volledig ver
trouwen nieuwe leden konden worden aangeworven. Echter
zijn er over 1936 en 1937 tekorten geweest en over 1938